• Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar

MixCom ContentMixCom Content

Creatieve specialisten in Design, Content en Digital

goede voornemens

Recept energie

Zo blijf ik in conditie:

  1. Eet trostomaten zónder suiker in salades of op het brood;
  2. Wandel elke avond met vriendin of partner (tip: Strabrechtse Heide of Kasteelbossen bij Heeze);
  3. Zing (ik zit bij een popkoor) voor een gezonde ademhaling en goede houding;
  4. Doneer regelmatig ( drie keer per jaar) een halve liter bloed, waardoor je zelf nieuw bloed aanmaakt.

Marion Arts-Smulders, Heeze

Vorige bericht ‘Nog steeds gedreven door thema’s rond mijn moeders dood’
Volgende bericht gezonde voornemens

Goede voornemens?

In deze eerste gezondNU van 2016 gaan we het niet mooier maken dan het is: veranderen is afzien. Gezondheidszorgpsycholoog Martin Appelo is nog stelliger: al die goede voornemens – afvallen, stoppen met roken, minder alcohol drinken – zijn gedoemd te mislukken. We zijn namelijk een slaaf van ons oerbrein. En het enige wat helpt om dat oerbrein te veranderen, is jezelf een schop onder je kont geven. Redacteur Gebke Verhoeven in een pittig gesprek met Appelo.

Ken je dat? Het gevoel dat je wel wilt veranderen, maar dat het steeds niet lukt? Ik wel. Al jaren heb ik een diepgewortelde wens om ‘gewoon even een paar kilo eraf te krijgen’. Hardlopen? Het helpt niet. Knettergezond eten lukt. Eventjes. Toen ik mijn werkende leven begon en ineens veel achter mijn computer aan het schrijven was, vlogen de kilo’s eraan. Die heb ik er toen met pijn en moeite afgekregen. Jarenlang ben ik strak op gewicht geweest. Maar nu ik twee kinderen rijker ben en de veertig aantik, zit ik met kilo’s waar ik niet vanaf kom. Ik ben geen jojo’er. Maar om de zoveel weken begin ik weer met gezonder eten. Aan enthousiasme geen gebrek, aan strijdlust en kennis evenmin. Toch houd ik het niet vol. Wat is er veranderd? Waarom lukte me vijftien jaar geleden wel wat me nu niet meer lukt? Mis ik ruggengraat?

Tijd voor een gezonde dosis zelfonderzoek! Toen ik het boek Waarom veranderen (meestal) mislukt van gezondheidszorgpsycholoog Martin Appelo in handen kreeg, dacht ik het gevonden te hebben. Bij het lezen van de achterflap was ik al verkocht:

• “Je verlangt naar een fysiek en psychisch gezonde leefstijl.” (check)

• “Maar het lukt je steeds maar niet om die te bereiken.” (check)

• “Je bedenkt steeds dat het anders moet, maar het blijft keer op keer bij voornemens die slechts tijdelijk tot verandering leiden.”  (check, check, dubbel check)

• “Herken je dit?” (Ja!)

• “Dan is dit het boek dat je nodig hebt.” (Absoluut!)

Niet alleen de achterflap was me op het lijf geschreven, in het voorwoord werd het steeds beter. “Dit boek ontdoet je van valse verwachtingen en stript je ideologische illusies. Na dit boek zul je voorgoed stoppen met zeuren en klagen. Je laat de dingen zoals ze zijn of je gaat er nog één keer voor. Maar dan echt!”

Engeltje en duivel

Ik was verkocht. Maar mijn vreugde was van korte duur. Toen kwam het namelijk: het boek is grotendeels een betoog waarom veranderen van leefstijl eigenlijk onbegonnen werk is. Wat een anticlimax! Tijd voor een belletje naar de auteur.

“Beste meneer Appelo, ik was zo blij met de eerste pagina’s van uw boek. Eindelijk een nuchtere kijk op waarom veranderen van leefstijl zo moeilijk is. Hoort u dat wel vaker?” 

Appelo: “Het is voor veel mensen een verademing.”

Voor de mensen die het boek van Appelo niet kennen: hij legt hierin uit hoe het oergedeelte van onze hersenen – het reptielenbrein, waar reflexen en ingesleten gewoontes opgeslagen liggen – de neocortex dirigeert. De neocortex is een van de nieuwere hersenlagen in ons brein. Hier vindt ons denken plaats en zit het taalcentrum. Hier worden ook al onze plannen en goede voornemens voor een gezond 2016 geboren. Dit is het spreekwoordelijke ‘engeltje’ dat zegt: “En nu ga je minder snoepen en als een razende yogaën en/of hardlopen. Nee, vanaf nu eet ik echt geen gluten meer en ook geen koolhydraten.”

