Niet alleen ons 50-jarig bestaan is een hoera waard, ook deze kanjers verdienen een groot applaus. Zij maakten het verschil in het leven van Mel, Ilse en Marianne. In dit jubileumnummer van gezondNU zetten zij hun reddende engel in het zonnetje.
Hoera voor … mijn zus
Zij gaf mij een zoon
Wie: Marianne van Leersum (42), moeder van Tijn (4)
Voor: Andra Lombarts (42), moeder van Luuk (12), Tim (10) en Bas (9)
“Waaruit blijkt dat mijn zus Andra een buldog is? Ze heeft zich vastgebeten in haar belofte om een kind voor mij te dragen! Vanaf het moment dat de arts in de spreekkamer tegen mij zei dat ik door de jarenlange behandeling van lymfeklierkanker nooit moeder zou kunnen worden, zei An: ‘Dat doe ik voor jou.’ Zelfs mijn moeder, die er toen bij was, zei: ‘Joh An, dat zeg je nu, maar kijk eerst maar eens of je zelf moeder kunt worden.’”
“Andra en ik zijn tweelingzussen. Ons leven ging gelijk op, totdat ik op mijn 24e lymfeklierkanker kreeg. We gingen samen naar school, hockeyden allebei, gingen in dezelfde stad studeren. Toen werd ik ziek. Heel ziek. Vier jaar lang vocht ik voor mijn leven en stond zij hulpeloos aan de zijlijn toe te kijken. Zo voelde zij dat. Dat ze mij Tijn heeft kunnen geven, voelde voor haar als eindelijk iets terug kunnen doen. Toch heeft het na mijn ziekte nog acht jaar geduurd voor Tijn in Andra’s buik zat.”
Korte navelstreng
“Ik heb lang getwijfeld. Ik vond dat ik aan niemand, zelfs niet mijn eigen zus, kon vragen een kind voor een ander te dragen. Dus probeerde ik eerst via eiceldonatie zwanger te raken. Dit was voor mij heel risicovol, omdat ik aan de chemokuren hartfalen heb overgehouden. Toch wilde ik het. Tot twee keer toe hebben mijn man en ik een poging gewaagd. Beide keren werd ik heel ziek. Mijn omgeving haalde opgelucht adem toen we het eiceltraject opgaven. Mijn lichaam kon het simpelweg niet aan.”
“Al die tijd zei Andra tegen ons: ‘Als mijn gezin klaar is, zijn jullie aan de beurt.’ Toen heb ik ja gezegd. Samen zijn we met de Fiom en Jeugdzorg het traject voor draagmoederschap gestart. Bijna gaf ik het nog op, toen de eerste zwangerschap uitliep op een miskraam. Ik had in al die jaren zo veel verdriet en teleurstellingen te verwerken gehad, meer pijn kon ik er niet bij hebben.”
“Maar weer was het Andra die zei: ‘Kom op, we doen het nog één keer.’ En toen was het raak! Negen maanden later werd Tijn in het ziekenhuis geboren. Direct na de geboorte werd dit prachtige mannetje op mijn blote buik gelegd. Achteraf hebben we wel moeten lachen om de hele toestand met die korte navelstreng en het gedoe om Tijn op mijn buik te leggen, maar wat voelde het goed! Tijdens de zwangerschap bekropen me af en toe twijfels of dit kindje wel als mijn kind zou voelen en niet als een neefje of nichtje. Maar van die twijfels was helemaal niets over toen ik Tijn op mijn blote huid voelde. Hij voelt voor honderd procent als mijn kind, gekregen uit de cadeaubuik van mijn zus. Zo leggen Andra en ik het aan onze kinderen uit.”
Hoera voor … mijn oma
Toen mijn moeder overleed, zorgde zij voor mij
Wie: Ilse Hoegen (27), moeder van Jack (bijna 3) en Saar (1), eigenaar interieuradviesbureau Livstyling (livstyling.nl)
Voor: Dinie Herweier (73), oma van Ilse
“Ik heb een paar foto’s waarop ik met mijn moeder sta. Ik ben net geboren en ze houdt me in haar armen. Op die foto’s ziet ze er heel gelukkig uit. Ze overleed toen ik drie dagen oud was aan vruchtwaterembolie, een zeldzame complicatie. Voordat ze precies wisten wat de oorzaak was van haar vreselijke buikpijn, was het al te laat.”
“Nu ik zelf kinderen heb, kan ik me nog beter voorstellen wat voor drama het geweest moet zijn. Natuurlijk allereerst voor mijn moeder, maar ook voor mijn vader. Hij kwam zonder zijn vrouw, maar met een baby’tje thuis. En natuurlijk voor mijn oma, zij verloor haar dochter.”
“Na het overlijden van mijn moeder trok oma bij mijn vader, haar schoonzoon, in om hem te helpen voor mij te zorgen. Ze is gebleven tot ik op mijn 21e het huis uitging. Ze had toen al jaren een eigen huisje. Daar ging ze regelmatig naar toe om er alvast te wennen.”
