Maak het eekhoorntjesbrood schoon en snijd het in reepjes. Hak twee sjalotjes fijn en fruit ze goudbruin in wat olijfolie. Voeg het eekhoorntjesbrood toe en smoor dit al roerend vijf minuten. Giet de bouillon erbij, voeg de majoraan toe en laat alles vijf minuten zachtjes koken.
Week het witbrood in de melk en knijp dit goed uit. Hak het laatste sjalotje fijn en fruit dit glazig in wat olie, voeg vervolgens de peterselie toe.
Witbrood, ei, nootmuskaat, sjalotjes-peterseliemengsel, zout en peper goed mengen. Vorm met vochtige handen kleine knoedels, laat dit in kokend zout water glijden. Draai het vuur onmiddellijk laag en laat de knoedels 10 minuten koken.
De paddestoelensoep op smaak brengen met zout en peper. Haal de knoedels uit het water, laat ze uitlekken en verdeel ze over de kommen. Schenk de warme soep erover, met bieslook bestrooien en serveren.