Maar je kunt nog zulke mooie voornemens maken, vroeg of laat komt dat ‘duiveltje’ om de hoek dat zegt dat het best oké is om op de bank te hangen, dat je wel een chocolaatje verdient. Dat ‘duiveltje’ is het reptielenbrein dat spreekt. Het is het gedeelte van de hersenen waar instincten, impulsen en automatisme regeren. Een plek waarover we nauwelijks controle hebben; die onbewuste oerinstincten zijn supersterk. Daarom wint het duiveltje – het reptielenbrein – het ook meestal van het engeltje – de idealistische, weldenkende neocortex.

Tijdswinst & energie besparen

Dus met andere woorden: het is eigenlijk waanzin om te willen veranderen? “Ja!” Nou, ook een gelukkig Nieuwjaar, meneer Appelo, wat een triestigheid! Al mijn hoge, misschien naïeve, verwachtingen kelderen meteen naar een nulpunt, of misschien nog wel daaronder.

“Tja, dat ligt aan je mensbeeld”, spreekt Appelo ter verdediging. “Als je een positief mensbeeld hebt en gelooft dat alles beter wordt, dat we allemaal onderweg zijn naar het paradijs, dan is de onmogelijkheid om te veranderen niet bepaald een perspectief om vrolijk van te worden. Misschien maakt het je zelfs een tikje depressief. Maar als je – net als ik – een behoorlijk zwartgallig en negatief mensbeeld hebt en gelooft dat de mens slechts een evolutionaire vergissing is, dan valt het reuze mee. Dan plaatst de illusie van veranderen het een en ander in perspectief.”

De troostprijs, volgens Appelo: “Het idee dat veranderen onmogelijk is, is ook wel makkelijk. Je hoeft in ieder geval geen energie en tijd te stoppen in zaken waarvan je vooraf al weet dat ze gedoemd zijn te mislukken.”

Op naar de Mont Blanc

“Mijn visie is een tegengeluid op alle verhalen in de media dat iedereen gezond kan leven en een strak en slank lichaam kan hebben als hij maar zijn best doet, als hij maar wil. Dat is klinkklare onzin. Het menselijk brein is niet gemaakt om de weg van de meeste weerstand te kiezen.” En dat is wel het pad dat je inslaat als je wilt veranderen.

Veranderen kost energie, stelt Appelo. “Veranderen doet pijn. Veranderen is tanden op elkaar en doorbijten.” Iedereen die weleens succesvol is afgevallen of de marathon heeft gelopen, weet dat hij gelijk heeft. Veranderen is geen makkie. Het is niet toegeven aan die rommelende maag die schreeuwt om eten, niet toegeven aan dat slappe gevoel in je lijf, niet bezwijken onder pijn of vermoeidheid. Eigenlijk moet je dwars tegen je natuur ingaan om je gezondheidsideaal te bereiken en te behouden. Of om het met Appelo’s woorden samen te vatten: “Veranderen is gewoon afzien.”

Maar zo wordt vaak niet voorgespiegeld. Ook niet altijd in gezondNU. Alle mooie, trendy, hippe dames die easy, breezy, beautiful hun ideale gewicht of een geweldige dosis nieuwe energie hebben weten te veroveren dankzij hun leefstijlveranderingen, vertellen daarbij niet hoe moeilijk het is geweest. Waarom niet? Appelo: “In een tijd waarin praktisch niemand meer naar de kerk gaat, heeft gezond leven religieuze proporties aangenomen. ‘Als je er maar in gelooft, dan komt het vanzelf goed’, is de boodschap. En dat is gewoon niet waar. Het is een collectieve waan dat het simpel is om in het gezonde paradijs te belanden als je maar de marathon loopt of de Mont Blanc beklimt. Kom nou toch zeg! Als de mens gemaakt was voor marathons, zouden we nog steeds op vier poten rondlopen en als de Mont Blanc zo makkelijk te beklimmen was, hadden er wolkenkrabbers gestaan.”

Ongelooflijk veel gepamper

En dat is inderdaad een troost. Want ik ben al blij dat ik twee keer per week een halfuur hardloop en dat ik braaf elke dag groente en fruit eet en amper snoep. Koolhydraatarm of suikervrij eten? Alleen de gedachte maakt me al moedeloos. Tegelijkertijd blijf ik als een puppy kwispelen bij het idee dat het later (als ik groot ben) echt wel beter wordt. Dat ik dan wel afval. Ook die gedachte troost. Maar mijn puppygedrag wordt keihard neergesabeld.

