Van onschatbare waarde, dat vinden we onze gezondheid. Maar in de praktijk hebben we niet altijd evenveel geld over voor de gezondheid van ons lichaam. Of we kunnen de gezondste keuze domweg niet betalen. Hoe maak je de gezondste keuzes met een beperkt budget? Redacteur Gebke Verhoeven vroeg het aan gezondheidseconoom prof. Wim Groot en gezondheidswetenschapper prof. dr. Ingrid Steenhuis.
Het was een mooie zomerzaterdag en ik zat met mijn moeder bij de spoedeisende hulp. Ze zag flitsen, wat kan duiden op beginnende netvliesloslating. Die hele zaterdagmiddag zaten we in het ziekenhuis. Te wachten. Op artsen, op onderzoeken. Uiteindelijk bleek het geen netvliesloslating. Nog niet, tenminste. Omdat mijn oma’s glaucoom hadden, moesten ‘we’ voortaan wel levenslang op controle bij de oogarts. “We? Ik ook?”, vroeg ik verbaasd. “Ja, jij ook”, antwoordde de oogarts. “Maar ik ben nog geen veertig.” “Óók als je onder de veertig bent.” “Kan ik niet naar de opticien”, wierp ik in een laatste poging tegen. Maar nee hoor: “De oogarts kijkt toch anders naar de oogzenuw.” Ik dacht er zo het mijne over. Elk jaar naar een ziekenhuis op controle, dan ben ik elk jaar meteen tweehonderd zoveel euro kwijt aan eigen bijdrage en waarvoor? De kans dat er iets niet goed is, is nihil, relativeerde ik voor mezelf. “Tja, glaucoom is deels erfelijk,” benadrukte de oogarts, “net als zoveel ziektes dat zijn”, relativeerde hij in één ademteug.
“Wat je niet moet vergeten, is dat specialisten ondernemers zijn die een bedrijf te runnen hebben. Zij hebben baat bij nieuwe patiënten die elk jaar terugkomen”, stelt gezondheidseconoom prof. Wim Groot. “Maar wat voor glaucoom en veel andere leefstijl- en verouderingsziekten opgaat: je kunt zelf ook veel doen om die ziektes te voorkomen of te zorgen dat ze niet snel verergeren. De laatste decennia zie je een kentering, een medicalisering. De nadruk is komen te liggen op medische zorg van artsen, specialisten en geneesmiddelen in plaats van gezond leven. Terwijl gezond leven in veel gevallen – en zeker als het gaat om bijvoorbeeld hoge bloeddruk – net zo goed werkt. En gezond leven hoeft niet duur te zijn. Stoppen met roken bijvoorbeeld kost je niets. Het levert je juist geld op.”
Eén bevalling, twee maandsalarissen
Ik wil natuurlijk graag goed blijven zien. Dus wat dat betreft zou screening op glaucoom in mijn geval helemaal niet verkeerd zijn. Maar tja, die eigen bijdrage voor de ziektekosten, hè? Volgens Groot is die nodig om te voorkomen dat mensen te pas en te onpas gebruikmaken van specialisten en medicijnen. gezondNU-columnist huisarts Metta Hofstra daarentegen signaleert in haar praktijk dat steeds meer patiënten afzien van specialistenzorg vanuit een financieel oogpunt. Is zorg in Nederland niet te duur aan het worden? Gaan mensen daardoor wellicht niet of te laat naar de dokter? “Nee, dat denk ik niet. Europees gezien komen we in Nederland juist goed weg”, vindt Groot. “Nergens anders is de eigen bijdrage zo laag. Wij betalen zo’n acht procent van de zorg uit eigen zak. In Duitsland is dat al gauw dertien procent, in België zelfs twintig. In Nederland zoeken mensen echt wel hulp als het moet. We krijgen kwalitatief goede zorg en hoeven geen steekpenningen te betalen zoals in bijvoorbeeld Oekraïne. Daar zijn mensen twee keer een maandsalaris kwijt om hulp te krijgen bij de bevalling.”
