Het moment dat zijn zoon aan komt rennen met de boodschap dat hij ‘nú naar huis moet, want er is een lever’, vergeet hij nooit. Al onderweg in de ambulance is Erik ontzettend blij. En dat gevoel houdt hij vast.
“Een jaar geleden dacht ik dat ik doodging. En nu gaat het geweldig met mij. Ik werk zelfs al weer fulltime. Sinds 1997 heb ik PSC: een leverziekte die de galwegen chronisch ontsteekt. Door de ontstekingen komen er littekens in de galwegen, waardoor het gal zich ophoopt en ik mezelf vergiftig. Met operaties zijn mijn galwegen in vier jaar tijd zeven keer opgerekt, waarna ik er tijdelijk weer tegenaan kon. Ik hoopte het zo tot mijn 50e vol te houden, maar mijn conditie verslechterde in sneller tempo.
Sinds 2008 maak ik lijstjes met dingen die ik nog wil doen in mijn leven: lange vakanties met mijn gezin, klimtochten in Frankrijk met mijn fietsvrienden, de halve marathon lopen.”
“In de zomer van 2011 toerde ik met mijn gezin vijf weken actief door Spanje en Frankrijk. Met het oog op mijn gezondheid was het onverstandig, maar wij wilden de tijd stilzetten en genoten volop. Thuis stonden we weer tegenover de medische realiteit.”
“Eind 2011 kwam ik op de wachtlijst voor transplantatie. Je urgentie op de lijst hangt af van drie gehaltes: stolling, bilirubine (geelheid) en creatinine. Ik was niet urgent, want alleen mijn bilirubine was hoog. Eind 2011 begon ik af te takelen: het bilirubine ging in een paar maanden van 70 naar 100 naar 300. Een normaal bilirubine ligt tussen de 5 en 20.”
‘Er is een lever voor je’
“Familieleden huilden als ze me zagen. Zo verzwakt zag ik eruit. Financieel regelde ik de zaken met het idee dat het snel voorbij zou kunnen zijn. Ik zat in een continu rouwproces. Met mijn kinderen sprak ik niet over mijn naderende einde.”
“Gevoelsmatig leefde ik in de overtuiging dat het goed zou komen. Dat gebeurde op 24 mei 2012. Het was een prachtige, warme dag. Ik voelde me relatief goed en was met mijn dochter bij de recreatieplas in de buurt toen mijn zoon kwam aanrennen. ‘Papa, je moet nu naar huis komen. Er is een lever voor je.’ Tien minuten later zat ik met een big smile in de ambulance. Door een sportieve levensstijl was mijn conditie – afgezien van de lever – goed en mede daardoor zat ik vier dagen na de operatie alweer op de hometrainer.”
“Ik dank mijn leven aan iemand die zo goed was zich te registreren als donor. Dankzij hem heb ik toekomstperspectief en kan ik plannen maken. Bovenaan staan activiteiten met mijn gezin, zoals met zijn allen op skivakantie. Ik ben ongelooflijk dankbaar voor de mazzel die ik heb gehad. Een deel van mijn tijd besteed ik aan voorlichting en werving van donoren. Gemiddeld sterft bijna om de dag een Nederlander in afwachting van een orgaan. Iedere persoon die ik over de streep trek om donor te worden, kan een ander redden.”