Geen knotjes en geraniums, maar werken met jongeren, bloggen en dansen op zondagmiddag. Deze oma’s van nu hebben levenservaring én staan nog midden in het leven. Kleindochter Sacha: “Ik hoop dat ik ook zo ben als ik later hun leeftijd heb.”
“Niet oordelen, maar kijken met liefde”
Getrouwd met: Feroz Hoebdar (43)
Moeder van: Niky (25), Lloyd (24), Romy (22), Luna (16), Soë (15) en Levi (13)
Oma van: Cirea (4)
Cindy was een hippiekind en nu een hippe, actieve oma met het hart op de goede plek. Haar huis staat niet alleen open voor haar kinderen en kleindochter Cirea, maar ook voor jongeren die het minder makkelijk hebben in het leven.
Cindy: “Ik wilde altijd heel graag een groot gezin. Mijn eerste dochter, Niky, kreeg ik toen ik 22 was. Niky werd ook jong moeder. Dat maakte mij al op mijn 44e oma. Fantastisch! Mijn dochter, haar nieuwe vriend en mijn kleindochter Cirea wonen in Rotterdam. Cirea is zeker een keer per maand een lang weekend bij me. In de vakanties komt ze meestal een dag of vijf. Ze heeft hier ook twee keer een halfjaar met haar moeder gewoond. Cirea is een heerlijk kind. Net een jongen. We gaan samen de polder in en dan mag ze van mij lekker vies worden. We lijken veel op elkaar. Ik was vroeger een echte Pippi Langkous, altijd aan het struinen. Niky is heel anders. Die at als kind al met een servet. Als Cirea thuis is, ziet ze er heel netjes uit.”
Cirea: “Ik vind oma lief. Als het regent, zien we soms slakken op de weg. Die zetten we dan in het gras. Anders worden ze doodgereden. We zoeken samen ook naar mooie bloemen. Die plukken we niet allemaal. Want we moeten er ook wat bewaren voor andere kindjes.”
Cindy: “Natuurlijk ben ik geen grootmoeder die achter de geraniums zit. Ik ben altijd bezig. Mijn werk als visagist is geweldig en supercreatief. Ik ontmoet een hoop interessante mensen, heb er mooie vriendschappen aan overgehouden. Maar ik had meer in mijn mars. Ik wilde graag met jongeren werken, kinderen die geen stabiele thuisbasis hebben gehad. Daarom ben ik de opleiding contextuele hulpverlening gaan volgen. Ik werk nu twee jaar als coach.”
Coachkinderen
Cindy: “Je moet kijken met liefde, naar de ouders, naar de kinderen. Je kunt niet kiezen waar je geboren wordt. Zouden wij het beter doen als we in dezelfde omstandigheden waren opgegroeid? Die diepgang wil ik meegeven aan mijn kinderen en aan Cirea. Mijn coachkinderen komen hier vaak eten. Mijn kinderen vinden dat een verrijking. Ze beseffen: deze jongeren hebben weinig gekregen in het leven. Daarom is het moeilijk om aan een ander te geven. Veel van deze jongeren zijn uitgevallen op school en hebben geen baan. Ik ben nu bezig met het opzetten van een lunchroom, waarin ze stage kunnen lopen, begeleid door een jobcoach. Stichting Broodje Hagelslag gaat het heten. De naam staat voor thuis, voor veiligheid. Mochten ze in de toekomst een terugval hebben, dan mogen ze altijd terugkomen voor bijscholing en coaching. Dit natraject onderscheidt ons van soortgelijke initiatieven.”
Zelf ontdekken
“Mijn kinderen hebben geleerd niet snel te oordelen. Dat heb ik weer van mijn eigen moeder. Ze kreeg mij toen ze zestien was. Een schande in die tijd. Ik was een hippiekind. Mijn moeder liet me zelf van alles ontdekken. Gaf me vrijheid en vertrouwen. Ik hoefde niets stiekem te doen, zoals roken. Daar ben ik dan ook nooit aan begonnen. Me afzetten tegen het ouderlijk gezag was niet nodig. Mijn moeder vond het belangrijk wat ik voelde en dacht. Zo leerde ik me goed uiten. Op school waren ze daar niet zo blij mee. Ik was een bijdehante meid. Ook Cirea is zeer expressief, nog meer dan ik. Ze zegt alles wat in haar opkomt. We dansen veel. Op straat en thuis op de tafel. Maar ik ben ook een ‘ouderwetse’ consequente oma. Niet spelen met eten, niet springen op de bank, niet fluisteren in gezelschap.”
Cirea: “Mijn oma is heel gek. Ze kan schudden met haar billen. Dan doet ze een olifant na. Ze is ook stoer. Dat wil ik ook zijn. Daarom word ik later astronaut. Dan ga ik naar de sterren vliegen.”
