Toen haar zoontje zes weken oud was, verliet Nienke Buiskool Leeuwma haar man. “De komst van mijn zoontje deed me inzien dat ik weg moest uit die relatie om mijn kind te beschermen. Ik liep constant op eieren, ik wilde niet dat mijn zoontje hetzelfde moest doen.”
“Het was zes weken na de bevalling. De avond ervoor had ik mijn man gevraagd of hij ons zoontje die nacht zijn flesje wilde geven, omdat ik erg moe was. De volgende ochtend stond hij al heel vroeg naast de bank waar ik sliep: ‘Hier heb je de babyfoon. We doen nu de overdracht.’ Ik mompelde warrig, nog half in slaap, iets van: ‘Nu al? Hoe laat is het?’
‘Je wilt hem dus niet hebben?!’, reageerde hij meteen boos, waarop ik, nu goed wakker, zei: ‘Natuurlijk wil ik dat wel, geef hem maar hier.’ Maar hij pakte de babyfoon alweer van me af. Toen ik hem uit zijn hand pakte, greep hij me vast en hield me in de houdgreep. Ik zag de razernij in zijn ogen toen hij mijn polsen tegen de bank drukte. Met een snelle beweging wist ik hem van me af te duwen en hij belandde in de hoek van de bank. Meteen draaide hij het hele verhaal om. ‘Je hebt me mishandeld’, zei hij beschuldigend tegen mij, waarop hij een handdoek pakte die hij nat maakte en demonstratief om zijn pols wikkelde. Niet ik, maar hij had nu zogenaamd een zere pols. Dit was voor mij de druppel. Die dag heb ik mijn spullen gepakt en mijn ouders gebeld met de vraag of ik een tijdje bij hen kon logeren.”
Onderhuidse steken
“Ik was een jaar of zeventien toen ik hem leerde kennen. Hij deed echt enorm zijn best om me te veroveren en was een enorme charmeur. Alles aan mij vond hij even leuk. Toen we een tijdje samen waren, trok hij bij mij en mijn ouders in, omdat het bij hem thuis niet goed ging. Achteraf denk ik dat toen de eerste scheurtjes al ontstonden. Steeds vaker zei hij dingen tegen me als: ‘Dat zie je verkeerd’, ‘Dat doe je niet goed’, ‘Dat snap jij niet’ en ‘Dat heb jij verkeerd gedaan.’”
“Zo liepen we op een avond naar boven, toen hij vroeg of ik de deur wel op slot had gedaan. Ik antwoordde bevestigend, want ik wist zeker dat ik dat gedaan had. Toch liep hij naar beneden en even later hoorde ik hem met veel geluid de deur zogenaamd alsnog op slot doen. Mij verweet hij eenmaal weer boven dat ik ons in gevaar had willen brengen. Ik voelde me rot en twijfelde aan mezelf: had ik het dan toch niet gedaan?”
“Dit soort situaties werden een terugkerend patroon. Er was geen route die ik kon bewandelen binnen onze relatie die goed was. Alles wat ik zei of deed, of niet zei of deed, werd in twijfel getrokken. Alles kon een reden zijn om me naar beneden te halen. De eerste jaren vergoelijkte ik dat nog tegenover mezelf: hij zegt dat om me te helpen, hij bedoelt het niet verkeerd. Als ik nu maar niet dit doe of dat doe, dan gaat het vast beter. En dat ging het soms ook een tijdje, zolang ik maar op eieren liep. Maar al snel verviel hij in zijn oude patroon en wist zaken zo te verdraaien dat de schuld altijd bij mij lag.”
“Zelfs nu vind ik het nog lastig om voorbeelden te geven, zo geniepig ging hij te werk. Achteraf heb ik vooral het gevoel dat niets echt was. Dat hij niet echt van mij of van wie dan ook kan houden, maar alles beredeneerde. Dan gaf hij bijvoorbeeld een kus op mijn zwangere buik terwijl hij tegelijkertijd in de gaten hield of mijn moeder, die op visite was, dat wel zag.”
“Echt schelden deed hij niet, alles gebeurde onderhuids. Zoals die keer na de geboorte van ons zoontje. Het geven van borstvoeding lukte niet, ik had te weinig melk om hem voldoende te kunnen geven. Ik vond dit heel erg, het voelde alsof ik faalde als moeder. In overleg met de kraamverzorgster probeerde ik of het toch nog zou lukken door de baby vaker aan te leggen. In zijn ogen deed ik dit niet omdat ik ons kind de beste start wilde geven, maar omdat ik te lui was om flesvoeding te geven. Ook herinner ik me nog scherp die keer dat mijn zoontje huilde, gewoon omdat hij moe was of honger had. Hij zei toen: ‘Ik zal hem wel even bij je weghalen, want je maakt hem overstuur.’ Zo ondermijnde hij mijn zelfvertrouwen steeds opnieuw.”
