Loïs Bisschop (29) studeerde een maand geleden af: studie Culturele en maatschappelijke vorming – Was acht jaar lang verslaafd aan alcohol – Kickte anderhalf jaar geleden af en schreef daarover een boek Ik ben Loïs en ik drink niet meer dat in april verschijnt.
Loïs Bisschop was voor de buitenwereld gewoon een vrolijke meid die van feestjes hield en witte wijn. Dat ze elke avond minstens twee flessen leegdronk en doorging tot ze niet meer wist hoe ze in bed belandde, wist niemand. “Natuurlijk zagen anderen dat ik stevig kon drinken, maar ja, dat is heel normaal in het studentenleven.”
“Ik liep die ochtend op de Wibautstraat in Amsterdam, het was een heel normale dag. Ik had wel een kater, maar dat had ik in die tijd praktisch altijd. Vanuit het niets begon de wereld om me heen te draaien. Ik moest me vastgrijpen aan een lantaarnpaal om niet te vallen en heb daar zo een hele tijd gehangen. Opeens besefte ik: ‘Ik heb een alcoholprobleem’. Al zo’n acht jaar lang dronk ik veel te veel. Gedurende de laatste vier jaar zeker twee flessen witte wijn op een dag, maar nooit eerder had ik mezelf als verslaafd gezien. Tot op dat moment de waarheid tot me doordringt en er iets wezenlijks in me verandert. Ik besef me dat als ik zo doorga, ik mezelf doodzuip.”
Gehuild en gebruld
“Diezelfde dag heb ik alle tools ingezet die ik kon bedenken om met drinken te stoppen. Ik ben bij de huisarts en mijn familie langsgegaan en vertelde hen dat ik een alcoholprobleem had. Meteen wist ik dat ik er niets voor voelde om als een slachtoffer bij een kliniek aan te kloppen. Ik zie mijn verslaving ook niet als een ziekte. Mijn oergevoel zei me: Ik stop ermee en ga het zelf doen. Ik sloot mezelf drie weken lang op in mijn huis en filmde mezelf elke dag. Vanaf de derde dag voelde ik me een heel klein beetje de oude Loïs worden. Mijn eigenwaarde kwam voorzichtig terug. Al was het vreselijk moeilijk. De alcohol die zo lang mijn vriend was geweest, was nu opeens de vijand. Ik heb gehuild en gebruld, maar het is wel gelukt.”
Muts geworden
“Sinds anderhalf jaar ben ik nu nuchter. Misschien wel het moeilijkste vind ik dat alcohol in onze maatschappij altijd en overal aanwezig is. Je bent niet gezellig als je niet drinkt, is de boodschap. Niet alleen in reclamespotjes, ook in de echte wereld. Ga ik uit, dan moet ik meerdere keren op een avond zeggen dat ik alcoholverslaafd ben geweest en dus niet meer drink. Doe ik dat niet, dan blijven mensen aandringen, ‘Doe niet zo saai! Wees niet zo ongezellig’. Feestjes ’s avonds trek ik daarom niet meer. Ik ben een overdagmens geworden. Lunchen met mijn vriend of vriendinnen vind ik leuk en daarna tweedehandswinkeltjes afstruinen. Ik haak tegenwoordig zelfs! Ja, ik ben dus ook echt een saaie muts geworden. Haha!”
Op tijd gestopt
“Mijn moeder was de enige die doorhad dat ik te veel dronk. Ik was ook een meester in het verbloemen en vermeed mensen die niet met me meedronken. Mijn moeder verloor allebei haar ouders aan alcoholisme, dat maakt het extra wrang. Al van jongs af aan waarschuwde ze me voor de gevaren van alcohol. Er werd bij ons thuis ook nooit een druppel gedronken. Ik denk dat dat het juist extra aantrekkelijk voor me heeft gemaakt; alcohol was iets spannends. Mijn zus wist van niets. Een stukje van onze familieband is hierdoor wel beschadigd. Gelukkig ben ik op tijd gestopt. Ik heb nog tijd om het goed te maken.”