“Al mijn hele leven ben ik een sportfan. Ik tennis, hockey en skeeler. Op televisie kijk ik het liefst naar Studio Sport. Als marketing manager bij een groot sportmerk maak ik van deze passie mijn beroep.
In de zomer van 2000 zit ik met een collega in de auto onderweg van een bespreking uit Duitsland. Hij rijdt en zet de auto – waarom weet ik niet – midden op een spoorwegovergang stil. Ik voel een slagboom op het dak van de auto vallen en zie rechts een trein aan komen denderen. De trein ramt ons met tachtig kilometer per uur. ‘Schrijf dit maar op als je nieuwe Geburtstag’, zegt de Duitse beambte nadat ik – wonder boven wonder – levend uit de auto stap. Ik ben in shock, maar door de adrenaline loop ik gewoon rond. Achteraf lijkt het beter met me te gaan dan het werkelijk gaat. Hoe ik ook mijn best doe, het lukt niet om de draad van mijn leven weer op te pakken. Ik loop continu vast, doordat ik snel overprikkeld raak en vermoeid ben. Ik heb chronische hoofdpijn en zo’n acht migrainedagen per maand.”
“Als ik in 2007 gevloerd wordt door een burn-out, wordt de diagnose hersenletsel gesteld. Licht, geluid, emoties, informatie: het is me allemaal gauw te veel. Ook de hoofdpijn en het lage energieniveau dank ik aan de schade op drie plaatsen in mijn hersens.”
“Mijn ergste nachtmerrie komt uit”
“Pierre leer ik een maand voor mijn ongeluk kennen. Hij is meester in leven in het hier en nu. Omdat hij diabetes type 1 heeft, kunnen we goed praten over leven met verlies van gezondheid. We zijn dol op elkaar. Alles mag ik verliezen, behalve jou, denk ik. Maar in 2009 komt mijn ergste nachtmerrie uit. Op de snelweg raakt hij de macht over het stuur kwijt en komt tot stilstand tegen een boom. Zijn nek breekt, hij overlijdt aan zijn verwondingen. Op de dag van de crematie beloof ik hem verder te gaan: ‘Ik weet niet hoe, maar ik vind een weg.’”
“Een jaar na zijn dood ga ik schrijven. Het dwingt me na te denken over de dingen die het leven nog leuk en de moeite waard maken. Het schrijven helpt me de pijn te doorleven en de confrontatie met alle emoties aan te gaan. Het geeft houvast en kracht.”
“Ik begin weer een beetje te leven. Ik krijg nieuwe dromen. Mijn jeugddroom, om naar de Olympische Spelen te gaan, lijkt onmogelijk. Maar ik ga ervoor. Met een gedegen voorbereiding, een goede planning ter plaatse, veel hulp – vooral van mijn vriendin Monique, die in Londen woont – en extra medicatie heb ik de week van mijn leven.”
“Mijn bezoek aan de Olympische Spelen gaf me de kracht, de energie en het vertrouwen om te blijven dromen en nieuwe uitdagingen aan te gaan. Hoe zwart het leven ook lijkt, er zijn altijd lichtpuntjes. Pierre verliezen deed mij het hersenletsel relativeren. Ik ben er nog en geniet bewuster van de dingen die ik wél kan.