Voor verandering is namelijk ruggengraat nodig en daar ontbreekt het niet alleen mij, maar ons collectief aan. Hoezo dan? Worden we te veel gepamperd, meneer Appelo? “We worden zelfs óngelooflijk veel gepamperd. We hebben een geweldige gezondheidszorg, die elke ongezonde misstap opvangt. Dankzij dat vangnet kun je nog zoveel roken of eten, als er iets stukgaat, word je gewoon behandeld of geopereerd. Er zitten veel te weinig consequenties aan ongezond leven. De mentaliteit is: ‘Hoge bloeddruk? Daar heb je toch pilletjes voor?’ Maar artsen kunnen ook zeggen: ‘Stop eerst maar eens met roken, voor je pilletjes krijgt.'”

Appelo is allerminst van de zachte aanpak. In zijn boek beschrijft hij een vrouw met keelkanker die bij hem komt om aan haar alcoholprobleem te werken. Haar kinderen willen niets met haar te maken hebben vanwege de drankmisbruik. Zijn antwoord? “Als uw kinderen u niet kunnen aanzetten om te stoppen met drinken, waarom zou ik dat dan kunnen? Wilt u wel stoppen met drinken, mevrouw?”

Keiharde confrontatie

Appelo gaat voor de (letterlijk) ontnuchterende confrontatie. Knetterhard, maar eerlijk. En dat is ook zijn pleidooi. “Als je wilt veranderen, wees dan vooral eerlijk tegenover jezelf.” Ben je bereid om af te zien en door het stof te gaan om je doel te behalen? Sta je sterk genoeg om dat drammende reptielenbrein te negeren? Niet even, maar weken-, maanden-, misschien zelfs jarenlang? Appelo houdt je een spiegel voor waar je misschien liever niet in wilt kijken, juist omdat hij je de illusie ontneemt dat je leven straks echt beter wordt.

Die drinkende dame met kanker heeft Appelo trouwens nooit meer gezien. Wat in mijn ogen iets tragisch heeft. “Ik ben geen moeder Teresa en zeker niet een hulpverlener die het werk voor jou doet. Het zal mij een worst zijn of je nu honderd of vijftig kilo weegt. Dat is jouw probleem. Ik kan je een zetje in je rug geven, misschien een stukje meelopen. Maar je moet het zelf doen.” Zulke klare taal, pats boem, hoor je niet vaak van psychologen. Die zijn meestal lief en meelevend. “Vandaar ook dat het zelfmoordpercentage, het aantal echtscheidingen en de hoeveelheid burn-outs onder deze hulpverleners ver boven gemiddeld hoog liggen. Als je alles voor een ander wilt oplossen, ga je eraan kapot.”

Hoe onprettig het hele pleidooi ook in mijn oren nagalmt, ergens zijn deze ontluisterende woorden een verademing. Want geef nou toe: soms verdien je toch een schop onder je kont? Uit je comfortzone kruipen krijg je niet voor elkaar met een aai over je bol! Zweep erover dus. Appelo voert het masochisme nog een tandje op. “Om veranderen makkelijker te maken moet je omgeving de lijdensdruk opvoeren.” Wat? Hoe dan? “Je man moet je bijvoorbeeld verlaten als je het komende jaar geen tien kilo afvalt. En als je toch de fout in gaat? Dan moet je zus niet meelevend mee zitten grienen, dan verdien je een schop onder je kont.” Moraal van het verhaal? Wie wil veranderen, moet zichzelf omringen met drilmeesters. “Maar dat doet natuurlijk niemand”, beseft Appelo.

Ben jij ook een Doutzen of Epke?

Appelo, die bij vlagen pessimistischer overkomt dan geschiedkundige Maarten van Rossem en bioloog Midas Dekkers samen, overlaadt ons niet zomaar met een dosis zwartgalligheid. Zijn visie kent een duidelijk fundament. Mensen veranderen namelijk over het algemeen niet zo maar. Verandering wordt doorgaans geboren uit nood of wanhoop. Ontslag, echtscheiding, ziekte, dood. Het maakt dat we onze rug moeten rechten en het beste moeten maken van een helse situatie. Het is survival of the fittest. En dat ziet Appelo ook terug aan de mensen die hij begeleidt. Twee dagen per week werkt hij met (ex-)kankerpatiënten aan een leefstijlmetamorfose. “Als de dood zo dichtbij is, ben je bereid ver te gaan om te veranderen.”

