De lat hoog leggen. En zo hoog, dat je op honderd op elkaar gestapelde tafels moet klimmen – en dan nog moet springen – om die lat met het topje van je wijsvinger aan te kunnen raken. Redacteur Lian van Doorn herkent zich erin. Vroeger was ze blij met haar perfectionisme, nu wil ze maar al te graag van dit persoonlijke taboe af. Maar hoe?
“Een stemmetje in je hoofd dat oordeelt, kritiek geeft, en je een hoge standaard oplegt”. Zo omschrijft Roos Vonk, hoogleraar sociale psychologie, perfectionisme. Ze slaat de spijker op de kop. Ik herken dat. Laatst deed ik met mijn familie een spel, waarbij je moest raden over welke BN’er je teamgenoot het had. Het zweet brak me op voorhand al uit. Wat als ik een naam niet wist? Of als ik een fout antwoord gaf? “Hij is gedood door een pijlstaartrog,” vertelde mijn vriend. Daar had je het al. Was het nou Steve Irwin? Het stemmetje in mijn hoofd beukte er flink op los. Dat klopt vast niet. Wat dom als je een fout antwoord geeft. Dit is algemeen bekend. Je weet ook niets. Je bent ook niets waard. Door het gesnauw kon ik niet meer helder nadenken over het antwoord. Het stemmetje maakte geen plaats voor realistische gedachten. Ik schudde mijn hoofd en zei de voor mij verboden woorden “Ik weet het niet” en kon wel door de grond zakken. Vervolgens blijkt Steve Irwin het goede antwoord te zijn. Zie je wel, waarom zeg ik dat dan niet!?
Huidige maatschappij
Waarom stelt de één onmogelijk hoge eisen aan zichzelf, terwijl een ander zonder gêne fouten maakt? “Een perfectionist denkt dat anderen altijd hun zaakjes op orde hebben, maar geloof me, dat is niet zo. We zijn allemaal onvolmaakt en we maken allemaal fouten”, vertelt Vonk. “Toch zit het vaak wel in je om perfectionistisch te worden”, vervolgt ze haar uitleg. “Meestal ontstaat dat al in de jeugd. Dat kan op twee manieren. Of je krijgt het gevoel van je omgeving dat je nooit iets goed doet, of je wordt juist heel erg geprezen. Bij dat laatste krijg je het idee dat je leuk bent om wat je doet en niet om wie je bent.”
Maar in de huidige maatschappij ontwikkelen mensen ook op latere leeftijd nog perfectionisme. Vonk: “Toen ik studeerde deed je waar je zin in had en wat je zelf leuk vond. Nu zijn jonge mensen heel erg bezig om aan hun cv te werken en punten te scoren. Er wordt veel druk op ze gelegd. De maatschappij wordt steeds sneller en ingewikkelder. En de levensverwachting is hoger dan ooit: we worden ouder, maar verwachten ook steeds meer van het leven.”
Een blik in mijn agenda zegt al genoeg: hardlopen, op visite bij mijn oma, naar de film, uit eten met een vriendin, hummus maken, winkelen in Amsterdam, naar een fototentoonstelling en een housewarming. Mijn komende weekend is volgepropt met activiteiten – net als de weken erop.
Willen of moeten
Hoewel er vaak negatief wordt gedacht en gepraat over perfectionisme, is het lang niet voor iedereen een vloek. “Sterker nog, het is een kernkwaliteit. Perfectionisten zijn vaak gedreven, betrokken, gemotiveerd en ze geven niet snel op”, vindt coach en perfectionist Annelies Geerkens. Of zoals Vonk het omschrijft: “De innerlijke criticus heeft een functie, omdat die reacties geeft op waar je het beter kunt doen. Het spoort aan om jezelf te verbeteren.”
Maar wanneer is perfectionisme een zegen en wanneer een vloek? “Het zit in de woorden ‘willen’ en ‘moeten’”, vertelt Geerkens. “Ik ben zelf ook een perfectionist. Ik besefte dat het woord moeten veel druk op mijn schouders legde. Ook al deed ik veel op een dag, uiteindelijk had ik geen bevredigend gevoel. Ik ben het om gaan zetten in willen en merkte dat ik de innerlijke druk aardig kon reduceren.”
Ofwel: perfectionisten die iets willen, genieten van de weg ernaar toe. Ze balen van fouten, maar blijven wel reëel. Perfectionisten die iets moeten, slaan door in deze kernkwaliteit. Perfectionisten presteren op de toppen van hun kunnen en steken daar veel tijd en energie in. Als je naar topresultaten streeft bij zaken die je echt belangrijk vind , is dat nuttig. “Maar perfectionisme is uit balans als je alles goed moet doen en als iets niet goed doen, ervoor zorgt dat je je waardeloos voelt,” legt Vonk uit. Ze denken in zwart en wit, kunnen fouten niet relativeren en werken veelal vanuit angst. Carien Karsten geeft aan dat het ook met controle te maken heeft. “Iemand kan een werkweek hebben van zestig uur en dat prima volhouden. Dat komt omdat diegene controle heeft. Zodra je controle verliest, wordt het je teveel en zie je door de bomen het bos niet meer.”
