Eten als houvast, eten als troost, eten om de gezelligheid. In de westerse wereld is eten in overvloed. Een luxe die velen van ons dagelijks in de weg staat. Drie portretten.
Deze vrouwen lazen allemaal het boek ‘Uit de ban van emotie eten’ van Joanne Kortink. In deze artikelen vertellen ze over hun relatie met eten en hun ervaringen met het boek.
Eten is troost – Ingrid van Woerkom
“Ik ben een eeuwige jojo’er. Ik schommel tussen de 59 en 84 kilo. Ik ben al zeven keer van laag naar hoog gegaan. Ik wist tot voor kort niet dat ik een emotie-eter was, maar ik ben het wel degelijk. Als ik het druk heb op mijn werk, zegt een stemmetje in mijn hoofd: ‘Och, wat zielig dat je het zo druk heb. Troost jezelf maar met wat lekkers.’
Het slaat nergens op, maar het gebeurt. Ik eet dan alles wat voorhanden is. Bijvoorbeeld: twee pakjes liga of drie als die in mijn la liggen. Ik heb meestal een pakje voorgesneden 20+ kaas in mijn la liggen om mijn brood mee te beleggen. In zo’n bui eet ik de plakjes ook op. Of ik graai uit de droppot op mijn bureau. Soms jas ik er twintig dropjes doorheen en dan blijf ik nog eten. Als er niks in mijn la ligt, ga ik bij collega’s kijken of die wat te snaaien hebben.
Geen idee waar die link met dat zielige vandaan komt. Die was er vroeger niet. Ik was juist blij met mijn bakje chips en bekertje frisdrank op de zaterdagavond. En omdat we zelden uit eten gingen, verheugde ik me daar weken op.
Ik was geen makkelijke eter. Ik zat soms zo lang achter mijn bordje dat de jus stolde. De dokter gaf me een drankje om de honger te stimuleren. Ik was niet graatmager, maar het was wel een probleem voor mijn ouders.
Dikker werd ik toen ik een baan kreeg in het centrum van de stad. ‘Neem even een broodje voor me mee’, zei ik tegen een collega die eerder pauze had. Als ik zelf pauze had, haalde ik nog een broodje. En dan had ik tussen de middag nog de boterhammen die ik van huis had meegenomen. In het midden van de ronde tafel waar we aan zaten te bellen, lag vaak een zak chips of drop.
Toen ik een baan buiten de stad kreeg, waar minder eetverleidingen waren, ging ik voor het eerst lijnen. Het ging prima. Diëten komt aan op discipline en dat heb ik wel. Maar vier weken nadat ik op mijn gewicht was mocht ik alles weer. En dus nam ik het er van!
Rond mijn veertigste had ik het helemaal gehad met dat lijnen. Ik dacht: Ik ben getrouwd, gesetteld. Ik gooi al mijn kleren maat 38/40 in de zak van Max en blijf gewoon lekker eten. Het was even leuk, maar op den duur begon ik toch van mezelf te balen; ik had last van mijn rug en knieën. Bovendien staat een maat 44 heel anders. Ik ben nu 68 kilo en dat is best. Tussen de 65 en 70 kilo mag ik van mezelf heen en weer. Maar ik wil ook genieten. In de herfst gaan we ieder jaar all inclusive naar Turkije. In zo’n vakantie eet ik gezellig mee met de rest. Thuis ga ik wel weer lijnen.”
Tip: “Wat ik interessant vind is Kortinks beschrijving van het feit dat je verschillende stemmetjes hebt in je hoofd. Dat heb ik dus ook. Een stemmetje dat zegt ‘Je bent zo druk. Wat zielig voor je. Neem maar wat lekkers.’ Een ander stemmetje zegt: ‘Dat mag niet. Je bent op dieet.’ Daar ga ik mij de komende weken verder in verdiepen.”
Tip: “Wat voor soort honger heb ik eigenlijk; ooghonger, neushonger, oorhonger, mondhonger, maaghonger, harthonger of hoofdhonger? Bij mij is het hoofdhonger. Afleiding zoeken, zoals een vriendin bellen of een wandeling maken helpt dan niet. De gedachte blijft in mijn hoofd.”
Controle-eten – Ivanka Pierik:
“Sinds mijn tienertijd heb ik eetbuien. Of ik weiger eten om grip te krijgen op gevoelens van emotioneel onbehagen. Na vele jaren bij verschillende hulpverleners is het iets dat bij mij hoort; mijn manier van omgaan met spanning.”
“Ik was als kind al een lekkerbek en verheugde mij op verjaardagen vanwege de koek, snoep en chocola die ik zou krijgen. Huiswerk maakte ik standaard met iets lekkers erbij anders kon ik me niet concentreren. Als mijn moeder van huis was, veerde ik op en plunderde de snoeptrommel.