Midden in de nacht bellen
“Oma, mijn vader en ik waren vroeger altijd met zijn drietjes. Dat ze mij samen in één huis hebben opgevoed, vind ik bewonderenswaardig. Dat was voor hen echt niet altijd makkelijk. Mijn oma heeft na mijn geboorte haar eigen huis achtergelaten en is gescheiden van mijn opa, die een drankverslaving had. Dankzij deze oplossing heb ik een heel normale en gelukkige jeugd gehad. Vooral op zondag was ons huis de zoete inval. De hele familie kwam dan bij ons op bezoek. Mijn oma was ook net als moeders van vriendinnetjes. Misschien zelfs nog wel hipper; ze was de allereerste die kon sms’en! Voor mij voelt mijn oma als een moeder.”
“Omdat ik mijn eigen moeder niet heb gekend, heb ik geen verdriet om haar als persoon. Natuurlijk fantaseerde ik wel veel over hoe het zou zijn geweest als ze nog leefde. Ik weet ook nog dat ik aan mijn oma vroeg of ik haar mama mocht noemen, ik zal een jaar of vijf, zes zijn geweest. Dat mocht niet. Later vertelde ze me dat ze dat heel zielig voor mij had gevonden, maar zij had een dochter gehad en zij was mijn moeder. Ze wilde haar bestaan niet ontkennen.”
“Mijn vader, oma en ik hebben een heel hechte band. Toen ik moest bevallen van Jack en Saar belden oma en mijn vader elkaar midden in de nacht om hun ongerustheid te delen en samen passen ze elke week een ochtend op mijn kinderen.”
“Over een paar weken gaan we met zijn allen op vakantie. Ik verheug me er zo op! Mijn oma, vader en ik, samen in de auto, net als vroeger. Met het verschil dat nu ook Henry, mijn man, en Jack en Saar erbij gekomen zijn.”
Hoera voor … de directeur van de Albert Schweitzerschool
Zij zorgt dat mijn zoontje gewoon naar school kan
Wie: Mel Hakker (37), moeder van Luuk (4), Recruitment Consultant in de mode-industrie
Met: Thea Tichelaar, directeur Albert Schweitzerschool, school voor langdurig zieke kinderen in Haarlem
“Tot de dag dat ik Thea ontmoette, voldeed mijn zoontje Luuk nooit aan de norm. Omdat hij geboren is bij 27 weken zwangerschap loopt hij achter in zijn groei en ontwikkeling. In de supermarkt en op straat vroegen wildvreemden wat dat voor slangetje was in zijn neus en bij elk bezoek aan de kinderarts, logopedist, fysiotherapeut, noem maar op, kreeg ik te horen dat hij onder de groeicurve zat en dat hij op zijn leeftijd eigenlijk zou moeten kunnen zitten, kruipen, lopen, enzovoort.”
“Toen ik bij Thea aan tafel zat tijdens het kennismakingsgesprek ging het eens niet over wat Luuk anders maakt dan andere kinderen, maar gewoon over Luuk. Mijn lieve, grote knul van bijna vier voor wie ik een passende school zocht. Dit was zo’n verademing! Ik voelde gewoon dat deze vrouw precies weet wat het inhoudt om je altijd zorgen te moeten maken om je kind. Aan ‘haar’ Albert Schweitzerschool durfde ik Luuk toe te vertrouwen.”
Een hapje appel
“Luuk had na zijn geboorte maar acht procent kans om het te overleven. Hij woog slechts 750 gram en was twintig centimeter groot. Toch redde hij het. Wel hield hij er een voedselintolerantie aan over. Daar komt bij dat hij zijn mond als negatief gebied ervaart door alle handelingen die in de periode na zijn geboorte hebben plaatsgevonden, zoals de beademing en het uitzuigen. Stapje voor stapje leert hij nu met zijn mond te eten, maar het grootste gedeelte van zijn voeding krijgt hij binnen via een maagsonde. Dit geeft allerlei andere problemen, zoals een verminderde weerstand tegen infecties en weinig energie. Daarom ben ik zo blij dat er een school is als de Albert Schweitzerschool, speciaal voor chronisch zieke kinderen als Luuk, waar continu medische zorg aanwezig is, waar de kinderen tussen de middag naar bed kunnen om te rusten en waar ’s middags alle kinderen een warme maaltijd krijgen die helemaal aangepast is aan hun dieet.”
“Alle medewerkers zetten zich enorm in om elk kind hier een plek te geven, maar Thea in het bijzonder. Zij kent alle kinderen en ouders bij naam – wat bijzonder is, want de kinderen worden met een busje van en naar school gebracht – en verstuurt trouw weekbrieven, zodat je als ouder precies weet wat er gebeurt op school. ‘Hoera, Luuk heeft een hapje appel gegeten!’, staat er dan in.”
“Elk jaar is het weer sprokkelen om genoeg geld bijeen te brengen om de kinderen dagelijks een warme maaltijd te kunnen geven. Thea betrekt alle ouders en leerkrachten bij de ene na de andere actie om geld in te zamelen. We hebben al van alles achter de rug, van een armbandjesactie tot sponsorloop. Ze is gewoon een kanjer.”