Maar de meesten van ons hebben gelukkig geen doodsvonnis of een ander akelig toekomstperspectief in handen om de focus zo keihard vast te pinnen. Met een beetje overgewicht kun je nog steeds woest aantrekkelijk zijn voor je partner en loopt het meestal niet direct heel hard uit de hand met je bloeddruk of cholesterolgehalte. Het gros van ons verkeert als het ware in een te grote relaxstand om te kunnen veranderen. Een echte motivatie ontbreekt.

Maar wat dan te denken van al die supermodellen die na de bevalling binnen zes weken weer superstrak op de catwalk lopen? “Uitzonderingen, allemaal uitzonderingen”, aldus Appelo. De Doutzens en de Epkes van deze wereld staan niets voor niets internationaal in de spotlight of in de olympische arena. “Topsporters (maar ook modellen) zijn in staat al hun aandacht en energie te steken in de neocortex, zodat die uiteindelijk de baas wordt over het reptielenbrein.” Zo worden dromen en wensen werkelijkheid. En het is exact de reden waarom Epke en Doutzen niet loslaten als ze pijn hebben en doorrennen als ze eigenlijk stuk zijn. 

Kies en stop met zeuren

Maar de meeste Nederlander zijn geen olympiërs. “Slechts een op de vijf is in staat om de impulsen van zijn reptielenbrein te temmen. De rest van ons zijn amoeben.” Oftewel, een slaaf van het oerbrein. Wat een onaantrekkelijk vooruitzicht! Ooit was ik toch wel een procent Doutzen. Niet qua looks, maar ik ben als 25-jarige wel vijftien kilo afgevallen. Waarom kon ik toen wel die discipline opbrengen en nu niet? Valt zoiets te trainen? “Ehhh nee, discipline is geen spier die je kunt trainen. Discipline moet je afdwingen. Oftewel: de lijdensdruk verhogen.”

Oké, maar ik merkte wel dat in een leven zonder kinderen met vijf dagen werken vol regelmaat, het makkelijker was in een rigide ritme te komen. Ik hoefde alleen voor mezelf te zorgen. Ik hoefde geen gezond voorbeeld te zijn, dus kon eens een ontbijt overslaan. Nu kan dat echt niet meer; ik wil geen dochter met anorexia kweken. Bovendien ben ik gewoon moe. En veranderen, dat weet ik uit het verleden, kost veel energie. Kan ik de omstandigheden misschien zo beïnvloeden dat mijn brein in de afvalmodus komt?”

“Werkende moeders hebben het zwaar. Dat schrijf ik ook in mijn boek. Ik heb zelf een vriendin met twee kleine kinderen. We wonen niet samen. Maar ik zie dat zij qua tijd en energie er niet aan toekomt om structureel te sporten. Daarin speelt opnieuw de gelaagdheid van het brein een rol, die vanuit het oerinstinct de kinderen op de eerste plaats wil zetten, en de neocortex, die het verlangen aanwakkert naar persoonlijke ontwikkeling en carrière. Beide wensen zijn oprecht, maar ze botsen in het brein. Als je echt wilt veranderen als werkende moeder, moet je eigenlijk je kinderen ter adoptie aanbieden of ontslag nemen. Je kunt je aandacht niet verdelen. En als je wilt veranderen, moet daar volledig je focus op liggen. Een andere optie is te stoppen met zeuren en te accepteren dat de situatie is zoals die nu is.”

En dat doe ik dan voor nu ook maar even, aangezien ik meestal toch te leuke kinderen heb om er afstand van te doen en mijn baan me heel wat waard is. En verder ga ik Appelo’s veranderingsvisie eens goed laten bezinken. Uiteindelijk is hij zelf wel tien kilo afgevallen het afgelopen jaar. Dus wat hij kan, moet ik toch ook kunnen? Of is hij soms wel een Epke of Doutzen?

Gezondheidszorgpsycholoog dr. Martin Appelo is onder meer werkzaam voor Het Behouden Huys en heeft diverse boeken geschreven, waaronder Waarom veranderen (meestal) mislukt.

Waarom veranderen (meestal) mislukt, ISBN 9789089533715, Uitgeverij Boom, € 17,50

Vorige bericht Blauwe plekken
Volgende bericht Koolhydraten uit de ban en in je pan

Bron

NaamgezondNU
Datumjanuari 2016
AuteurGebke Verhoeven

Primaire Sidebar