We leven allemaal als Sjakies in de chocoladefabriek. De hele dag door worden we verleid tot eten, eten en nog eens eten. Geen wonder dat dit strijd oplevert. Annette, Ingrid en Samantha vertellen over hun haat-liefdeverhouding met de weegschaal
Wie: Annette Born (41)
In de tijd dat Annette slechts een aardbei per dag eet, wordt ze van straat geplukt door een modellenbureau. Dit is voor haar het signaal dat slank zijn gelijkstaat aan succes. Nooit wil ze meer dik zijn. De zwangerschapskilo’s die vervolgens achterblijven, dwingen haar tot drastische maatregelen.
“Als puber kreeg ik problemen met mijn gewicht. Ik was dikker dan mijn vriendinnen – ik had maat 44 en wilde eigenlijk maatje 36 – en dat deed veel met mijn zelfbeeld. Op mijn vijftiende begon ik met lijnen. Van de één op andere dag stopte ik met snoepen. Heel langzaam sloop het erin; ik at steeds minder en begon mijn grenzen te verleggen. Het eindigde in anorexia.”
“Ik at maar één aardbei per dag. Naarmate ik magerder werd, kreeg ik steeds meer positieve aandacht. Ik werd zelfs van straat geplukt door een modellenbureau. Voor mij was dat een signaal: dik zijn is dus niets, slank zijn brengt succes. Er ging een wereld voor me open. Ik was niet langer het dikke meisje en liep modeshows. Ondertussen had ik wel een sluipmoordenaar in mijn leven. Ik wilde zelfs mijn tanden niet poetsen, omdat ik bang was dat ik daarvan aankwam.”
Vicieuze cirkel
“Met strenge begeleiding van de huisarts ben ik weer normaal gaan eten. Op mijn twintigste had ik mijn eetpatroon terug op de rit. Eén ding wist ik zeker: ik wilde nooit meer dik zijn. Dit is niet gelukt. Aan het begin van de zwangerschap van mijn dochter woog ik 69 kilo, aan het eind 105. Tonnetjerond was ik. Hoe dat kwam weten we niet. De meest voor de hand liggende reden is dat mijn lichaam na een hongerperiode veel is gaan vasthouden om zo te zorgen voor de baby.”
“Een paar weken na de bevalling woog ik nog steeds honderd kilo. Vanaf dat moment kwam ik in een vicieuze cirkel van lijnen, hongeren, het niet volhouden en weer aankomen. Op een gegeven moment was ik zo radeloos dat ik me aanmeldde voor een maagbandoperatie. Ongeveer zeven jaar heeft de maagband in mijn lichaam gezeten, tot er complicaties optraden. Ik kon niet meer eten en zelfs niet meer drinken. De maagband werd op non-actief gesteld.”
“Ik woog 123 kilo en was vreselijk ongelukkig met mijn lichaam. Op een dag wilde ik de bus halen, maar dat lukte niet omdat ik niet kon rennen. Ik wist dat er nog één redmiddel voor mij bestond: een gastric bypass.”
“Zestien maanden heb ik nu een maagverkleining. Als ik in de spiegel kijk, kan ik het bijna niet geloven. In plaats van maat 52/54 draag ik nu maat 42. Eindelijk ben ik trots op mijn lichaam. Het meest bijzondere is de vrijheid die ik voel. Ik pas gewoon in de Python, ik kan in iedere winkel kleding kopen en met mijn benen over elkaar zitten. Annette is niet dik meer en dat voelt fantastisch.”
Wie: Ingrid Jansen (39)
Kijkt ze nu in de spiegel, dan ziet ze iemand die er mag zijn. Vroeger zag ze iemand die lelijk was. Door vallen en opstaan veranderde Ingrids zelfbeeld. En door een beetje hulp van een collega.
“Van kinds af aan was ik te zwaar en werd ik gepest. Ze noemden me dikzak, varken of olifant. Op de middelbare school begon ik met mijn eerste dieet. Ik at overdag twee crackertjes en ’s avonds warm eten. In die tijd was eten mijn vijand. Een vijand die je altijd en overal tegenkomt. Het is als proberen te stoppen met roken in een omgeving waarin iedereen rookt.”
“Na de middelbare school begon ik met de opleiding elektrotechniek. Ik kwam in een klas terecht met jongens die allemaal op school gepest waren, alle twaalf. Dit zorgde ervoor dat iedereen elkaar accepteerde en er niet gepest werd. Dat was het keerpunt voor mij. Toen ik afgestudeerd was, startte ik met werken en werd ik steeds meer gewaardeerd om wie ik was en wat ik kon.”
