‘Nee, bij een longontsteking geef ik géén wortel op recept’
Huisarts Tamara de Weijer over leefstijl als medicijn
Er zijn niet veel huisartsen in Nederland die met een eigen kookboek komen in de hoop dat heel Nederland een beetje gezonder wordt. Tamara de Weijer is dan ook niet zomaar een huisarts. Ze ondervond aan den lijve wat voeding voor haar eigen gezondheid deed. Sindsdien heeft ze als missie om voeding en leefstijl te laten inburgeren in elke spreekkamer.
Gebke: We hebben elkaar al tig keer over de telefoon gesproken (ze was immers gezondNU-columnist), maar nog nooit live ontmoet. Ondanks de beste wil van de wereld blijft het een gepuzzel om tussen fotoshoots, interviews, werk en verbouwing tijd te maken voor een interview. Dus worden haar dochters van vier en zes even voor de televisie geparkeerd, terwijl ik aanschuif in de kersvers verbouwde keuken van huisarts Tamara de Weijer. Bij een nieuwe keuken hoort een nieuw kookboek, zou je bijna denken. Nu heb ik op het gebied van gezond eten de afgelopen jaren al heel wat voorbij zien komen, maar toch word ik zelfs nog af en toe verrast. Van het allereerste kookboek van Tamara – Eet beter in 28 dagen – krijg ik me toch een trek. Niet gek voor iemand die, naar eigen zeggen, ruim zes jaar geleden nog op pakjes en zakjes leefde. Heb je al die recepten zelf bedacht?
Tamara: “Nou nee, hoor! Dat is echt team-effort geweest. Eerlijk gezegd was het niet mijn idee om zelf een kookboek uit te brengen. Dat kwam van de uitgever. Ik ben wel vier keer benaderd en heb steeds ‘nee’ gezegd: te druk! Maar uiteindelijk ben ik toch eens koffie gaan drinken. Dat was zo’n klik! Er zijn uiteraard tig boeken geschreven over gezond eten. Maar óf ze zijn wetenschappelijk verantwoord en zien er niet uit, óf ze zijn hip en trendy en deugen medisch inhoudelijk niet. Ik wilde allebei. Tessy, al twintig jaar mijn beste vriendin, is foodstylist. Zij heeft op basis van mijn medische input de recepten ontwikkeld en de fotografie gedaan. Om de zoveel tijd kwam ze aandraven met een pannetje of schaal vol nieuwe gerechten. Dan mochten wij proeven. Maaike, een andere vriendin, heeft alles mooi opgeschreven. Want ja, ik ben nu eenmaal meer een prater dan een schrijver. We hebben twee professoren van verschillende universiteiten gevraagd als tegenlezers. Medisch gezien moet het gewoon deugen. Alleen dan kan ik als huisarts mijn naam aan zo’n kookboek verbinden, want het moet mensen wel echt gezonder kunnen maken.”
Gebke: “Maar zes jaar geleden leefde jij dus nog op pakjes en zakjes?”
Tamara: “Zo ongeveer wel en ik vond bijna niks lekker. Om wat af te vallen ben ik uiteindelijk anders gaan eten. Meer groente. Veel volkoren, veel water drinken. Zelf koken. Dat had effect. En hoe! Ik heb twintig kilo zwaarder gewogen. En het blijft opletten. Als er een zak chips in huis is, al zit hij achter een gesloten deurtje, dan blijft die me roepen. Maar goed, dat is, denk ik, ook wel deels ‘the secret of my success’: ik wéét hoe moeilijk het is om te veranderen. Ik ben niet net als mijn vriendin Maaike, die chagrijnig of rusteloos wordt als ze niet beweegt. Ik kom weliswaar uit een ontzettend sportief gezin, maar het gen voor bewegen is aan mij voorbijgegaan. Het liefst zit ik met mijn man op de bank tot ’s avonds laat te netflixen. Ik heb werkelijk alles geprobeerd om te gaan hardlopen. In een loopgroepje, met Evy, alleen, met man, met Runkeeper: je kunt het zo gek niet bedenken of ik heb het gedaan. Maar ik beleef gewoon geen plezier aan hardlopen. Ik heb van de zomer wel een mountainbike aangeschaft en ik maak nu een paar keer per week ’s ochtends vroeg, als de rest van het gezin nog onder zeil is, een rondje door de polder. Heerlijk!”