Met mijn 1 meter 64 en 47 kilo had ik een normaal postuur, hoewel ik mijn bovenbenen aan de stevige kant vond. Ik was onzeker. Op een schoolfeest, ik was 14 jaar, zag ik een spichtig meisje met lange haren. Ik vond haar prachtig; zo mooi wilde ik ook worden. Op dat moment nam ik me voor om te stoppen met snoepen.
Toen ik vriendinnen werd met een groepje meiden dat elkaar al vanaf de kleuterschool kende, groeide mijn gevoel van onzekerheid. Ik hoorde erbij, maar ook weer niet. Mijn controle over het snoepen werd mijn houvast.
Mijn ouders waren eerst blij dat ik – in hun ogen – niet meer zo met snoep bezig was. Tot het moment dat ik op de maaltijden bezuinigde; één boterham in plaats van twee, en steeds dunner belegd. Ik bleef over op school zodat ik de lunch thuis kon overslaan. ‘Ga jij eens op de weegschaal’, sommeerde mijn moeder toen ik een nieuw badpak kwam showen.
Anorexia. Het ging snel over in boulimia en dat ging nooit helemaal over. Als ik veel werk gaat het goed. Dan ben ik daarmee bezig en voel ik me zeker.
Maar sinds vorig jaar gaat het bergafwaarts. Ik hoorde dat ik borstkanker heb met uitzaaiingen in de lever en de huid. Ik ben bijna onafgebroken aan het kuren om mijn leven te verlengen. Sinds de ziekte nam het emotie-eten weer toe. Met kanker leef je van uitslag naar uitslag. Als de spanning toeneemt, zoek ik houvast in eten.
Ik eet volgens een strak regime. Elke neiging tot tussendoortjes druk ik de kop in. Als ik toe geef aan één tussendoortje loopt het uit de hand en probeer ik het er daarna weer uit te krijgen. Eetbuien heb ik wel, maar ik plan ze. Ongeveer twee per week. Dan eet ik boterhammen met boter en jam, koekjes, cake, chocola. Daarna gaat alles er weer uit. Soms denk ik daarna: ik ben het eetmonster te slim afgeweest, want ik kom niet aan. Ik hoef niet op de spreekwoordelijke blaren te zitten.
Met mijn vriend kan ik er over praten. Hij vindt het naar voor mij, en laat het probleem verder bij mij. Als ik bij hem ben, ‘verlaag’ ik me niet tot vreetgedrag. Ik geniet als we uit eten gaan, hoewel ik mezelf beperk in de keuze op de menukaart. Ik neem geen dingen waar in mijn ogen teveel calorieën in zitten, zoals appeltaart met noten. Van eten in gezelschap geniet ik erg. Al zal ik minder flink opscheppen dan de gemiddelde mens bij een buffet.
Ik verdraag alle chemo’s goed. Ben nog niet erg ziek van de kanker. Ik ben mij ervan bewust dat ik mijn lichaam zo goed mogelijk moet voeden. Daarom zou het hartstikke mooi zijn als ik nog van de eetstoornis afkwam. Die hoop blijf ik houden.”
“Zeer waardevol vond ik de oefening uit het boek waarbij je moest nadenken over hoe je leven er over vijf jaar uitziet als je respectievelijk wél en niet je eetprobleem aanpakt.
Toen ik deze oefening geconcentreerd deed, kwam het verschil tussen het positieve en negatieve scenario keihard binnen. Dat maakt het makkelijker om gemotiveerd met het programma aan de slag te gaan – en ermee dóór te gaan, ook op de dagen dat het allemaal wat meer moeite kost.”
Feest-eten – Madelon (40)
“Eten associeer ik met feest en gezelligheid. Tijd voor elkaar. In het gezin waar ik opgroeide, gingen we uren gourmetten als er iets te vieren was. Bijvoorbeeld als mijn vader thuiskwam – hij was voor zijn werk soms dagen achtereen van huis. In de weekends dekte mijn moeder de ontbijttafel uitgebreid en kwamen er lekkere broodjes op tafel. Onlangs hadden we familieweekend; iedereen sjouwt tassen vol lekkere dingen mee.”
“Ik was altijd stevig. Ik was niet zo dik dat er per se wat af moest, maar het had wel wat minder gemogen. Tijdens drie zwangerschappen vlogen de kilo’s eraan en ze bleven plakken.
Er gebeurde bovendien zoveel in mijn leven dat ik de structuur van een normaal eetpatroon totaal kwijtraakte.
Ik was 27 jaar, had een droombaan als jobcoach voor verstandelijk gehandicapten, toen er een auto frontaal op de mijne botste. Hij reed door rood binnen de bebouwde kom. De jaren die volgden stonden in het teken van onderzoeken, administratieve rompslomp, een rechtszaak.
Mijn vader werd ziek: darmkanker. Na een ziekbed van 2,5 jaar overleed hij. Mijn moeder kreeg na haar tweede heupoperatie een longembolie. Er was altijd wel wat.
