We zijn modern. We zijn mondig. En we zijn bang. Bang voor het oordeel van de dokter. Wat zal hij wel niet denken van mijn aambeien / erectiestoornis / afscheiding? Het antwoord onthult gezondNU ook (de dokter denkt namelijk helemaal niets!)
Seks, poep of plas: het mag dan menselijk zijn, zodra we het erover moeten hebben bij de dokter, schamen we ons diep. Ook al is het 2009. Ook al heeft iedereen wel eens problemen op dat vlak. Ook al weten we: de dokter is ook maar een mens.
De cijfers liegen niet er niet om, zo blijkt uit gezondNU-onderzoek. We vroegen bij welke problemen wij ons schamen bij de dokter. Bij erectie- of libidoproblemen? Ja, zeggen vier op de tien Nederlanders. Een soa? Ja, zegt 39 procent. Aambeien? Daarover ook, zegt een kwart. En een uitstrijkje? Bijna een op de vijf vrouwen schaamt zich ervoor. En binnen één maand drie keer naar de huisarts? Ruim eenderde voelt zich dan beschaamd.
Openbare lichaamsdeel of niet
“Een kapotte ader in je been mag medisch gezien haast hetzelfde zijn als een kapotte ader in je anus, gevoelsmatig ligt het mijlenver uiteen. De anus hoort niet tot onze ‘openbare’ lichaamsgedeelten”, start gezondheidszorgpsycholoog Kemal Inci. “En dus moeten we geestelijk en lichamelijk een grens over om ons bloot te geven.”
Klopt, want 26 procent van de Nederlanders schaamt zich als hij zijn aambeien ter sprake moet brengen bij de huisarts. En een vaginaal onderzoek ervaart 17 procent van de vrouwen als een gênant moment. Metta Hofstra, huisarts, herkent het ook uit haar praktij. “Hoewel ongeveer dertig procent van de mensen met aambeien zit en het onschuldigs is, durven mensen het er toch niet over te hebben, uit angst wat ik er van zal vinden. We leren van kleins af aan dat poep en plas vies zijn. Maar niets menselijks is me vreemd. Ik heb in 23 jaar dokterspraktijk allerlei vormen van afscheiding voorbij zien komen. Het hoort bij de mens. Maar de mens wil er niet mee geassocieerd worden. Wanneer patiënten aambeien ter sprake brengen, heeft dat vaak iets weg van een biecht. Ze moeten een grens over. Als ik vervolgens voorstel er even naar te kijken, is het ergste obstakel genomen en, nou ja, dat onderzoek komt er dan gewoon bij. Zo’n anus doet me niets. Ik kijk nergens meer van op. En weet je, ik ben ook een mens. Uiteindelijk moet ik net zo goed als de koningin naar de wc. Dus als ik zo’n kwaaltje niet uit dokterservaring ken, is het vaak wel uit eigen ervaring.”
Over die ‘andere’ schaamtebron, de vagina, wil Hofstra ook iets kwijt. “Soms komen vrouwen ’s ochtends om acht uur op het spreekuur en zeggen: ‘wat vervelend dat u zo vroeg een uitstrijkje moet maken.’ Wanneer de meterman ’s ochtends vroeg op de stoep staat om in de meterkast te kijken, zeg je daar toch ook niets van. Dus waarom zou ik me druk maken als ik ‘s ochtends een uitstrijkje moet maken? Het mensenlichaam bekijk ik een stuk technischer dan de meeste mensen denken. En nee, ik onthoud niet hoe het er daaronder uitziet. Dus als ik de volgende dag deze vrouw in de supermarkt tegenkom, is dat niet ‘de dame van het uitstrijkje’, maar gewoon een buurvrouw of dorpsgenoot.”
We zijn niet gelijk
“Schaamte komt voort uit het feit dat je aanzien en gevoel van eigenwaarde wordt aangetast,” verklaart gezondheidszorgpsycholoog Kemal Inci. Tussen arts en patiënt heerst geen gelijkwaardigheid: hij is de deskundige, jij de leek. Voor een juiste behandeling ben je medisch en menselijk gezien aan zijn oordeel overgeleverd. Inci: “Als ik in de rol van ouder met de huisarts meedenk over de behandeling van mijn kinderen voel ik me minder kwetsbaar dan wanneer ik er als patiënt zit. Ik spreek als vader veel meer vanuit gelijkwaardigheid met de huisarts.” Op dat moment blijft het aanzien en het gevoel van eigenwaarde ongeschonden.
Aanzien en eigenwaarde lijken nauw met elkaar verwant, zo blijkt ook uit ons onderzoek. Want de hoger opgeleiden uit het gezondNU-onderzoek schamen zich veel meer bij de huisarts dan Nederlanders met een lagere opleiding. Dit herkent Metta Hofstra (huisarts): “Een bankdirecteur heeft letterlijk een imago hoog te houden. En daar horen geen erectieproblemen bij. Zulke kwaaltjes doen afbreuk aan zijn status als leider en daarom brengen deze mannen erectieproblemen vaak niet of moeilijk ter sprake.”
