Bij hartfalen schiet het hart tekort in het rondpompen van de hoeveelheid bloed per minuut. Door de verminderde pompfunctie krijgt het lichaam niet voldoende zuurstof en voedingsstoffen aangevoerd. Ook raakt de verdeling van het bloed over de vaten verstoord. Er ontstaat een tekort aan bloed in de slagaders en een teveel in de aderen; het gevolg is dat er stuwingen ontstaan in het adersysteem.
Er zijn verschillende factoren die aanleiding geven tot hartfalen: chronische bloedarmoede, hartritmestoornissen, hartklepafwijkingen, hoge bloeddruk, longembolie, infecties, lichamelijke of geestelijke overbelasting, zwangerschap of een slechte werking van de schildklier.
Symptomen voor hartfalen:
- Kortademigheid bij het liggen (deze gaat over bij rechtop zitten)
- Hoesten en benauwdheid bij het liggen en vermoeidheid. De linkerkant van het hart pompt bloed naar de longen, om zuurstof te ‘tanken’. Als dit niet krachtig genoeg gebeurt, kan er een stuwing ontstaan in de longaders en vochtophoping in de longen. Dit veroorzaakt de benauwdheid en het hoesten.
- Vochtophoping (oedeem) in de onderste ledematen of de buik kan wijzen op een zwakte in de rechter harthelft. Dit is het deel van het hart waarmee bloed naar de verschillende lichaamsdelen wordt gepompt. Als dit niet krachtig genoeg gebeurt, kunnen stuwingen ontstaan in de aderen die het bloed naar het hart terugvoeren. Hierdoor kan vochtophoping ontstaan.
Hartfalen is niet geschikt voor zelfmedicatie. Raadpleeg een arts bij aanhoudende kortademigheid of benauwdheid of vochtophoping in de enkels, kuiten of buik.
Zelf doen bij hartfalen
Zorg voor voldoende beweging, liefst in de frisse buitenlucht. Elke dag een halfuurtje wandelen geeft al veel resultaat. Stop met roken en vermijd overgewicht.
Voedingsadvies
Gebruik gevarieerde voeding die rijk is aan vitaminen en mineralen, zoals verse groente, vers fruit en volkorenproducten.
Vermijd kunstmatig geharde vetten, die vooral in bewerkte voedingsmiddelen voorkomen. Gebruik in plaats daarvan producten met veel natuurlijke, onbewerkte vetten zoals roomboter en oliën van zonnebloem, saffloer, tarwekiemen of olijven. Wat ook goed voor het hart is, zijn de meervoudig onverzadigde vetzuren die in vette vis zitten. Eet dit twee keer per week.
Gebruik bij voorkeur, maar ook met mate, plantaardige eiwitten, zoals sojaproducten en andere peulvruchten.
Eet ook met mate dierlijke eiwitten, zoals vlees, eieren en kaas. Wie vlees wil eten, kan het best kip, kalkoen of mager vlees kiezen.
Wees spaarzaam met zout, breng gerechten op smaak met kruiden en specerijen.