Als het op leven en dood aankomt, dan willen we wel betalen. Daar twijfel ik niet aan. Maar er zijn reeksen maatregelen te bedenken die je kunt nemen om gezonder te worden of te blijven die een financiële investering vragen. Het verbaast me altijd dat kinderen gratis naar de bieb kunnen, maar niet gratis kunnen sporten. We willen toch wat aan overgewicht doen bij kinderen? We willen toch met de tendens breken dat kinderen steeds jonger ouderdomsziektes zoals diabetes type 2 ontwikkelen? “De vraag is echter of gratis sporten de manier is om kinderen – maar ook volwassenen – meer aan het bewegen te krijgen”, werpt Groot tegen. “Meer bewegen red je niet met dat ene uurtje gym in de week, als je vervolgens de hele dag op de bank hangt of achter de computer zit. Ik denk dat bewegen iets moet zijn wat bij je dagelijkse leven hoort. Een tweede natuur. Kinderen horen buiten te spelen, fietsend of lopend naar school te gaan en de trap te nemen. Dat zijn makkelijke manieren om aan je beweging te komen en nog voordelig ook.”
Volgens Groot hoeven we niet naar de sportschool als onze leefomgeving ‘beweegvriendelijker’ zou zijn. “Per saldo zijn auto’s stukken goedkoper geworden door de decennia heen, daarom staan er tegenwoordig vaak ook twee voor de deur. En die auto’s gebruiken we vaker, zeker als we op het platteland wonen of in een Vinex-wijk. Juist hier zijn buurtsupers, plaatselijke bakkers en slagers vaak verdwenen. Daarom gaan mensen verder weg voor hun boodschappen. Stedelingen daarentegen bewegen vaak meer dan bewoners van Vinex-wijken. Er is in steden geen doorkomen aan met de auto, dus pak je wel de fiets.”
Gezond eten écht duurder
Alhoewel gezond leven niet per definitie duurder is, aldus Groot, is gezond eten dat wel. Gezondheidswetenschapper prof. dr. Ingrid Steenhuis doet hier onderzoek naar. Zij bekijkt hoe ze ons kan verleiden om toch voor de gezondere keuzes te gaan in de supermarkt. Ook zij zegt: “Gezond eten is écht duurder dan ongezond eten. Dat geldt niet alleen in Nederland, maar Europees gezien is onderzocht dat een calorierijk, energierijk menu aanzienlijk voordeliger is dan een menu vol groente en fruit. Dat scheelt al gauw één à twee euro per dag. Voor mensen die werken is dat niet zo gek veel misschien. Maar voor een bijstandsmoeder is dat bedrag lastig op te brengen.”
En ook al kun je het opbrengen, dat wil niet zeggen dat je het doet. Ik ben daar zelf ook een voorbeeld van. Want ja, ik ben erg voor de natuurvoedingswinkel. Mooie biologische producten. Eerlijk gemaakt. Geen kunstmatige E-nummers. Kom ik er elke week? Nou, nee dus. Misschien een keer in de maand. Heeft dat alleen met budget van doen? Ja en nee. Zo koop ik er wel áltijd mijn biologische bouillon en wat andere producten, maar voor het gemak ga ik toch meestal naar de supermarkt en koop daar zo veel mogelijk biologisch. Zolang ik die producten net zo lekker vindt en het redelijk voordelig is.
Qua idealen zou ik dus het liefst alles biologisch eten, qua portemonnee niet. Je bent daarin niet uniek, stelt Steenhuis gerust. “Als je bekijkt waarom we eten wat we eten, zijn prijs, smaak, gemak en ook gezondheid belangrijke aankoopargumenten. Daarbij geldt hoe minder je te besteden hebt, hoe belangrijker die prijs wordt en hoe meer je ook op prijsprikkels zoals aanbiedingen reageert. Daar kan geen voorlichtingsprogramma tegenop. Dat blijkt ook uit ons onderzoek in de supermarkt. Daar kregen deelnemers elke twee weken vijftig procent korting op een steeds wisselende selectie aan groente en fruit. Door de prijsprikkel stopten mensen meer van die gezonde aanbiedingen in hun winkelwagentje. Maar zodra de korting voorbij was, vervielen de proefpersonen in hun oude, minder gezonde gewoontes. Ze waren dus niet enthousiast geworden om elke week extra groente en fruit te kopen.”
Prijsprikkel & taks
Hoe kun je daar verandering in brengen? Steenhuis: “Veel van onze aankopen maken we niet bewust. Door de supermarkten anders in te richten, stuur je mensen al de goede richting op. De gezonde keuze moet vanzelfsprekend worden, voor het grijpen liggen. Dat is nu niet het geval. Aanbiedingen zijn bovendien voor 67 procent gericht op ongezond eten. Het zou omgekeerd moeten zijn: dat 67 procent van de aanbiedingen gezonde voedingsmiddelen aangaat. Verder zouden hamsteraanbiedingen en megaverpakkingen aangepakt moeten worden, want hoe meer voorraad je in huis haalt, hoe eerder de kasten leeg zijn. Oftewel: je eet automatisch meer. De supermarkten zouden meer kunnen doen om gezonde voeding voordeliger te maken en meer in het oog te laten springen.”