“Soms kwam tijdens zo’n ruzie weleens een scheiding ter sprake. Hij prentte me dan in dat ik nooit voor mezelf en mijn kind zou kunnen zorgen, dat ik nooit een huishouden zou kunnen dragen.”
Eenzijdige ruzies
“In het laatste jaar dat we samen waren, zat ik steeds meer met mezelf in de knoop. Ik kreeg ook lichamelijk klachten als vermoeidheid en buikpijn. Via de opleiding natuurgeneeskunde die ik volgde, kwam ik bij een therapeut terecht. Al na een paar behandelingen legde zij de vinger op de zere plek. Met haar praatte ik voor het eerst over hoe het er bij ons thuis aan toe ging. Door die gesprekken ontdekte ik steeds meer de patronen in de manier waarop hij communiceerde. Dat het eigenlijk altijd eenzijdige ruzies waren, waar ik geen aandeel in had. Er was simpelweg geen manier waarop ik het goed kon doen.”
“Hij vertelde bijvoorbeeld geregeld dingen die niet klopten. Maar in plaats van toegeven dat hij er misschien naast zat, haalde hij er van alles bij om zijn verhaal toch kloppend te krijgen, zoals instanties die er onderzoek naar gedaan hadden of grote namen die hetzelfde beweerden als hij. Hij ging net zo lang door tot je hem gelijk gaf. Dat had ik nooit zo doorgehad, maar nu prikte ik erdoorheen. Doordat ik dat deed, verhardde hij nog meer richting mij. Hij voelde zich in het nauw gedreven. Het drong steeds verder tot mij door dat zolang ik bij hem bleef, ik mezelf steeds opnieuw zou moeten verloochenen. Hij zou nooit rekening houden met mijn gedachten, mijn gevoelens of mijn behoeften.”
Andere vrouwen helpen
“Zo’n tien jaar zijn we samen geweest. De komst van mijn zoontje liet me uiteindelijk inzien dat ik weg moest uit die relatie om mijn kind te beschermen. Ik liep altijd op eieren, ik wilde niet dat mijn zoontje hetzelfde moest doen. Drie jaar lang ben ik bij mijn ouders ingetrokken. Nu woon ik sinds kort met mijn inmiddels drie jaar oude knul in een eigen appartement, heb ik een lieve vriend en werk ik vanuit mijn eigen praktijk als natuurgeneeskundig therapeut.”
“Binnen mijn praktijk zag ik ook vrouwen bij wie ik de stress van een gewelddadige relatie herkende. Als ik het voorzichtig ter sprake bracht, hoorde ik de verhalen over hun relatie, soms met alleen psychisch geweld en soms zelfs met lichamelijk geweld. Al vind ik psychisch geweld trouwens net zo goed mishandeling, maar dan zonder blauwe plekken. Ik wilde hen helpen zich te ontworstelen uit zo’n relatie. Omdat ik zelf veel steun heb gehad aan mijn therapeut om uiteindelijk uit de relatie te kunnen stappen, richtte ik samen met een vriendin een buddynetwerk op met de naam Lady’s Linked. We koppelen vrouwen in een moeilijke relatie aan een buddy die ervaringsdeskundig is. Op dit moment bieden we met tien ervaringsdeskundigen hulp aan zo’n twintig vrouwen. Hoe die hulp eruitziet, is heel verschillend. Een buddy kan bijvoorbeeld meegaan naar moeilijke gesprekken waar de ex-partner bij aanwezig is. Wat voorop staat, is dat een buddy voor je klaarstaat op die momenten dat je het moeilijk hebt, om achter je te staan en je extra zelfvertrouwen te geven. Juist dat raak je kwijt binnen een moeilijke relatie. Gelukkig weet ik nu dat je het ook weer terug kunt krijgen.”
WIE?: Nienke Buiskool Leeuwma (33) stapte uit een relatie met psychisch geweld. Nu helpt ze andere vrouwen zich ontworstelen aan een gewelddadige relatie met het door haar opgerichte buddynetwerk Lady’s Linked, ladyslinked.nl