Biologisch staat voor gezond, groen en diervriendelijk. Het is die gezellige kromme wortel die met liefde is gekweekt, de eieren van blije kippen en de trots van een milieubewuste boer. Maar is biologisch echt beter? Of geeft het ons vooral een goed gevoel?
Naast vier(!) snackbars zit er ook een biologische buurtwinkel in mijn straat. ‘Rio de bio’, uitnodigender kan het bijna niet klinken. Toch kies ik meestal voor gemak en vul mijn mandje bij de supermarkt om de hoek. Gek eigenlijk, want als ik het beurtbalkje op de kassaband leg en achter mij een biologische pompoen, ambachtelijk biologisch brood en andere biologische producten zie, kijk ik beteuterd naar mijn eigen boodschappen. Was ik maar zo gezond, zo milieubewust en luisterde ik maar minder naar mijn portemonnee. Het biologische heilig boontje dat ik zou willen zijn ben ik niet. Ik koop minder biologisch dan mijn geweten wil en mijn moestuin bestaat alleen in mijn dromen. Misschien zou de keuze voor biologisch makkelijker zijn als ik zeker zou weten dat het gezonder is. Ik denk het wel, en verwacht het ook, maar hoe zit nu echt?
Is biologisch beter voor je eigen gevoel?
Kiezen voor biologisch geeft mij een goed gevoel. Als je naar de cijfers kijkt, ben ik lang niet de enige. Biologisch zit wereldwijd in de lift. In Nederland groeide de omzet in 2015 met 11,5 procent. Vooral bij koffie, thee, zuivel, groente en vlees wordt vaak voor de biologische variant gekozen. “Zelfs in Nederland, waar we graag voor een dubbeltje op de eerste rang zitten, groeit het biologische aandeel in de supermarkt”, vertelt Edith Lammerts van Bueren, hoogleraar Plantenveredeling en onderzoeker aan het Louis Bolk Instituut, een onderzoeksinstelling op het gebied van duurzame landbouw, voeding en gezondheid. “Consumenten willen biologisch kopen vanwege de smaak, omdat ze weten dat er geen chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen en preventieve antibiotica gebruikt worden, er minder stress is bij dieren en meer biodiversiteit. Ze vertrouwen erop dat biologisch goed is voor je gezondheid, de bodem en de dieren.”
Is biologisch schoner?
Dat bij biologische producten maar heel beperkt natuurlijke bestrijdingsmiddelen gebruikt mogen worden, speelt een grote rol bij het kiezen voor biologisch. Iedereen kent de horrorbeelden van compleet ingepakte mensen die met een gifspuit tomaten, wortels en kolen te lijf gaan. Biologisch móét dan wel gezonder zijn, toch? “Nee”, zegt Martin van den Berg, toxicoloog aan de Universiteit van Utrecht, stellig. “Natuurlijk zitten er minder chemische bestrijdingsmiddelen in biologische groente en fruit. Alleen de niveaus van bestrijdingsmiddelen op niet-biologische producten zijn vrijwel altijd zo laag dat ze eigenlijk altijd onder de norm zitten. Als je onder het niveau blijft dat voor ons berekend is, en daar zit altijd nog een veiligheidsmarge in, hoef je je echt geen zorgen te maken over je gezondheid. De dosis maakt het pas gif. En als je een keer een product eet dat qua bestrijdingsmiddelen over de norm gaat, krijg je niet meteen enge ziektes.” Volgens Van den Berg zijn de bestrijdingsmiddelen ook niet te vergelijken met die van twintig of dertig jaar geleden: “De kijk op risico’s van chemische bestrijdingsmiddelen is meestal gebaseerd op het verleden. De stoffen zijn veel geavanceerder geworden, waardoor ze snel afgebroken worden en specifiek werken. Kiezen voor biologisch omdat je het milieu wilt sparen of vanwege het dierenwelzijn, zou daarom veel zwaarder moeten wegen dan de angst voor stoffen zoals bestrijdingsmiddelen. De hoeveelheden hiervan zitten meestal ver onder het niveau waar toxicologen zich zorgen om maken.”
Naast het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen zijn er nog meer verschillen tussen biologische en gangbare producten: “Gemiddeld bevatten biologische plantaardige producten meer vitamine C en antioxidanten en minder cadmium, een giftig zwaar metaal dat opgenomen wordt via de bodem”, vertelt Wijnand Sukkel, agronoom aan de Wageningen University en Research. “Uit onderzoek blijkt dat de eieren van hennen met vrije uitloop juist meer dioxines bevatten, hoewel deze gehaltes wel onder de norm blijven. Ook is er een verschil in het gebruik van antibiotica in dierlijke producten. Het is toegestaan in de biologische landbouw, maar het gebruik ligt vele malen lager, omdat geprobeerd wordt om de dieren gezonder te houden. Er is daarom veel minder antibiotica nodig.”
Is biologisch gezonder?
Of biologisch gezonder is, is een optelsom van veel factoren. Volgens Lammerts van Bueren is deze vraag niet zo eenvoudig te beantwoorden: “Het is een heel ingewikkelde vraag waar nog veel onderzoek voor nodig is. Het zou mooi zijn als we onderzoek kunnen doen naar de relatie tussen een gezonde bodem, een gezond gewas en een goede humane gezondheid. Uit de wetenschappelijke onderzoeken die gedaan zijn, komt het nog niet eenduidig naar voren. We weten wel dat biologische boeren beter omgaan met de bodem, meer organische mest gebruiken en een andere manier van landbouw bedrijven om de ziektedruk te verminderen. Dit maakt de hele voedselproductie minder milieubelastend, wat weer een positief effect op onze gezondheid zou moeten hebben.”