“Ik wil ze de vrijheid geven”
‘Oma bedenkt van alles en ze kan veel. En dat leert ze ons’ – Goos
Wie: Marijke van de Belt (66), voormalig eigenaar van een kleding- en lifestylewinkel op Texel
Woont in: Den Burg
Getrouwd met: Henk van de Belt (68)
Moeder van: Remko (41) en Lotte (38)
Oma van: Goos (8), Wies (6) en Tom (5)
Een merel die een nestje maakt. De rode beuk die blaadjes begint te krijgen in de lente. Oma Marijke geeft haar kleinkinderen mee dat het geluk op straat ligt. “Soms heb je het misschien moeilijk met iets. Maar als je goed kijkt, zie je dat het leven je elke dag een cadeautje geeft.”
Marijke: “Remko en Lotte wonen allebei op Texel. In hetzelfde dorp, dus in de buurt. Vooral mijn dochter zie ik veel. Een paar jaar geleden nam ze de zaak over van Henk en mij. Ik help nog zo’n twintig uur in de winkel. Verder ben ik in de weer met de tuin en moestuin, wandelen met de hond en op stap gaan met vriendinnen. De kleinkinderen komen geregeld even langs wippen. Ook vang ik ze op vaste dagen na school op. Goos en Wies om de week, op donderdag. Tom elke donderdag. Ze zijn ook altijd welkom om te komen logeren. Zoals nu, in de vakantie.”
Goos: “Oma bedenkt van alles en ze kan veel. En dat leert ze ons. Klei maken bijvoorbeeld, van meel, water, zout en nog wat. Of ze laat zien hoe we egeltjes kunnen tekenen.”
Wies: “En zeehonden schilderden. Kijk, net gemaakt.”
Tom: “Weet je wat ik leuk vind? Dat oma altijd een doosje met proviand meeneemt als we naar buiten gaan.”
Goos: “Op het strand rollen we van de duinen. Vaak zijn we ook in het bos. Niet alleen als het zonnig is, maar ook als het minder goed weer is.”
Marijke: “Ze spelen met niks, gaan daar helemaal in op, zijn één met de natuur. Prachtig om op het strand die figuurtjes aan de waterlijn te zien. Ik denk dan: wat leven die kinderen op Texel in het paradijs. Een luxe! Ik schrijf graag stukjes over die ontroerende momenten of over grappige voorvallen. Die blogs plaats ik op de website van de winkel.”
Zalig zoet
Goos: “Oma heeft een grote moestuin, aan de rand van het dorp. Samen met haar zus en met tante Lotte. Misschien kunnen Wies, Tom en ik die later erven.”
Tom: “We mogen helpen. En ook spelen. Dan maak ik in de modder Vlieland. Ik graaf een diepe kuil, daar doe ik water in. Dat is de zee. Een plank is een brug.”
Wies: “Het is mooi en leerzaam om te zien hoe het allemaal groeit. Zoals de bolletjes die we gingen planten. Dat werden later uien. Ik kon het bijna niet geloven. We krijgen vaak iets mee. De aardbeien zijn zalig zoet, de worteltjes heel knapperig. Bij oma smaakt alles het best. Aardappelen, hutspot, boerenkool … Dat eet ik nu met plezier.”
Marijke: “Ik heb een antroposofische achtergrond. Ik vind het belangrijk dat de kleinkinderen ervaren hoe het gaat in de natuur. De seizoenen, en wat je daarbij voelt. De blijdschap wanneer je iets kunt oogsten. Ze mogen zelf met de groenten uit de moestuin aan de slag. Ga er maar lekker soep van maken.”
‘Voorleven’
Marijke: “Zelfredzaamheid stimuleer ik, net als uitproberen. Ik wil ze de vrijheid geven. Zo vroegen Goos en Wies vanmorgen of ze cupcakes mochten bakken. Ik heb ze in hun eentje naar de supermarkt laten gaan, met een ingrediëntenlijstje en mijn bankpas. De pincode had ik op Goos’ arm geschreven. Trots kwamen ze thuis met de boodschappen. Ik hoop dat de kleinkinderen later aan me zullen denken zoals ik aan mijn oma terugdenk: met plezier. Ik wil Goos, Wies en Tom meegeven dat het geluk op straat ligt. Soms heb je het misschien moeilijk met iets. Maar als je goed kijkt, zie je dat het leven je elke dag een cadeautje geeft. Bijvoorbeeld een merel die een nestje maakt. De rode beuk die blaadjes begint te krijgen in de lente. Ik benoem dat. Maar ik onderwijs niet. Het moet speels gaan. Ik geef mijn kleinkinderen iets mee, maar niet te veel. ‘Voorleven’ noem ik dat. Wat ik belangrijk vind, pikken ze zo heus wel op.”
