Ze zijn beide 1.78 meter, maar kibbelen als kleine meisjes over wie het langst is. Vervolgens verzoeken ze de fotograaf hun rimpels weg te werken (hebben we niet gedaan!). En even later praten ze over de wetenschap. Nina Weiss ontmoet collega-arts Anna Kruyswijk. “Wat gezond is voor jou, is een ontdekkingstocht die soms jaren in beslag neemt.”
Nina en Anna
Ontmoetingen – In de serie De Ontmoetingen regelt gezondNU een ontmoeting tussen een gezondNU-deskundigen en zijn of haar ‘idool’. Dit keer ontmoet arts Nina Weiss collega-arts Anna Kruyswijk.
Dit is Nina – Nina Weiss studeerde medicijnen en specialiseerde zich tot complementair arts. Ze heeft een praktijk natuurgeneeskunde aan huis en begeleidt Mayr-kuren waar naast darmreinigingen grote aandacht is voor gezond eten en de spijsvertering. Ze is getrouwd en heeft twee kinderen en een hond.
Dit is Anna – Anna Kruyswijk studeerde ook medicijnen en werd ook complementair arts. Ze werkte als huisarts en runde 25 jaar lang een praktijk natuurgeneeskunde en orthomoleculaire geneeskunde. In 2008 maakte ze de ommezwaai naar preventie; in workshops en cursussen leert ze mensen zelf hun gezondheid te verzorgen. Ook Anna is getrouwd en moeder van twee.
Waarom Nina Anna wil ontmoeten: “Anna is niet bang een andere koers te varen en maakte een gedurfde stap naar preventie via workshops en cursussen. Ze leert mensen dat ze voor hun gezondheid niet afhankelijk zijn van een arts. Ze leert hen contact te maken met het lichaam. Opmerkzaam te worden voor wat het lijf vertelt.”
Elkaar nodig
Nina: “Brrr , ik ben verkleumd van de fotografie buiten. Soms denk ik: laat die opvliegers maar komen.”
Anna: “Nou, die geven een allesbehalve aangename warmte. Sta ik daar ineens in de fik!”
Nina: “Hoe oud ben jij?”
Anna: “55. En jij?”
Nina: “50. Hoe voelt dat voor jou?”
Anna: “Waaaah.”
Nina: “Als mijn hormonen opspelen, word ik mopperig.”
Anna: “Slik je wat?”
Nina: “Ja, ik moet wel. Staaltabletten.”
Anna: “Van binnen voel ik me nog steeds het meisje uit mijn vroegste herinnering. Ik heb niets met leeftijd.”
Nina: “Ik ook niet. En helemaal niet met leeftijdscategorieën. Ik ben een passant in dit leven. Dat laat zich niet in een hokje vangen.”
Anna: “Tja, hokjes. Mensen realiseren zich niet hoe verschillend ze onderling zijn, die diversiteit zien wij als arts dagelijks. Het ‘anders zijn’ is de basis van de natuurgeneeskunde. In diversiteit schuilt gelijkwaardigheid. De een is niet minder. We hebben elkaar nodig. Verschillen maken ons fantastisch. Krachtig.”
Vrijheid
Nina: “Ik ben voor het eerst ingegaan op een uitnodiging van een fabrikant van natuurgeneesmiddelen om mee te gaan op reis. De firma Heel nam ons mee naar een viersterrenhotel in Baden-Baden.”
Anna: “Hoe vond je dat?”
Nina: “Inspirerend. Er waren wel dertig nationaliteiten. Allemaal complementair werkende artsen. Allemaal einzelgängers, die hun eigen weg bewandelen door de geneeskunde.”
Anna: “Voel je je dan nog vrij in de keuze van geneesmiddelen?”
Nina: “ Natuurlijk word ik beïnvloed. Maar het belang van mijn patiënten staat voorop. En de middelen van Heel schreef ik toch al voor.”
Anna: “Je moet in vrijheid kunnen kiezen voor de beste behandeling. Alhoewel, wat is vrijheid? Nu kunnen natuurartsen nog het middel zoeken dat het best bij de patiënt past. Straks word je, net als reguliere collega’s, waarschijnlijk verplicht te werken via protocollen, waarin omschreven staat wat je wanneer moet voorschrijven. Ook een reguliere arts heeft geen keuze uit tientallen middelen. Het zijn er maar enkelen. Dat is precies het probleem. Geneesmiddelen uit protocollen richten zich op gemiddelde patiënten. Veel mensen voldoen daar niet aan. Maar de arts heeft geen vrijheid een andere weg te kiezen. Doet hij dat wel, dan neemt hij het risico aangeklaagd te worden en collega’s kijken hem met de nek aan.”