Eigenwaarde komt onder vuur te liggen bij praktisch alle intieme aangelegenheden. Denk ook aan vaginaal onderzoek of problemen in de anusstreek.
Te vertrouwd, te intiem
Dat we jarenlang dezelfde dokter hebben en dat hij soms het hele gezin kent en misschien zelfs wel onze ouders, kan de gevoelens van schaamte versterken, denkt psycholoog Inci. “Het voordeel van die jarenlange band is dat hij je door en door kent. Het nadeel: Hij kent je door en door. Het is bijna té vertrouwd. Je bent gehecht aan zijn oordeel, het doet er echt toe wat hij van je vindt.”
Hij noemt een vrouw die om die reden (te intiem) nooit bij haar eigen huisarts een uitstrijkje laat maken, maar de Rutgers Nisso Groep inschakelt. Ook huisarts Hofstra krijgt wel eens verzoekjes om uitstrijkjes te doen bij vrouwen die niet haar patiënt zijn. “Soms is vertrouwdheid een sta-in-de-weg. Zo had ik, dacht ik, een hele goede band met een vrouwelijke patiënt, maar pas toen ze bij een mannelijke vervanger was, heeft ze over haar incestverleden verteld. Ze wilde het niet bij mij kwijt. Uit schaamte.”
Chlamydia
Verreweg het grootste schaamteonderwerp bij een huisarts, aldus ons onderzoek, is een seksueel overdraagbare aandoening (SOA) zoals chlamydia. Vier op de toen ondervraagden (39 procent) van de Nederlanders zegt zich hiervoor te schamen als hij zich met dit probleem bij de huisarts meldt. Bij jongeren onder de dertig ligt dat cijfer nog hoger: ruim zestig procent schaamt zich rot.
Herkenbaar, vindt psycholoog Inci. “Het beeld van de vrije seksuele moraal zoals gepresenteerd op tv is er een van een selecte groep. Het gewone volk staat erbij en kijkt ernaar. Maar het zijn niet hun normen. Daarbij wordt er best open over seks gepraat zolang het maar ‘leuk’ is. Wanneer het gaat om seksueel dysfunctioneren is dat een ander verhaal.”
Metta Hofstra, die 23 jaar huisarts is, verbaast zich toch over de cijfers. “In mijn praktijk komen jongens en meiden van nog geen vijftien jaar soms om de drie maanden ‘een SOA-testje doen’. Ze brengen dat op een manier alsof ze een pak yoghurt bij de melkboer halen. Natuurlijk krijgen ze van mij steevast een preek over veilig vrijen. Maar schaamte? Nee! Of er moet van tevoren heel wat schaamte overwonnen zijn. Binnen de spreekkamer is er niets meer van te merken. Dat was twintig jaar geleden wel anders. Als ik indertijd vijf keer per jaar een SOA-test bestelde, was het veel. Nu zijn dat er vijf per maand.”
Inci: “Waarom juist SOA’s schaamte opwekken is deels te verklaren vanuit het feit dat dit meestal een verwijtbare ziekte is. Je had het kunnen voorkomen door veilig te vrijen. Daarnaast kun je zo’n SOA oplopen door immoreel of ongeaccepteerd gedrag, bijvoorbeeld tijdens een buitenechtelijke relatie. Daarbij kun je zowel je eigen, als de maatschappelijke normen overschreden hebben. Mensen schamen zich dan niet alleen voor hun ziekte, maar vooral voor het gedrag dat erachter steekt. Door het openbaar te maken en met een arts te bespreken, ga je de confrontatie met deze realiteit aan. Dat kan pijnlijk zijn.”
Dezelfde redenering kan opgaan voor een ongewenste zwangerschap of een verslaving. Een ongewenste zwangerschap is voor een op de tien vrouwen een bron van schaamte. Een alcohol- of drugsverslaving typeert één op de vijf als schaamtevol.
Inci: “Je moet, wil je geholpen worden, het gunstige beeld dat je van jezelf naar buiten brengt laten varen. Je laat dan een stuk zien dat je misschien liever verborgen had willen houden.”
Huisartsenwerk = geruststellen
We vinden het dus belangrijk wat de huisarts over ons denkt. En daar hoort bij dat we niet als een zeur willen overkomen. Zo is één op de drie Nederlanders bang voor zeurpiet door te gaan wanneer hij binnen korte tijd bij de huisarts verschijnt met een andere klacht. Nog eens een derde vindt het maar niets om naar de dokter te gaan met schijnbaar onschuldige kwaaltjes. Inci: “Het gaat hier eigenlijk niet om schaamte, maar om angst. Angst om niet serieus genomen te worden. Angst voor afwijzing.”
Volgens hem is deze angst vaak het gevolg van eerdere teleurstellingen. “Mensen stappen vaak met een verwachtingspatroon de spreekkamer binnen. Als dat steeds niet overeenstemt met het advies dat ze meekrijgen, kan dat als afwijzing ervaren worden. Vanuit angst ontwikkelen we strategieën om ons hiertegen in te dekken.”