Rubensdame en junkfood
“Een collega van mij wees me op een dag op het schilderij ‘De drie Gratiën’ van Rubens. Ik zag het typisch weelderige vlees van deze Rubens’vrouwen en voor het eerst drong het tot mij door dat er meer schoonheidsidealen zijn. Ik realiseerde me dat het huidige schoonheidsideaal vooral opgelegd wordt door de media. Zo was vroeger voller en gezetter juist mooi. Toen ik op een Engelstalige website de term ‘Rubenesque’ tegenkwam, besloot ik me ook Rubensdame te noemen. Als statement en om mezelf te onttrekken aan de reclames en bushokjesposters.”
“Nu pas besef ik dat we allemaal mensen zijn en dus allemaal gelijkwaardig. Het maakt niet uit of je blank, zwart, rood, dik of dun bent. Daarom heb ik niet zoveel ruzie meer met mezelf. Ik kan nu meer genieten van kleine, gelukkige momenten, zoals een kopje koffie of een wandeling in de zon. Ook maak ik me minder druk en heb ik een gevoel van waardigheid.”
“Door deze mentaliteitsverandering is het makkelijker om gezond te leven. Als je van jezelf en je lijf houdt, dan stop je geen junkfood en andere rotzooi in je lichaam. Dit is een veel duurzamere verandering dan al dat diëten. Het heeft mij veertig zware jaren gekost om te geloven in mezelf en nog steeds is het soms moeilijk.”
“Ik ben tevreden, maar hoop in de toekomst mijn leefstijl zo ver aan te passen dat ik een gezond gewicht heb. Desondanks wordt het ook tijd dat we in onze maatschappij ophouden met gezanik over uiterlijk. We zijn tenslotte allemaal mensen en hebben allemaal onze talenten. Waarom moet het één beter zijn dan het ander?”
[streamer] “Ik sta nog steeds vier à vijf keer in de week op de weegschaal. Ik weet dat je gewicht een halve kilo kan schommelen, maar het heeft wel invloed op mijn humeur”
Wie: Samantha Meijers (25)
Foto’s op Facebook deden Samantha beseffen dat ze zwaarder was dan ze dacht. Inmiddels heeft ze maat 38, maar nog niet het droomlijf waar ze over fantaseert. Daarom let ze streng op wat ze eet en sport ze vijf keer per week.
“Mijn hele leven ben ik al flinker geweest. Als kind had ik een leuke groep vriendinnen en voelde ik me nooit dik. Pas na de middelbare school liep het uit de hand. Een paar keer per week ging ik naar de kroeg. Daar werd gedronken en vaak at ik ’s nachts nog een patatje. Op mijn dieptepunt woog ik negentig kilo. Toch was ik niet ongelukkig en voelde ik me ook niet dik. Toen ik op mijn 21e voor mijn studie naar Griekenland ging, kwam hier verandering in. De foto’s die na een feestje op Facebook werden gezet, deden mij beseffen dat ik zwaarder was dan ik dacht. Op de meeste foto’s stond ik met twee of drie mensen en naar mijn idee was ik steeds de dikste en de lelijkste. Heel confronterend. Ik vond dat er iets moest veranderen.”
Invloed op humeur
“Toen ik terugkwam in Nederland kreeg ik veel complimenten. Dat was een stimulans om door te gaan. Op mijn werk leerde ik een collega kennen die een koolhydraatarm dieet volgde. Hij verloor zo veel kilo’s, dat wilde ik ook! Ik verdiepte me in het dieet en volgde het heel strikt; ik at geen brood, aardappelen, rijst en pasta meer. Ik raakte snel gewicht kwijt en omdat ik een enorme groente- en vleesliefhebber ben, was het goed vol te houden. In januari bereikte ik mijn streefgewicht.”
“Nu heb ik dan wel maat 38, maar toch ben ik nog niet tevreden. Nog steeds let ik streng op wat ik eet en sport ik vijf keer in de week. Zo hoop ik ooit het droomlijf te krijgen dat ik al zo lang wil.”
“Als je mij drie en half jaar geleden had gezegd dat ik zo veel zou afvallen, dan had ik het nooit geloofd. Nu zit ik veel beter in mijn vel. Ik ging altijd al graag met vriendinnen op stap, maar dan kregen zij vooral veel aandacht. Nu merk ik dat het ook vaak andersom is en dat is natuurlijk heel goed voor mijn zelfvertrouwen.”
“Toch sta ik nog steeds vier à vijf keer in de week op de weegschaal. Ik weet dat je gewicht een halve kilo kan schommelen, maar het heeft wel invloed op mijn humeur. Het geeft een rot gevoel als ik iets ben aangekomen. Eén keer in de week op de weegschaal staan lukt mij nog niet. Ik hoop dat dit in de toekomst anders is. Al ben ik al heel trots op mezelf, de laatste loodjes wegen het zwaarst.”