Waarheid
Nina: “We hebben als arts een beperkte rol, omdat we niet weten hoe gezondheid precies in elkaar steekt. Waarom word je bijvoorbeeld nú ziek? En niet gister? We hebben er geen antwoord op. Tegelijkertijd spreken artsen – ook binnen de natuurgeneeskunde – soms onterecht over ‘schuld’. Patiënten moeten stoppen met het eten van worteltjes of bepaalde medicijnen slikken, anders … Maar we weten niet of dat ene werkelijk dé oorzaak is, of dé oplossing voor jouw ziekte. Daarbij, wat is de waarde van een dreigement?”
Anna: “Die onwetendheid over de exacte werking van het lichaam past echter niet in het denkkader dat alles maakbaar is. Het gebruik maken van angst is een middel om onvermogen te verbloemen.”
Nina: “We reageren uit angst.”
Anna: “Klopt. Angst, zelfs voor hoop. Zo zou de natuurgeneeskunde valse hoop geven. ‘Hoop is niet vals’, zegt Obama. En wat is vals? Het effect en de veiligheid van veel veelgebruikte reguliere medicijnen is omstreden. Wanneer patiënten er vervolgens vragen over stellen, worden ze afgewimpeld. Terwijl deze mensen, vanuit wetenschappelijk oogpunt, terecht kritisch zijn. Helaas worden artsen niet opgeleid tot kritische denkers. Toen ik tijdens mijn studie vroeg naar de diepere oorzaak van suikerziekte, was ik ‘lastig’. Er was immers een oplossing: insuline en tabletten.”
Nina: “Het valt niet mee als patiënt de behandeling te krijgen die je wenst. Ik maakte het bij een vriendin mee die borstkanker had. Ze bleef tijdens het gesprek met de oncoloog fier overeind, maar ik voelde me nog nooit zo klein. Die specialist overrompelde me. Hij was zo resoluut: er was maar één weg: een behandeling.”
Anna: “Wanneer er slechts ruimte is voor een visie heet dat geen wetenschap, maar fundamentalisme. Een extra handicap is dat veel medici in absolute waarheden denken, terwijl de waarheid beweeglijk is. Wat vroeger als algemeen geaccepteerde visie gold, is nu onderuit gehaald door nieuwe inzichten.”
Nina: “Maar goed, ik weet hoe moeilijk het is om tegen De Dokter in te gaan.”
Anna: “Ik zeg altijd: je hoeft niet meteen te reageren. Maar blijf kritisch! De enige manier om beter te worden, is jouw manier. Geen arts weet hoe jouw lijf voelt. Dat weet alleen jij. Daarom moest ik zo lachen toen een patiënt kwam met de mededeling van zijn specialist: ‘Er kan maar een kapitein op het schip zijn’ – had hij gezegd. Nou, zei ik: ‘Wie denk je dat dit is? Juist: jijzelf!’”
Vertrouwen
Nina: “Ik vind het gewaagd dat je afscheid hebt genomen van je praktijk en nu lesgeeft.”
Anna: “Ik heb lang moeten nadenken of ik dat zou durven. Ik vond het ontroerend hoe mensen hun gezondheid volledig aan mij toevertrouwden. Dat ik mocht delen in een stuk van hun leven. Maar er kwam een moment waarop ik voelde dat ik iets anders moest doen. De lezingen die ik al jaren over voeding gaf aan mensen met kanker, deden echt iets. Waarom zou ik dit verhaal niet aan gezonde mensen vertellen? Zo rijpte het idee. Ik begeleidde als arts mensen door levensfases, ik reikte hen advies aan dat tot grotere gezondheid kon leiden. Dat doe ik nu meer dan ooit.”
Nina: “Dat wil ik ook mensen aan mensen meegeven: kennis over hun gezondheid en vertrouwen in hun intuïtie.”
Anna: “Dat kun je op veel manieren versterken. Stel er komt een moeder op het spreekuur met een kind dat buikpijn heeft. Dan kun je de buik onderzoeken en wanneer je niets vindt, zeggen: ‘er is niets aan de hand.’ Maar dan weet de moeder nog niets. Je kunt ook het gesprek aangaan: ‘Wat denk je dat er zelf aan de hand is? Slaapt hij goed?’ Zo leert de moeder haar kind en zijn gezondheid kennen. Haar waarnemingen doen ertoe. Geweldig om te zien hoe goed dat werkt.”
Nina: “Dat maakte ik vroeger als Moerman-arts ook mee. Het feit dat mensen met kanker kunnen kiezen voor gezonde voeding en zo hun wens om te herstellen in daden omzetten, geeft veel kracht en autonomie.”
Anna: “Helaas zijn ook gezonde mensen het vertrouwen in het lichaam verloren, omdat we van kleins af aan signalen leren negeren. Pas wanneer je écht ziek bent, word je serieus genomen. Gevolg? We gaan vaak half ziek alweer aan het werk, omdat schuldgevoelens ons ervan weerhouden echt te herstellen.”
