Hypoglykemie is een te laag bloedglucosehalte in het bloed. Het is geen ziekte, maar een symptoom dat aangeeft dat er iets hapert in de suikerstofwisseling. Soms is verkeerde voeding de oorzaak, maar ook een te sterke insulineproductie van de alvleesklier kan hypoglykemie veroorzaken.
Voor hypoglykemie als ziektebeeld, met een voortdurend te laag bloedsuikergehalte, is vooral in de natuurgeneeskunde veel aandacht. De diagnose is echter lastig te stellen, omdat de vele symptomen die kunnen optreden ook bij andere aandoeningen voorkomen. Ze worden nogal eens toegeschreven aan nervositeit of een burn-out.
De hoeveelheid glucose in het bloed wordt voor een deel bepaald door wat men eet. Gewoonlijk stijgt de hoeveelheid glucose in het bloed gedurende enkele uren na een maaltijd. Daarna daalt het glucosegehalte geleidelijk tot het normale peil; dit gebeurt onder invloed van de insuline die door de alvleesklier wordt afgescheiden. Wanneer de alvleesklier meer insuline afscheidt dan nodig is, neemt de hoeveelheid glucose in het bloed te sterk af. Het lichaam reageert met allerlei symptomen zoals rillerigheid of futloosheid.
Wat de symptomen betreft, heeft iemand met hypoglykemie vaak last van minstens vier tot vijf van deze verschijnselen:
- Behoefte aan snoep, frisdranken, koek en gebak.
- Verbetering van de klachten nadat iets zoets is gegeten.
- Misselijkheid als de maaltijd niet op de normale tijd wordt gegeten.
- Hevige dorst.
- Honger direct na de maaltijd.
- Neiging tot alcoholgebruik.
- Gevoel van vermoeidheid, lusteloosheid.
- Onverklaarbare innerlijke onrust.
- Beven of trillen.
Voedingsadvies
Belangrijk is het om een geregeld eetpatroon aan te houden: verspreid verschillende kleine maaltijden over de dag. Eet rustig en kauw zorgvuldig. Geef de voorkeur aan complexe koolhydraten, met veel vezels zoals volkorenproducten en zilvervliesrijst. Deze vertragen de omzetting naar glucose.
Wie een dip heeft, is geneigd te grijpen naar zoetigheid of snoep. Dit is echter af te raden; de klachten worden erger in plaats van beter. Eet bij een suikerdip bijvoorbeeld ongesuikerde dadels of laat wat fruit in de mond ‘smelten’.
Een hypo
Mensen met diabetes kunnen een aanval van hypoglykemie krijgen, dit is een zogenaamde hypo. Het is in dit geval niet zo dat de alvleesklier dan een teveel aan insuline produceert, maar er is een teveel aan insuline toegediend. Een klontje suiker helpt het evenwicht herstellen. Dit suikerklontje helpt alleen bij mensen met diabetes. Het helpt niet als de alvleesklier juist teveel insuline produceert, omdat door extra suiker de alvleesklier nog meer insuline gaat produceren.