Gebke: “Dus je bent elke ochtend voor dag en dauw om een uurtje of zes op?”
Tamara: “Nee joh! Gewoon om acht uur. ’s Avonds heb ik geen puf meer. Dus het moet ’s ochtends gebeuren. En ik ben er expres in de zomer mee begonnen in de hoop dat ik het straks – als het donker is – ook nog volhoud. Timing is alles. Gemiddeld duurt het zes tot acht weken voor een nieuwe gewoonte ingesleten is, dus ik ben ruim op tijd begonnen. Ik vind bewegen in de natuur echt fantastisch. Dat is dubbele winst. Daarnaast helpt het ook dat we een hond hebben en ik draag een stappenteller. Dat competitie-element doet het hem toch. Die stappen moeten gehaald worden. De grootste beweegwinst zit hem in dat alledaagse, normale bewegen. Veel lopen, veel fietsen, tuinieren. Gewoon niet stilzitten eigenlijk. Het klinkt misschien te simpel, maar ik geloof daar echt in.”
Gebke: “En met jouw kookboek moet iedereen gezonder worden?”
Tamara: “Dit kookboek is inderdaad bedoeld om met de eenvoud van Sonja Bakker lekker veel meer groente je eetpatroon in te smokkelen. Je uiteindelijke beloning daarvoor is meer energie, beter slapen, zin hebben in je leven. Weet je hoeveel mensen moe zijn? Type maar eens op Google in: ‘Waarom ben ik …’ Dan vult het zoekprogramma vanzelf aan: ‘… zo moe’ En mensen bagatelliseren die moeheid massaal: ‘Tja, iedereen is moe, toch?’ Pas als je weer energie hebt, weet je wat je gemist hebt. Het uitgangspunt van ons kookboek is vooral dat je lekkerder in je vel komt te zitten. Dat je dan ook nog wat kilo’s kwijtraakt, is mooi meegenomen.”
“Mijn man is sinds dit project trouwens ook meer gaan letten op zijn eetpatroon. Hij is echt een verstokte broodeter, maar gaat nu vaker voor soep of een salade. Hij is al zeven kilo kwijt. Binnen een maand tijd. Zo oneerlijk. Wij vrouwen zijn van nature toch meer van die broedkippetjes. Mannen vallen veel makkelijker af. Dat heeft te maken met hun spiermassa en waarschijnlijk heeft het vrouwelijke hormoon oestrogeen ook een vertragende werking op je stofwisseling. En van oestrogeen hebben wij vrouwen nu eenmaal meer. Helemaal tijdens de overgang is het een crime om die kilo’s kwijt te raken. Het goede nieuws: ook al val je niet af, de gezondheidswinst van beter eten blijft. Je bloedsuikerspiegel wordt stabieler, je cholesterolgehalte gaat omlaag, je bloeddruk verbetert. Die winst blijft, ondanks de kilo’s. Dat is misschien een schrale troost.”
Gebke: “Wat zijn jouw favoriete gerechten uit dit kookboek?”
Tamara: “Iets waar ik eerder toch een beetje mijn neus voor optrok, paddenstoelen, ben ik lekker gaan vinden. Die heldere bospaddenstoelenbouillon is een van mijn favorieten. De granola trouwens ook. En de kinderen zijn dol op courgettepannenkoekjes als ontbijt. Daar ben ik heel blij mee, hoor. Mijn kinderen zijn niet van die groente-eters. Maar na twee, drie keer proberen zijn ze gelukkig ook bezweken voor de groentelasagne.”
Gebke: “Waarom focus je alleen op voeding, terwijl een gezonde leefstijl zoveel meer omvat?”