Valkuil
Het lijntje tussen willen en moeten is flinterdun. Veel eigenschappen zijn namelijk ook valkuilen. “Perfectionisten kunnen bijvoorbeeld veel aan en werken hard, maar hun valkuil is dat ze overspannen kunnen raken door de drukte in hun hoofd en lichaam,” vertelt Geerkens. Vonk vult aan: “Perfectionisten gaan snel te lang door, voordat ze zeggen dat het te veel wordt. Toegeven kan voor een perfectionist een teken van zwakte zijn.”
Ik vond het ook moeilijk om te zien dat ik soms te perfectionistisch te werk ging en daardoor gespannen was. Het zal wel meevallen, dacht ik. Of: dit hoort erbij, gewoon doorgaan. “Je bent niet de enige”, stelt Vonk me gerust. “Van kinds af aan raak je gewend aan het stemmetje in je hoofd dat kritiek geeft. Je valt daarmee samen en beseft niet dat er een leven zonder is. Dat maakt het moeilijker om er iets aan te doen.” Geerkens is het daarmee eens. “Het is niet even met een toverstafje zwaaien en ‘poef’ het is opgelost.”
Maar volgens Geerkens gaat het er niet om dat je perfectionisme loslaat of afleert. “Het is een kwestie van omleren. Proberen balans te vinden en na te gaan wie er aan het stuur van je bus zit.” Vonk vult aan: “Perfectionisten hebben een stem in hun hoofd die continu kritiek geeft en oordeelt. Het probleem met perfectionisme: jij bent die stem. Alles wat die stem zegt is waar. Maar dat is niet zo. Het is belangrijk om je daar bewust van te worden.”
Redder in nood
Daarom kan het soms fijn zijn om hulp in te schakelen. Door naar de psycholoog te gaan bijvoorbeeld. “Een grote stap, maar wel noodzakelijk als het je blijft beheersen en je het zelf niet kunt oplossen,” vindt Geerkens. Karsten vertelt dat het vooral belangrijk is om beter voor jezelf te zorgen. “Veel perfectionisten hebben het idee er zelf niet toe te doen. Ze vergeten zichzelf. Zorg beter voor jezelf. En dat houdt ook in op je eten letten, leuke kleren aandoen en je lichaam verzorgen.”
Perfectionisme kan dus je vriend worden, als je het stemmetje in je hoofd maar een rol geeft, controle houdt, iets wilt en niet iets moet en blijft relativeren. Terwijl ik de laatste hand leg aan dit artikel, betrap ik me erop dat ik het perfect moet inleveren. Maar daar steek ik zelf een stokje voor door ergens expres de moeder van alle fouten te stoppen: een heuse dt-fout. Het voelt naar, maar tegelijkertijd ben ik trots. Stap één is gezet.
Zo haal je de druk van de ketel
Oefening 1 Bewustwording
Roos Vonk: “Het stemmetje dat jou veroordeelt en kritiek geeft, moet je gaan herkennen. Geef de stem van de perfectionist een rol, zodat het één van die stemmen wordt en je er niet meer mee samenvalt. Waar doet de stem je aan denken? Je moeder, een leraar? Of iets abstracts, zoals Truus de Mier van de Fabeltjeskrant. Die doet altijd ‘tuut, tuut, tuut, tuut, ik heb het zo druk’. Elke keer als die stem omhoog komt, weet je nu dat het één van de stemmen in je hoofd is.”
Oefening 2 Relativeren
Maak een schaalverdeling. Aan de linkerkant schrijf je 0 procent, wat gelijkstaat aan een complete mislukking. Aan de rechterkant schrijf je 100 procent, wat duidt op een totaal succes. In het midden schrijf je 50 procent. Maak een exacte definitie voor deze punten: wat betekent een volledige mislukking? Wat betekent totaal succes voor jou? En waar ligt voor jou het midden? Bepaal nog meer punten: hoe meer grijstinten je vindt, hoe beter. Is iets 45 procent, dan is het misschien onder het gemiddelde. Maar het betekent wel dat er ook dingen goed zijn gegaan. Zo voorkom je zwart-wit denken.
[bron: Minder perfect, meer effect – Simone Janson ]
Oefening 3 Uitdagen
Zoek je persoonlijke taboe op om dit gevaar te leren verdragen. Zo’n persoonlijk taboe is natuurlijk voor iedereen anders. Ben je van nature geneigd om te veel waarde te hechten aan wat anderen van je vinden? Doe dan iets waarvoor je je in gedachten enorm geneert, zoals te laat komen, onbekenden op straat groeten, iets ‘doms’ zeggen.
[bron: controlfreaks, alleswillers en andere druktemakers – Roderik Bender ]
Tip
Leg de lat schuin
Carien Karsten: “Veel mensen leggen de lat recht, maar dit kan zorgen voor veel stress. Je wilt een te grote sprong maken. Dus: leg de lat eens schuin. Dan kom je stapje voor stapje verder en is het een geleidelijk proces. Zo kom je op een gezonde manier bij je uiteindelijke doel.”
Deskundigen
Annelies Geerkens, zelf een perfectionist, helpt als coach mensen die perfectionisme niet meer zien als een positieve eigenschap.
Roos Vonk is hoogleraar sociale psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Carien Karsten is schrijfster en psychotherapeute en mede-eigenaar van De Stroom, waar ze gelukstrainingen en burnoutbehandelingen geeft.