Maar is dat genoeg om chips, snoep en frisdrank te laten staan? “Dat denk ik niet. De helft van de Nederlanders is te dik. Vooral onder mensen die het sociaal-economisch minder goed hebben, komt veel overgewicht voor. Een prijsprikkel om de aankoop van groente en fruit te stimuleren kan helpen om gezonder te eten. Denk aan subsidie op groente en fruit voor mensen die krap bij kas zitten. Via een soort voordeelkaart zou je dan groente en fruit met korting moeten kunnen krijgen. Maar dat alleen is niet voldoende, ik denk dat we verschillende vormen van belasting serieus moeten overwegen. In Denemarken is geprobeerd een vettaks (belasting op vet, red.) op te zetten, het blijkt nogal lastig. Niet alles wat vet en calorierijk is, is bijvoorbeeld ongezond. Chips wel, maar olijfolie niet. Dus is het lastig om daar een eenduidige lijn in te trekken. Maar een taks op frisdranken is wel weer makkelijker door te voeren, omdat dit eenduidiger is.”
“Het is natuurlijk vreemd dat we in een land leven waar de helft van de bevolking aan overgewicht lijdt en dat voeding nog steeds onder het lage btw-tarief valt”, voegt Groot toe. “We eten gewoon te veel. Voeding was ooit een primaire levensbehoefte, maar in de mate waarin we het nu eten, maakt het ons juist ziek.”
Wat werkt het beste: het belonen van gezond gedrag of het straffen van ongezond gedrag? “Financiële prikkels kunnen leiden tot nieuw gedrag”, bevestigt Groot. “Alleen met accijns red je het echter niet. Dat zag je ook aan het rookverbod. In de jaren tachtig rookte iedereen op kantoor. Geleidelijk aan zijn sigaretten steeds duurder geworden, je mocht niet meer roken op de werkvloer, vervolgens niet meer in cafés en wat mij betreft worden sigaretten in de toekomst vijftig euro per pakje. Dat zal een goede stimulans zijn om te stoppen. Zeker als daarnaast de huisarts effectief het stoppen begeleidt, boeken mensen vaak succes. Wat ik daarmee wil zeggen is: als je gezond gedrag wilt stimuleren, kom je er niet met één maatregel. Er zijn verschillende stappen nodig om gezond gedrag ingeburgerd te krijgen.”
Arm&Rijk
Ongezond versus Gezond
In sociaal armere milieus wordt meer gerookt, meer alcohol gedronken en minder gezond gegeten dan in de rest van Nederland. Dat is niet alleen eigen schuld, dikke bult, stelde filosoof Johan Melse een jaar geleden in gezondNU. “Gezonde en ongezonde leefstijlkeuzes blijken nauw samen te hangen met de subcultuur waarin je je bevindt.” Oftewel: een gezonde omgeving leidt eerder tot gezonder gedrag, en andersom. “Die sociaal-maatschappelijke context is wezenlijk. Als je kijkt naar opleidingsniveau, dan ligt de gezonde levensverwachting voor de laagst geschoolden in Nederland zo’n vijftien jaar lager dan die van de hoogst opgeleiden. Als je alle ongezonde leefstijlfactoren wegstreept, dan kom je nog lang niet aan die vijftien jaar verschil in levensverwachting. Alles bij elkaar lijken die sociaal-maatschappelijke en economische factoren een grotere impact te hebben op onze gezondheid dan welke leefstijl ook.”
Gezonde, portemonneevriendelijke maatregelen
- Neem vaker de fiets in plaats van de auto.
- Eet minder vlees.
- Koop geen voorgesneden groente, maar kies het hele product en hak, snij en snipper zelf.
- Kook lekker vers en laat kant-en-klaar links liggen.
- Sla geen grote voorraden in, maar koop op maat.
- Kijk kritisch naar aanbiedingen; heb je het echt nodig?
Deskundigen:
- Prof. dr. Wim Groot werkt als hoogleraar Gezondheidseconomie aan de Universiteit van Maastricht en is lid van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg.
- Prof. dr. Ingrid Steenhuis is hoogleraar Preventie op het gebied van de Volksgezondheid aan de Vrije Universiteit van Amsterdam