Tamara: “Nou en of! Goed slapen is ook belangrijk. Beter omgaan met stress wordt te veel ondergesneeuwd. En bewegen natuurlijk. Maar goed, ik moet ergens beginnen. En dit – het maken van boeken – smaakt naar meer. Dus ik hoop dat het kookboek een succes wordt, zodat ik nog meer leefstijlboeken kan maken. Ik heb ideeën genoeg. Een boek voor kinderen over voeding. Zwangerschap en voeding is ook een mooi onderwerp, want wat mag je nu eigenlijk wél eten? Mijn wens is om voor elke leefstijlaandoening een boek te maken.”
Gebke: “Nu heeft mijn moeder zo’n huisarts die haar bij het minste of geringste pillen voorschrijft. Onlangs nog voor een net iets verhoogd cholesterolgehalte.”
Tamara: “Heel erg vind ik dat. Echt heel erg. Een pil verandert niets wezenlijks aan een te hoog cholesterol, een verhoogde bloeddruk of een afwijkende bloedsuikerspiegel. Het onderdrukt alleen maar. In de loop van de jaren zal je cholesterolgehalte of wat dan ook steeds verder stijgen – als je niets aan de leefstijl doet – en heb je steeds meer of sterkere medicijnen nodig. Zonde! Ik vind dat elke dokter in Nederland zijn patiënt moet vertellen dat er een keuze is. Je kunt gewoon een aantal maanden eerst je leefstijl veranderen en kijken of je het daarmee redt. Uiteraard moeten je waardes dan niet enorm de pan uit rijzen, maar dat is zelden het geval. Het begint vrijwel altijd klein. Nu wordt je leefstijl niet eens genoemd als behandeling en dat vind ik heel, heel erg. Waarom zou je leefstijlziektes niet met een betere leefstijl bestrijden? Zelfs bij beginnende diabetes heb je nog zeker een halfjaar de tijd om te kijken of je zonder medicijnen en met leefstijladviezen beter wordt. Ik zeg niet dat het je geneest of dat het altijd werkt. Nee, zo is het niet. Je hebt ook te maken met genen en louter pech. Maar met leefstijl heb je wel de kans om je ziekte slapende te houden. En wil je dat niet? Dan kun je altijd nog met medicatie starten.”
Gebke: “Maar hoe weet ik welke onderdelen van mijn leefstijl verbeterd moeten worden?”
Tamara: “Ik laat patiënten altijd drie dagen lang een dagboek bijhouden met wat ze eten, hoeveel alcohol ze drinken, hoeveel ze bewegen, hoe het zit met hun stressniveau, of ze roken, hoe ze slapen. Je hoeft lang niet altijd een Einstein te zijn of diëtiek te hebben gestudeerd om te zien waar het beter kan. Vaak valt het kwartje meteen als je zo’n dagboek bijhoudt. Het is alsof je jezelf een spiegel voorhoudt.”
Gebke: “Pas je dit ook nog op jezelf toe?”
Tamara: “Zelden. Als ik rugpijn heb of een paar dagen slecht slaap, dan ga ik met mezelf in conclaaf. Gezond leven is eigenlijk continu die dialoog met jezelf aangaan. Niks blijft namelijk hetzelfde. Soms sla je wat te ver door. Dat heb ik ook gehad. Maar zodra je leefstijl een regime wordt, is het niet goed. Eten moet geen moeten zijn, maar liefde. Daarom hebben wij vaak op zondag ook hapjes en komen er toastjes en chips op tafel. Ik mag het misschien niet zeggen, maar een beetje ‘ongezond’ op zijn tijd is misschien helemaal niet zo slecht. In de tijd dat ik zo übergezond bezig was, was ik twee dagen ziek als ik chips had gegeten. Alsof ik buikgriep had. Dat lijkt me niet de bedoeling. Je moet die balans vinden.”
Gebke: “Maar ik zie geen toetjes of taartjes in je kookboek.”
Tamara: “Dat hebben we bewust zo gedaan. Ik denk niet dat desserts standaard thuishoren in een gezond eetpatroon. Maar als je dan eens voor een toetje gaat, eet dan iets wat je ontzettend lekker vindt. Pak uit met taart, ijs of een mooie parfait. Dan gaat het om het genieten en niet om de suikers of de vetten.”