We gaan dan bijvoorbeeld op de stoel van de dokter zitten en stellen een eigen diagnose. Piekeren (soms terecht) of we met onze probleem wel bij de huisarts aan het juiste adres zijn. “Als we horen dat we voor niets bij de huisarts zijn geweest, voelt dat als een afwijzing. Dat doet pijn.” Een afspraak uitstellen is een tactiek om deze afwijzing uit de weg te gaan”, concludeert Inci.
Bagatelliseren van klachten is óók een tactiek om afwijzing voor te zijn. Hofstra ziet dit veel in haar praktijk. “Met een gezonde dosis zelfkritiek of zelfreflectie is niets mis. Maar wat blijven mensen soms toch lang doorlopen met intieme klachten. Schaamte is een blok aan het been. Patiënten slapen vaak niet als ze de volgende dag op het spreekuur moeten verschijnen. Dus ja, schaamte staat een goede communicatie in de weg en ik denk ook dat mensen daardoor de juiste behandeling mislopen.” Maar niemand wil voor niets de dokter lastig vallen. Dus wanneer moet je wél gaan? “Zodra een gezondheidskwestie je functioneren thuis of op het werk beïnvloedt, moet je de huisarts inschakelen.”
En wat als er dan toch niets aan de hand is? Hofstra: “98 procent van mijn werk als huisarts bestaat uit geruststellen. Gelukkig is het meestal niets ernstigs. Maar dat vrezen mensen wel. Vervolgens staan ze dan in de spreekkamer met de deurkruk in hun hand en melden terloops dat ze vanonder jeuk hebben gehad maar ‘dat dit nu helemaal over is, hoor’. Dat doen ze ook alleen maar omdat ze van mij willen horen dat het wel goed zit. De angst voor ziekte en dat het iets ergs zal zijn, is vaak nog groter dan de schaamte om het te bespreken met de huisarts.”
Geen schaamte
Mijn kind is weer gevallen
Hoewel we ons vaak afvragen wat de huisarts zal denken, gaat dat niet op bij ongelukjes van kinderen. Sterker nog; slechts 3 procent schaamt zich ervoor als hij voor de vierde keer binnen een jaar met zoon of dochter bij de gipskamer zit. Ook in de praktijk ziet Metta Hofstra weinig schaamte bij ouders van brokkenpiloten. “Ik krijg zelden te horen; ‘u zult wel denken, die kinderen hebben ook altijd wat.’ Terwijl ik me persoonlijk voor mijn kop zou kunnen slaan als ik alweer bij de huisarts zit met een kind dat voor de zoveelste keer van de trap is gevallen of een fles schoonmaakmiddel heeft leeggedronken. En ik zou dat ook uitspreken naar mijn huisarts. Puur het gevoel dat ik dit had moeten voorkomen. Bescherming van je kind is immers je belangrijkste taak als ouder.”
Ik wil een nieuwe neus
Waar we ons zeker ook niet voor schamen: cosmetische chirurgie. Slechts 4 procent heeft er moeite mee uiterlijke wensen te bespreken met de huisarts. Hofstra: “Gezien alle tv-programma’s over plastische chirurgie zou je inderdaad verwachten dat gemeengoed is, maar bij mij in Eelde zie ik toch wat anders. Er zijn vrouwen die er soms wel tien jaar over doen voor ze met een verzoek tot borstverkleining naar buiten komen.”
Ik voel me depressief
Slechts zeven procent vindt het lastig psychische problemen als een depressie ter sprake te brengen bij de huisarts. “Dat verbaast me niets”, zegt Hofstra. “Een miljoen Nederlanders is aan de antidepressiva en er zijn er nog meer in therapie. Je bent haast vreemd als je nog nooit bij de psycholoog bent geweest.” Inci twijfelt echter of Nederland wel zo open is over z’n geestesgesteldheid. “We vinden allemaal wel dat hier open over gepraat moet kunnen worden. Maar wat als mensen depressief zijn of andere psychische klachten hebben? Praten ze er dan nog zo open over met hun huisarts?”
Waar schaamt Nederland zich het meest voor?
Seksuele problemen zoals erectie- of libidoproblemen 42%
Soa’s (seksueel overdraagbare aandoeningen) 39%
Aambeien 27%
Alcohol/verslavingsproblemen 18%
Vaginaal onderzoek 17%
Hier schaamt Nederland zich amper voor:
Als mijn kind voor een tweede of derde keer ernstig gevallen is 3%
Problemen bij de opvoeding 4%
Cosmetische wensen zoals borstvergroting of neuscorrectie 4%
Zweetvoeten 4%
Overgewicht 7%
Zeurpieten
Niemand wil z’n dokter onnodig lastig vallen. gezondNU legde Nederland de volgende stelling voor: ik ben bang dat de huisarts mij een zeurpiet vindt als…
- Ik binnen één maand drie keer voor iets anders bij de huisarts zit 34%
- Ik langs ga voor schijnbaar onschuldige kwalen zoals hoofdpijn, vermoeidheid, verkoudheid 33%
- Een klacht niet overgaat en ik wéér terug moet 14%
- Ik somber ben 12%
- Ik vrees een erfelijke ziekte te hebben 11%