De weegschaal is geen boos apparaat
Calorieën zijn de beestjes die ’s nachts je kleding kleiner maken, wordt weleens gegrapt. Onzin natuurlijk, net als je dagelijks wegen en denken dat eten je kan troosten. Hoe het wel zit, weet dieetpsycholoog Heleen Ligtelijn.
Waarom meten vrouwen zo veel af aan de weegschaal?
“Gewicht is in de huidige maatschappij synoniem geworden voor mooi zijn. Daarom denken veel vrouwen: als ik maar slank ben, dan ben ik ook mooi. Het idee leeft dat dik lelijk is en dat het zwak is om te zwaar te zijn. Daarnaast worden vrouwen meer dan mannen afgerekend op hun uiterlijk. Dat is iets wat uit de evolutie is voortgekomen. De vrouw moet vooral mooi zijn en de man vooral succesvol om een partner vast te houden.”
Welke plek zou de weegschaal eigenlijk in ons leven moeten innemen?
“Ik spreek regelmatig vrouwen die iedere ochtend op de weegschaal staan. Als ze twee ons zwaarder zijn dan de dag ervoor, dan zijn ze ervan overtuigd dat ze iets verkeerd hebben gedaan. Maar gewicht is iets wat fluctueert. Je kunt niet twee ons vet aanmaken binnen een dag. Toch blijft dat negatieve gevoel. Eigenlijk is er niets mis met af en toe wegen. De weegschaal is geen boos apparaat waar we allemaal à la minute van af moeten. Maar je moet wel beseffen dat het geen zin heeft om er iedere dag op te staan. Het moet je leven niet gaan beheersen.”
Hoe kom je van dat gevoel af?
“Het is belangrijk om je te realiseren dat de weegschaal een indirecte manier is om je succes met je diëten af te lezen. De weegschaal weet precies hoe zwaar je bent op welk moment, maar wanneer je afvalt, gaat dit niet in een rechte lijn, maar in een golfbeweging. Dagelijks wegen heeft dan weinig zin. Vaak zoeken mensen bevestiging in de weegschaal. Deze bevestiging moet je in andere dingen gaan zoeken. Stel voor jezelf doelen op, zoals maximaal één koekje bij de koffie, en heb er vertrouwen in dat wanneer je je aan deze doelen houdt, je automatisch ook gaat afvallen. Je hoeft dan niet continu op de weegschaal te staan.”
Wanneer weet je dat je gewicht te veel invloed heeft op je leven?
“Ik denk dat het heel duidelijk is op het moment dat je niet kunt genieten van eten, maar wanneer eten gepaard gaat met interne dialogen. Als je merkt dat je je bij negen van de tien happen die je in je mond steekt afvraagt: ‘Kan dit wel? En mag dit wel?’, dan is het een duidelijk signaal dat je gewicht te veel invloed heeft op je leven.”
Stellen we niet te hoge doelen aan onszelf?
“Ja. Diëten wordt gelijk gesteld aan vreemd eten, terwijl je dat juist niet moet doen. Kijk naar jezelf. Als je veel plezier beleeft aan een stukje chocola bij de koffie ’s avonds, gun jezelf dat dan. Je kunt niet eten zoals iedereen, dus blijf bij een eetpatroon wat bij jou past. Iedereen weet best wat gezond is. Laat het je dus niet aanpraten door de nieuwe Dr. Frank of Sonja Bakker.”
Waarom valt de een af in een stressvolle periode en komt de ander aan?
“Als je stress hebt of heftige emoties ervaart, dan is het heel logisch dat je minder honger hebt. Je moet je lichamelijk voorbereiden op actie, dus heb je geen tijd om een boterham te smeren. Het feit dat mensen emoties koppelen aan eten is in de basis onnatuurlijk. Eigenlijk hebben emoties en eten niets met elkaar te maken.”
“Emotie-eten komt doordat mensen iets voelen knagen, maar het gevoel niet kunnen plaatsen. Er wordt dan gedacht: ik zal wel honger hebben. Dat is iets wat van jongs af aan al wordt geleerd.”
En hoe kom je hiervanaf?
“Je moet onderscheid leren maken tussen emoties. Het verschil leren zien tussen een lege maag, verveling of iets anders. Wanneer je dit weet, kun je het gevoel bij de bron aanpakken. Je moeten leren iets anders te doen dan eten, want eten heb je jezelf aangeleerd. Daarom gaat je lichaam daarnaar vragen. Kom erachter wat je lichaam wel nodig heeft en handel hiernaar. ”
Heleen Ligtelijn is als psycholoog gespecialiseerd in afvallen en eetgedrag. Ook schrijft ze op haar website: www.dieetpsycholoog.nl