Tussendoor raakte mijn schildklier ook nog tot twee keer toe ontstoken, waarna deze een periode niet functioneerde. Of ik nou veel of weinig at; ik werd niet meer dikker, maar viel ook niets af. Maar was en bleef veel te zwaar. Als klap op de vuurpijl werd mijn man ontslagen.
En zo gingen we elf jaar lang van hot naar her in de overleefstand. ‘Dan eten we maar niet of even makkelijk’, dacht ik ’s avonds vaak. En een bijzondere reden voor iets lekkers was er altijd wel. Als we thuis kwamen na een lange dag, schonk ik mezelf een glas wijn in met een blokje kaas of chips. Goed nieuws over de rechtszaak of mijn vaders’ gezondheid vierden we met een lekker etentje of via de afhaalChinees.
Sinds vorig jaar kwam ons leven in rustiger vaarwater. Mijn moeder maakt het weer goed, mijn man begon een eigen bedrijf. Ineens had ik tijd om na te denken, en stil te staan bij mezelf en de 126 kilo die ik inmiddels woog; wie ben ik? Wat wil ik? De afgelopen jaren waren hectisch en zwaar. Door het ongeluk, belandde ik in de WAO en had geen doel meer.
Een goede fysiotherapeut hielp me structuur en rust terug te brengen. Ik doe nu vrijwilligerswerk en bezorg twee dagen per week de post. Betaalde beweging.
Maar het allerbijzonderste komt nog; ik won met een prijsvraag een reis naar Australië voor het hele gezin. Daar wilden we altijd al een keer naar toe, omdat mijn zwager daar woont. Toen tot me doordrong dat we er nu echt naar toe konden, was het eerste dat ik dacht: Met dit gewicht ga ik niet in een vliegtuig zitten.
Ineens had ik een motivatie om gewicht te verliezen. Inmiddels ben ik al twintig kilo kwijt. Ik kan nu overal aan meedoen en heb niet het idee dat ik mezelf wat ontzeg. Laatst hadden de kinderen ons verrast met een feestelijke ontbijttafel. Dat zit toch in de familie. En dan geniet ik natuurlijk ook van een broodje filet americain. Ik snijd het in kleine stukjes en eet het met aandacht op. Eten blijf ik gezellig vinden, maar er is een knop omgegaan.”
“De tip waar ik het meeste aan heb uit het boek is ‘de saboterende gedachten’ loslaten. Zoals; ‘Eerst dit weekend nog een feestje, daarna nog een etentje met collega’s maar daarna …’ Ik sta nu stil bij de betekenis van deze gedachten en buig ze om: Wat goed dat ik deze week, ondanks dat gezellige en heerlijke etentje, toch op gewicht gebleven ben. Het afvallen is een stuk makkelijker en ik voel me niet meer schuldig, maar een tevreden mens.”
Als eten eten is, maar ook troost (of beloning)
Uit onderzoek blijkt dat mensen met eet- en gewichtsproblemen niet alleen last hebben van hun kilo’s. Er is bij de meesten sprake van een onderliggend probleem, zoals te weinig zelfvertrouwen of boosheid. Ook hebben ze niet goed leren luisteren naar hun eigen behoeftes. Om die reden is niet hun maag leidend om de koelkast of een pak koekjes open te trekken. Wat wel? Boosheid, faalangst of perfectionisme.
Wie eten gebruikt als troost, afleiding, verdoving of zelfs beloning, wordt sneller (te) dik. Emotie-eten leidt om die reden tot overgewicht, maar ook tot rigoureus afvallen of jojo’en. Bovendien liggen eetbuien, eetverslavingen of boulimia op de loer.
Vanuit dit principe schreven Joanna Kortink en psycholoog Greta Noordenbos (Universiteit Leiden) het boek ‘Uit de ban van emotie-eten; een nieuwe oplossing voor eet- en gewichtsproblemen’. Kortink heeft al meer boeken over eetproblemen op haar naam staan (‘Uit de ban van eetbuien’ en ‘ Eerste hulp bij eetbuien’ ). Ze schrijft uit eigen ervaring; zelf had ze ooit anorexia en boulimia. Noordenbos doet al jaren wetenschappelijke onderzoek naar eetstoornissen.
In het lees – en werkboek ‘ Uit de ban van emotie-eten’ zijn niet dagmenu’s of kilo’s tellen belangrijk. Het boek toont helder hoe een eetprobleem zich ontwikkelt en hoe het is te overwinnen met methodes die wetenschappelijk zijn en in de praktijk hun waarde hebben bewezen.
En op de weg naar een gezonde leefstijl, zullen we altijd tegen tegenslag aanlopen stelt Kortink. Erg? Nee, het is nodig voor de ontwikkeling die we doormaken. “Denk niet dat één mislukking fataal is of dat je er bent met één succes. De moed ervoor te blijven gaan is wat telt!”
Emotie-eten
Uit de ban van emotie-eten; een nieuwe oplossing voor eet- en gewichtsproblemen, Joanna Kortink en Greta Noordenbos, ISBN 978 90 215 4916 3 (€ 19,95)