Volgens Edwin Nuijten, onderzoeker Veredeling en Duurzame ketens aan het Louis Bolk Instituut, moeten we het effect van biodiversiteit ook niet vergeten: “Biologische landbouw denkt vanuit biodiversiteit, de wereld kan niet zonder. Biodiversiteit zorgt voor een rijkdom aan planten en dieren. Dat heeft een positieve invloed op het bodemleven en vervolgens op de biodiversiteit aan voedingsstoffen, bacteriën en schimmels in ons lichaam, en dus ook op onze mentale en lichamelijke gezondheid.”
Is biologisch beter voor de planeet?
Dat de onderzoeken naar de gezondheidsvoordelen van biologisch voeding nog in de kinderschoenen staan, staat vast. Over het effect van biologische landbouw op onze planeet weten we wel meer. Van den Berg: “Vanuit de toxicologie is er geen enkele reden om biologisch te eten met het idee dat je dan honderd wordt. Het goede nieuws is dat je door te kiezen voor biologisch wél de druk van bestrijdingsmiddelen op het milieu doet afnemen. Je kunt er het milieu mee sparen en ecosystemen mee beschermen. Dat zijn belangrijke ecotoxicologische argumenten.”
Wijnand Sukkel sluit zich hierbij aan: “Op de lange termijn heeft biologische landbouw een veel positiever effect op onze planeet. Het zorgt voor meer biodiversiteit in de bodem en de bodem wordt minder uitgeput. Het is alleen niet zwart-wit. Een biologisch geproduceerd peultje uit Kenia dat in het vliegtuig hierheen gebracht wordt, heeft een behoorlijke hoge milieubelasting. En dierlijke biologische producten zorgen juist voor meer broeikasgassen. Omdat gekozen wordt voor een beter dierenwelzijn, hebben de dieren meer ruimte om te bewegen en verbruiken ze meer energie. Er moet daardoor extra voer geproduceerd worden, wat zorgt voor de uitstoot van broeikasgassen.”
Is biologisch diervriendelijker?
Biologisch draagt dus meestal bij aan een mooiere planeet, mits het eten van dichtbij komt. Maar hoe zit het met het dierenwelzijn? Nuijten: “In de biologische landbouw hebben de dieren meer leefruimte en zijn ingrepen zoals het couperen van staarten bij varkens en snavels bij kippen niet toegestaan. Verder gaan de dieren gegarandeerd naar buiten, mits de kippen niet opgehokt worden, en wordt antibiotica spaarzaam ingezet. Al met al hebben dieren het dus beter in de biologische veehouderij dan in de intensieve veehouderij.” Wijnand Sukkel: “In de biologische regelgeving zijn allerlei zaken opgenomen die bevorderlijk zijn voor het dierenwelzijn, zoals meer bewegingsruimte. Het antibioticagebruik in de biologische veehouderij ligt veel lager dan in de gangbare veehouderij. Daaruit blijkt dat de dieren veel weerbaarder zijn. Indirect is dat ook belangrijk voor de menselijke gezondheid. Bij een lager antibioticagebruik in de veehouderij ontstaan er ook minder antibioticaresistente bacteriën.”
Is kiezen voor biologisch nu makkelijker?
Na de verhalen over bestrijdingsmiddelen, biodiversiteit en dierenwelzijn loop ik weer met mijn boodschappenmandje door de supermarkt. Is kiezen voor biologisch nu makkelijker?, vraag ik me af. Het antwoord vind ik terwijl ik langs de schappen slenter. Het lijkt alsof alle producten een verhaal vertellen. De kromme biologische wortel staat symbool voor een mooiere planeet, de biologische eieren voor blije kippen en de biologische komkommer smaakt al lekker voordat ik hem geproefd heb, alleen omdat ik weet dat er minder bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt. Ik besef nu dat kiezen voor biologisch niet alleen gaat om cijfers en onderzoeken, maar vooral om vertrouwen en het gevoel dat het je geeft. Daarom kies ik bewust voor wat mij een goed gevoel geeft. Steeds vaker biologisch, maar soms ook een frietje van een van de vier snackbars in mijn straat.
Bewust boodschappen doen voor dummies
Kies je voor zo lokaal mogelijk, de boer om de hoek, of het biologische schap in de supermarkt? Nuijten: “Ik denk dat het belangrijk is dat je daar een balans in vindt.”
Lammerts beaamt dat: “Er zijn echter ook producten die je niet in Nederland kunt telen, zoals sinaasappels en koffie. Als je deze producten waardeert, ben je altijd van elders afhankelijk. Het kan zeker wel helpen om de footprint van producten te verlagen en te kiezen voor producten uit je eigen omgeving.” “Maar”, vult Wijnand Sukkel aan, “als je twintig kilometer moet rijden voor een kilo aardappels bij een boerderijwinkel, dan heb je alsnog een hoge milieubelasting. Dat moet je wel afwegen. Het gaat om de juiste, gefundeerde keuze. Je kunt niet zeggen: ‘Alle biologische producten zijn beter.’ Mijn advies: kies voor seizoensgebonden producten, eet een stukje vlees minder en zorg dat het dier het goed heeft gehad als je wel vlees eet.”
Deskundigen:
- Wijnand Sukkel is agronoom aan de Wageningen University en Research.
- Martin van den Berg is toxicoloog aan de Universiteit van Utrecht.
- Edith Lammerts van Bueren is hoogleraar Plantenveredeling aan de Wageningen University en Research en onderzoeker aan het Louis Bolk Instituut, een onderzoeksinstelling op het gebied van duurzame landbouw, voeding en gezondheid.
- Edwin Nuijten is onderzoeker Veredeling en Duurzame ketens aan het Louis Bolk Instituut