Gebke: “Even terug naar het dagboek van mijn leefgewoontes: ik heb alles keurig bijgehouden. En dan?”
Tamara: “Stap met dat overzicht naar je huisarts en geef aan waar je hulp bij nodig hebt. Kijk, bij mij was er ook maar één eigenwijze patiënt nodig om me van een ‘gewone’ huisarts, die alleen medicijnen voorschreef, te veranderen in een huisarts die gegrepen was door voeding en leefstijl. Met voeding kan gewoon ontzettend veel. Los van cholesterol, diabetes en hoge bloeddruk kan het ook helpen bij darmziektes, huidaandoeningen, allergie en hoofdpijn. Uiteraard is anders eten niet de oplossing voor alles. Bij een longontsteking geef ook ik geen wortel op recept, maar antibiotica. En nee, je geneest er geen ALS mee, je raakt niet van je reuma verlost en ook niet van je MS. Dat betekent echter niet dat je met voeding geen winst kunt boeken voor je levenskwaliteit.”
Gebke: “En voor kanker?”
Tamara: “Daar heb je wel echt een taboeonderwerp te pakken, hoor. Ik wil daar ook niet te veel over kwijt, want voordat ik het weet, word ik in de kwakzalverhoek geduwd.” Stilte. “Laat ik het zo zeggen: vijf jaar geleden is mijn moeder overleden aan alvleesklierkanker. Binnen drie maanden was ze er niet meer. Ze was nog maar 53. Alles stond in het teken van chemo en op gewicht blijven. Hoe dat gebeurde, met shakes, kroketten of slagroomtaart, deed er niet toe. Als ik toen geweten had wat ik nu weet … Dat doet me nog steeds ontzettend veel verdriet … Sorry hoor.” Stilte. “Als ik toen de kennis van nu had gehad, dan denk ik niet dat ik haar had kunnen redden, maar wel dat ze een betere kwaliteit van leven had gehad. Dus mijn aller-, allergrootste wens, nee, mijn droom is ook iets met leefstijl tegen kanker te gaan doen. Een chemokuur ondergaan is heftiger dan topsport bedrijven. Laten we met kankerpatiënten omgaan alsof ze topatleten zijn. Die krijgen ook de beste voeding, de beste geestelijke zorg. Op dat vlak valt nog zoveel winst te boeken.”
Gebke: “Wat weerhoudt artsen ervan om leefstijl een prominente plek te geven in hun behandeling?”
Tamara: “Ik ken de excuses: dat patiënten niet gemotiveerd zijn om te veranderen. Preventie kost te veel tijd. Artsen hebben onvoldoende kennis van voeding en leefstijl. Het effect van leefstijl op je gezondheid is niet bewezen werkzaam. Maar dat is gewoon allemaal niet waar. Weet je hoe lang het kost om een patiënt te motiveren? Dertig seconden! Nu geloof ik best dat artsen druk zijn, maar als je nog geen dertig seconden kunt missen … Je moet als arts ook niet alles zelf willen doen. Je moet de juiste experts om je heen verzamelen, zodat je een gezonde gemeenschap creëert en patiënten in contact brengt met de juiste hulpverleners. Je kunt in deze tijd niet meer zonder een goede fysio, diëtist en geestelijk verpleegkundige. Patiënten vragen, nee, eisen verandering. Dus of je als arts wilt of niet, je móét om.”
“En wat ‘bewezen werkzaam’ betreft wordt met twee maten gemeten. Medicijnen kunnen vaak al vroegtijdig op de markt toegelaten worden, terwijl het effect van voeding onomstotelijk bewezen moet zijn. Gedegen voedingsonderzoek is ontzettend moeilijk uit te voeren. De ene broccoli is de andere niet. Desondanks kan ik je een hele lijst publicaties van The Lancet mailen met artikelen waarin staat dat het effect van voeding en leefstijl wel degelijk onomstotelijk wetenschappelijk vaststaat.”