‘Ik hou van mensen om me heen’
‘Ik bewonder in die twee dat ze zo openstaan voor alles en zó positief zijn’ – Sacha
Wie: Elly de Haan (76), voormalig medewerker van een enquêtebureau
Woont in: Amstelveen
Getrouwd met: Bram de Haan (80)
Moeder van: Caroline (49) en Annemarie (43)
Oma van: Lorenzo (22) en Sacha (20)
Geniet van wat je nog kunt. Dat is het motto van Elly. Ze zit op yoga, zingt in een koor en swingt met man Bram op plaatjes van vroeger. Kleindochter Sacha: “Oma en ik zitten behoorlijk hetzelfde in elkaar. We zijn vrolijk, daadkrachtig en actief.”
Sacha: “Oma en ik zien elkaar zeker één keer per maand. Dan kom ik een kopje thee drinken of we gaan winkelen. We hebben allebei een druk leven. Na de zomer ben ik derdejaars student Fiscaal Recht en Economie aan de Hogeschool van Amsterdam. Een heel gerichte studie. Veel wetteksten leren, veel sommen. Erg interessant.”
Elly: “Ik was vroeger administratief medewerker. Na de bruiloft, 52 jaar geleden, moest ik stoppen. Zo ging dat toen. Later, toen de kinderen wat groter waren, ben ik enquêteur geworden. Eerst langs de deuren, in weer en wind, later op kantoor, bij het bureau van Maurice de Hond.”
Sacha: “Mijn oma was best geëmancipeerd. Haar man had een baan, maar ze wilde haar eigen geld verdienen. En opa vond dat prima. Die twee laten elkaar nog steeds vrij. Dat zelfstandige en het elkaar de ruimte geven herken ik bij mezelf en mijn vriend Rick. We doen veel samen, maar hebben ook ons eigen leven.”
Dansen met een dertiger
Elly: “Bram en ik gaan vaak op stap. Op internet kijken we wat er te doen is. We bezoeken musea, gaan met de trein naar een leuke stad, of we bezoeken in de buurt operettes, musicals en concerten. Bram houdt van muziek, hij speelt gitaar in een jazzband. Laatst zijn we op zondagmiddag in een hotel in Amsterdam naar ‘Het Danspaleis’ geweest. Een dj draaide platen uit de jaren 40, 50 en 60. Er waren opmerkelijk veel jongeren. Een man van in de dertig vroeg me ten dans. Enig!”
Sacha: “Oma’s motto is: geniet van wat je nog kunt. Opa heeft dat ook. Hij was zes jaar geleden ernstig ziek, maar hij is erbovenop gekomen. Ik bewonder in die twee dat ze zo openstaan voor alles en zó positief zijn. Ik hoop dat ik ook zo ben als ik later hun leeftijd heb.”
Elly: “Ik ben graag in beweging. Dat is altijd zo geweest. Sinds mijn dertigste doe ik aan yoga. Dat houdt me soepel. Al vrij jong kreeg ik artrose. Yoga is ook goed voor mijn ademhaling. Daar tob ik de laatste jaren mee. Eerst was het chronische bronchitis, nu COPD. Alles komt goed los door de yoga-oefeningen. Een tijd terug had ik ook een TIA. Maar ik klaag niet. Het weerhoudt me er niet van om van alles te blijven ondernemen. Ik hou van mensen om me heen. Al jarenlang zit ik op een koor voor ouderen. Geen hoog niveau, maar gewoon gezellig.”
Hoofd leegmaken
Sacha: “Net als oma ben ik gek op dansen en zingen. Van mijn 7e tot mijn 16e zat ik bij het Nationaal Musical Jeugd Theater. Ik speelde in Narnia, Kruistocht in Spijkerbroek en Oorlogswinter. Vijf dagen per week trainen en in het weekend optreden. Dan reden we met de bus door heel Nederland en Vlaanderen. Met een groep iets moois maken, de kleding, de schmink, op de planken staan, het applaus: ik genoot daar intens van. In mijn havo-examenjaar moest ik helaas stoppen. Ik kon het niet meer combineren. Nu dans en zing ik ergens anders. Minder vaak, niet meer zo professioneel, maar wel met veel plezier. Het is mijn uitlaatklep, het geeft me een vrij gevoel. Dat werkt goed, als je je even wat minder voelt.”
Elly: “Zingen is goed voor de longen en helpt bij sombere gevoelens.”
Sacha: “Oma en ik zitten behoorlijk hetzelfde in elkaar. We zijn vrolijk, daadkrachtig en actief. Mijn studie neem ik heel serieus, ik werk er hard voor. Maar het is ook belangrijk om je rust te pakken. Ontspannen een boek lezen of een sudoku doen en op die manier je hoofd leegmaken. Ik doe dat nu geregeld. Een wijze les, die oma me heeft gegeven.”