Nina: “Het economische belang ontneemt mensen de voeling met hun lichaam. Maar je bent pas beter als je zin hebt om de zolder op te ruimen. Niet als je in je overlevingsenergie zit en amper de alledaagse klusjes geklaard krijgt. Mensen durven niet op hun gevoel af te gaan. Ze hebben een arts nodig die zegt: ‘Kruip nog even onder de wol’.”
Geduld
Anna: “Er is geen tijd voor ziekte. Terwijl werken aan gezondheid tijd vergt. Aandacht besteden aan kleine signalen. In gesprek gaan met jezelf. Soms: niets doen. Als arts en patiënt moet je dan zien hoe het leven zich ontvouwt en hoe de gezondheid zich ontwikkelt. Geduld brengt doorgaans de wijsheid te doen wat nodig is. Vervolgens wordt dan gesproken over het placebo-effect van de natuurarts. Dan denk ik: so what?!”
Nina: “Wat is daar mis mee?”
Anna: “Helemaal niets, inderdaad! Ik verzorg mijn gezondheid door biologisch te eten, genoeg te slapen, voldoende te bewegen …”
Nina: “ … en werken aan geluk. Op de juiste wijze omgaan met jouw pakketje energie. De tijd nemen voor jezelf.”
Anna: “Mensen leven maar door en nemen zelden dat moment. Het kan eng zijn alleen met jezelf te zijn, maar als je dat vaker doet, gaat het beter. Ik neem die tijd wel.”
Nina: “Ik ook.”
Anna: “Als wij dat als complementair artsen al niet zouden doen, hoe kunnen we dat dan van onze patiënten verlangen? Mensen voelen het als je nep bent. Je moet je eigen voorbeeld durven zijn.”
Reflectie
Nina: “Toen ik na mijn eerste bevalling met hoge koorts in bed lag en toch weer aan het werk wilde, durfde mijn huisarts niet te zeggen: ‘En jij blijft in bed.’ Een waarnemer – die niets van mijn werk afwist – had meer afstand en schreef wel bedrust voor.”
Anna: “Ik heb jaren terug een acute, levensbedreigende ziekte gehad. Ik belandde in het ziekenhuis en het was er op of er onder. Ik kon niet anders dan mezelf overgeven en herinner me in alle helderheid totale vredigheid. Er was geen angst. Geen strijd. Als ik was gestorven, was het goed geweest. Het is essentieel als arts een keer ziek te zijn. Pas dan begrijp je je patiënten echt. Ziek zijn vond ik niet erg. Het hoeft geen gevecht te zijn.”
Nina: “Absoluut! Ziekte kan een prima vertrekpunt voor reflectie zijn. Wat vertelt mijn lichaam? Wat kan ik daarmee? “
Anna: “Maar verwacht geen pasklare antwoorden. Wat gezond is voor jou, is een ontdekkingstocht die soms jaren in beslag neemt. Iedereen onderneemt die reis op zijn eigen tempo en ontdekt wat wijsheid is op zijn moment. Als arts kun je dat proces niet versnellen. Je kunt de ander slechts de vrijheid geven met kennis zijn eigen ontdekkingen te doen.”
Nina: “Dat zie ik ook aan mijn kinderen. Ik heb ze willen meegeven hoe dat zit met gezonde voeding. Maar het is wel eens gebeurt dat er tijdens het schoonmaken van hun kamers een berg snoeppapiertjes opdook.”
Anna: “ Herkenbaar. Maar uiteindelijk nemen ze er wel wat van mee. En welke keuze ze ook maken: ze weten dat er te kiezen valt. Mijn kinderen van 21 en 23 studeren. De een leeft aardig gezond, de ander minder. Maar hij deelt wel vitamine C uit aan zieke medestudenten.”
Nina: “In zekere zin herken ik het verzet van mijn kinderen. Mijn moeder was landbouwkundige en deed onderzoek naar vetten. Toen ze erachter kwam hoe ongezond we aten, moest ineens alles anders. Dit ging ten koste van smaak en gezelligheid. Veel te rigide, want voeding is meer dan brandstof. Als ik mijn patiënten een voedingsadvies voorstel, vraag ik altijd: ‘Is dit haalbaar voor jou?’ Zij moeten het doen.”
Anna: “Gezonde voeding kan veel betekenen voor je gezondheid. Jammer alleen dat artsen nu pas ingrijpen wanneer uit labonderzoek blijkt dat je ziek bent. Zelfs als je daarvoor al klachten hebt. Moeten artsen niet voorkomen dat ziekte ontstaat?”
Nina: “Of Nederland klaar is voor dié visie? Laatst was ik in conclaaf met een ziektekostenverzekering over de vergoeding van onze kuren. De verzekeraars zijn niet tegen. Maar vrezen dat hun klanten overstappen op goedkope verzekeringen zodra die zich beter voelen. Investeren in gezondheid levert op korte termijn niets op en dat is wat telt.”
Ontmoeting Nina en Anna
Meer informatie:
- www.jouwvoeding.com
- www.mayrtherapie.nl