Gebke: “Maar ook in medische kringen is er een verandering gaande.”
Tamara: “Absoluut! Twee jaar geleden heb ik Arts en Voeding opgericht, we hebben inmiddels 850 leden. Op een totaalaantal van 50 duizend artsen in Nederland is dat nog niks. Desalniettemin is er echt iets aan het veranderen. Ons congres loopt als een dolle. Vorig jaar was het compleet uitverkocht. Volgend jaar gaan we voor een zaal met 1500 man en ik weet zeker: ook die zal uitverkocht zijn. Er is geen houden aan. Patiënten vragen om verandering. De overheid heeft preventie op het vizier. Verzekeraar VGZ heeft een project rondom het afbouwen van medicatie met voeding en leefstijl. Deze beweging valt niet te stoppen. Zelfs Knorr komt met groentepakketten. We zitten in een transitiefase en uiteindelijk zullen ook artsen en masse erachter komen dat er niets gaver is dan patiënten van willoos slachtoffer te zien veranderen in mensen die weer kapitein van hun eigen schip zijn. Want dat gebeurt als je je leefstijl verandert. Wat dat betreft vind ik het geweldig dat ik niet alleen meer de mensen in mijn spreekkamer bereik, maar dat ik via tv, radio, kranten en tijdschriften duizenden mensen aanspreek.”
Gebke: “Toch is er ook veel discussie over hoever je hierin moet gaan: in hoeverre mag de overheid of een dokter zich met je leefstijl bemoeien?”
Tamara: “Ja, ik stuit ook op weerstand. Zo had ik onlangs geregeld dat de school van mijn kinderen mee kan doen aan het project Schoolfruit. Superleuk! Ze krijgen gratis fruit en groente uitgedeeld op school en nog wat les over gezond eten. De kinderen zijn razend enthousiast. Maar de ouders niet: ‘Ik bepaal zelf wel wat mijn kind eet.’ Sommige leerkrachten ook niet: ‘Ik heb geen tijd voor extra lessen’. Dat verbaast me toch enigszins. Uiteraard mag iedereen zelf weten wat hij in zijn mond stopt. Maar als je onder een bus dreigt te komen, hoop je toch ook dat iemand roept: ‘Pas op!’ Zolang mensen zich onvoldoende bewust zijn dat ze ziek kunnen worden van de manier waarop ze eten, dan moet je die mensen toch waarschuwen? Dat is geen betutteling. Dat is gewoon goed voor elkaar willen zorgen. Bovendien staat dat in de eed van Hippocrates, die ik als arts heb afgelegd. Ik ben dus verplicht om het leven te beschermen en dat doe ik dan ook.”
Gebke: “Nog een laatste vraag: je dochters hebben ook een prominente rol gekregen in de foto’s voor je kookboek. Was dat een lastige beslissing? Ik bedoel: dit is wel jouw privéleven.”
Tamara: “Ja, maar ik laat heel gedoseerd wat zien. Zo zet ik nooit iets over ze op Facebook. Niet als ze een zwemdiploma halen of iets moois gemaakt hebben op school. Dat is van ons. Maar mijn gezin is mijn grote trots en het kookboek is ook wie ik ben. Daar horen mijn dochters bij. En, ik heb werkelijk de állergaafste baan ter wereld, maar uiteindelijk is er maar een ding echt belangrijk: mijn gezin. Dat we ’s avonds samen eten, dat ik de meisjes naar bed kan brengen en daarna nog even met mijn man op de bank kan neerploffen om de dag door te spreken. Dat wil ik voor geen goud missen. Dat is het enige wat echt telt.”
WIE?:
Tamara de Weijer | 37 | getrouwd | moeder van twee dochters (4 en 6) | huisarts | oprichter van de beroepsvereniging Arts en Voeding | co-auteur van het kookboek Eet beter in 28 dagen | Missie: voeding en leefstijl een vast onderdeel maken van preventie en behandeling
Meer weten?:
Eet beter in 28 dagen, Tamara de Weijer e.a., ISBN 978 90 215 68 997, € 20,-