Wel of niet naar de familie? (De jouwe of de mijne?). Hoe houden we het gezellig? En: wat doen we met moeder? Familiestress tijdens de feestdagen? gezondNU onderzocht en adviseert: de cijfers, de deskundigen en de etiquette.
Nieuws: we vinden het wél leuk! Hoe iedereen ook zucht, steunt en klaagt: de feestdagen zijn een familiehoogtepunt. Het merendeel van de Nederlanders brengt de kerstdagen of oud en nieuw met de familie door. Want: “Gezellig!” (46 procent), “een mooie familietraditie” (37 procent) of: “fijn om elkaar te zien” (42 procent).‘
We schrokken er zelf ook van. Want de traditie om bij elkaar te kruipen met kerst en oud en nieuw, gaat gelijk op met de traditie om er met z’n allen over te klagen. Elk jaar weer lijkt het of niemand er zin in heeft. Op het werk, op het schoolplein, in winkels; overal gonst de ontevredenheid. We klagen steen en been. Dat het een verplichting is. Gedoe. Drukte. Stress. Dat (schoon)moeder dit jaar wéér bij u is. Of (nog erger!): dat de kinderen liever gaan skiën dan bij u zitten.
Toch blijkt uit gezondNU-onderzoek dat maar een op de tien mensen het aanstaande familiebezoek ervaart als verplichting en eigenlijk stiekem iets anders zou wil doen. De rest kruipt echt uit vrije wil bij elkaar en vindt het nog leuk ook.
Enthousiast
Het grootste percentage van de ondervraagden verklaart “elk jaar uit te kijken naar de feestdagen”. Verrassend: hoe jonger, hoe enthousiaster. Zo zegt 62 procent van de mensen onder de dertig zin te hebben in de aanstaande feestdagen met hun familie. Ook de mensen met een gezin zien ernaar uit. ‘Slechts’ een kwart zegt de feestdagen zonder familie door te brengen. Vaak is dat noodgedwongen. “Onze familie is uiteengevallen”, zegt een aantal van hen. Of: ‘ik moet werken’.
De ‘pijn’ zit vooral bij de eenpersoonshuishoudens; de mensen zonder partner en kinderen. Maar liefst een op de vijf mensen van deze groep ziet wél tegen de feestdagen op. Een kwart ‘ondergaat’ het. En 15 procent zegt inderdaad de familie te willen vermijden. Desnoods met een smoes.
En als we niet naar de familie gaan met de feestdagen? Dan is dat helemaal niet erg, vinden we. “Iedereen moet doen waar hij zijn in heeft”, zegt een ruime meerderheid. Slechts een klein aantal ondervraagden is jaloers. “Ik zou ook wel eens willen overslaan”, zegt twee procent.
Gedoe? Stress? Verplichting? De cijfers weerleggen dit. Daarom: veel plezier met het cocoonen!
Traditie plezierig
“De uitslag geeft een minder antifamiliair beeld dan je van tevoren zou denken”, reageert Thomas Quartier, docent voor rituele studies aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij is verrast door het gegeven dat zo’n groot deel van de Nederlanders de tradities huldigt en het zelfs plezierig vindt.
Hij verklaart die hang naar familie – gek genoeg – uit de individualisering in de maatschappij. Klaarblijkelijk zijn we wel toe aan een momentje met de familie. Maar; we willen dan wel doen waar we zelf zin in hebben.
Dat een derde van de respondenten de ‘mooie familietraditie’ nog altijd waardeert, verklaart hij mede door het feit dat een traditie zekerheid geeft in het leven. “We zijn individueler gaan leven, maar zoeken ook houvast, zodat we niet elke keer opnieuw het wiel hoeven uit te vinden. We schikken ons naar de norm, maar we bepalen zelf de vorm. Zo van: ‘Zo doe ik dat met mijn familie.’”
Quartier, die promoveerde op uitvaartrituelen, legt hier een link naar uitvaartrituelen. “Daar is iets soortgelijks aan de hand. Uitvaarten worden tegenwoordig sterk persoonlijk vormgegeven: een kleinkind dat een gedicht voorleest, de pet van opa op de kist. Het maatschappelijk leven is niet meer vanzelfsprekend verbonden aan kerk en geloof, zoals vroeger. De uniforme cultuur, waarin iedereen min of meer hetzelfde deed, heeft plaatsgemaakt voor een samenleving waarin mensen meer hun eigen gang gaan. Ook tijdens de feestdagen. De een gaat gourmetten, de ander leest een boek van Paulo Coelho, terwijl het ‘Weihnachtsoratorium’ van Bach op de achtergrond klinkt. Weer een ander gaat wel naar de kerk.”
Geen hoogtepunt
De beleving van kerst en oud en nieuw wordt vooral uitgehold door een ander fenomeen: ze zijn niet meer zo speciaal. Quartier: “Hetzelfde geldt voor de ‘ gewone’ zondag. Of de jaarlijkse kermis. In het dorp waar ik opgroeide, keken we er al een halfjaar van tevoren naar uit. Tegenwoordig kan je – als je wilt – elk weekend naar een kermis. De zondag was vroeger een bijzondere dag waar je naar uitkeek. Nu zie je, vooral in grote steden, het verschil met een doordeweekse dag niet meer.”
Voor de kerstdagen gaat die vlieger ook op. “Dat was in sommige families dé gelegenheid waar iedereen elkaar trof. Nu zien mensen elkaar wanneer ze daar zin in hebben.” Het bijzondere is er voor sommigen af, concludeert hij. “Als je elk weekend een feestmaal op tafel hebt, moet het kerstmenu wel iets heel bijzonders zijn. Anders leef je er niet meer naar toe. De feestdagen vormen dus niet meer het enige hoogtepunt van het jaar.”
Sociale structuren zijn veranderd en ook dat heeft gevolgen voor de manier waarop de feestdagen worden ingevuld en beleefd. “Je ziet nog zelden drie generaties van dezelfde familie onder de kerstboom. Veel echtparen zijn gescheiden en dat zorgt voor andere keuzes. De ene dag bij die familie, de andere dag daar. En er zijn ook meer mensen die met vrienden afspreken.”
Voor mensen die de feestdagen lijdzaam ondergaan heeft kerst de diepere betekenis misschien verloren, vermoedt hij. Of is de gangbare traditie ‘opgedroogd’. Bijvoorbeeld als het leven van mensen verandert, en de traditie niet. “Als je single bent en je familie vraagt met kerst alleen maar of en wanneer je nou gaat trouwen, past zo’n traditie misschien niet meer bij je leven. In families waarin broers en zussen alleen maar ruziën is de kans groot dat de traditie opdroogt. Feest en ruzie verhouden zich slecht tot elkaar.” Dat blijkt ook het gezondNU onderzoek: 19 procent van de respondenten viert geen feestdagen met de familie, omdat die ‘uiteengevallen’ is.
Volgens Quartier is het kenmerkend voor ‘onze tijd’ dat veel mensen er tegenwoordig moeite mee hebben om die diepere betekenis stand te geven. Ondertussen is het opmerkelijk dat de kerken nooit zo vol zitten als met kerst. Naast zoeken naar een spirituele betekenis heeft dit waarschijnlijk te maken met het idee om gezamenlijk iets te ondernemen. “Samen iets doen, werkt nou eenmaal verbroederend.”
Intimi
Om de feestdagen zo prettig en betekenisvol door te komen, kan Quartier een (familie)traditie van harte aanbevelen. Eigenlijk niet meer dan een reeks gewoonten die je elk jaar herhaalt.
Simpel, maar toch zeer waardevol. Het voordeel is dat je weet wat er komen gaat en je kan je daar dus op verheugen. “Het bijzondere van de traditie moet je uit jezelf halen. Wat bij je past. Bezoek met kerst elk jaar een andere plaats waar je zelf als kind vaak naartoe ging. Maak een reis of een mooie wandeling. Vertel elkaar verhalen. Laatst hoorde ik dat een gezin met kerst ieder jaar de fotoalbums uit de kast haalt om die samen te gaan bekijken. Een mooi traditie.” De creativiteit kent geen grenzen, maar waarschuwt hij: “Een traditie moet je wel zelf in leven houden. Anders loop je het risico dat het een lege huls wordt.”
Wat doen we met moeder?
De vraag: wat doen we met moeder? – is minder schrijnend dan die op het eerste gezicht lijkt, vindt de etiquettedeskundige Beatrijs Ritsema. “Je kunt haar niet twee dagen alleen laten zitten. Als je broers of zussen hebt, ben je blij, want dan rust de zorg niet alleen op jouw schouders. En dus rijst automatisch de vraag: wat doen we met moeder? Neem jij mama de eerste dag, dan zorg ik dat ze de tweede dag onder de pannen is.”
“Tachtig procent van de mensen heeft goed contact met zijn of haar ouders. Het zou ook raar zijn als iedereen zomaar langs elkaar heen leefde”, vindt ze. En bovendien: wat is er anders te doen? “Met de kerst is iedereen verplicht twee dagen vrij. Dus we zitten thuis. Nu het religieuze tintje bij veel mensen eraf is, en een kerkbezoek niet standaard tot de dagindeling hoort, moet er iets anders gebeuren. Dan kan je naar de bioscoop gaan of naar de meubelboulevard, maar meestal vallen we terug op familie.”
Intense gevoelens van verbondenheid en liefde spelen daarbij geen enkele rol, stelt ze. “Net zomin als je je op je verjaardag afvraagt of je nu blijer bent met je partner, vragen we ons met de Kerst niet af of we meer van onze familie houden. We doen dingen uit gewoonte, omdat iedereen het doet en omdat het van ons wordt verwacht. Er is bovendien verder niks anders te doen. Het alternatief is twee dagen alleen of met gezin en/of partner, maar na 48 uur word je daar wel gek van. Je vrienden zitten bijna allemaal bij hun eigen familie. Op wintersportvakantie is het enige leuke alternatief, maar dat moet je dan ver van tevoren plannen.”
Met ouders die rivaliseren om de aanwezigheid van hun kinderen op de feestdagen moeten goede afspraken worden gemaakt, adviseert Ritsema. “Dit jaar bij jullie op eerste kerstdag, volgend jaar bij hun. Bij gescheiden echtparen ligt het nog veel ingewikkelder.” Maar denkt Ritsema: “Als je goed afspreekt en plant, kost het geen kopzorgen.”
Een moetje
Met die sociale druk valt het reuze mee. Slechts een kleine groep mensen zoekt de familie op omdat ze zich verplicht voelt (11 procent). Of ze gaan wel, maar niet de hele dag (20 procent). Bij de mensen die de feestdagen niet met de familie doorbrengen, is dat niet omdat ze een hekel hebben aan deze traditie. Maar: “Onze familie is uiteengevallen”, zegt een op de vijf. Of: “Ik moet werken.” Slechts een minderheid passeert de familie omdat ze de feestdagen te stressvol vinden of het ervaren als een verplichting.