Eindelijk bevrijd van oude ideaalbeelden. Cabaretière Lenette van Dongen had jaren eerder 50 moeten worden. Een interview. “Ik wil lol maken. Veel lol.”
“Interviewers willen meestal de drama’s horen. Mijn eetverslaving, mijn onvervulde kinderwens, mijn vader die dood is, mijn burnout. Voor mij is dat ouwe koek. Het is niet meer. Het is gebeurd, maar je leert verdergaan.”
Lenette van Dongen ademt in het interview met gezondNU dezelfde boodschap als in haar veelgeprezen voorstelling Nikè. Gooi overbodige ballast overboord en geniet van je leven. Nú. Een boodschap die ze met zelfspot to the point brengt. “In mijn andere shows had ik altijd wel iets te zeiken. Met Nikè heb ik geluisterd naar mijn intuïtie en die is raak. Voor het eerst ben ik ongegeneerd trots op iets.”
Over een paar uur moet ze op. Stressen is dat niet, want het podium voelt als een natuurlijk verlengstuk. “Als een neefje komt logeren, maak ik me druk. Kan ik het bezig houden? Wat en hoeveel moet het eten? Als het maar niet stuk gaat als ik het leen!”
“Optreden is wat ik kan en wil. Ik houd van mijn publiek. Er is geen groter geluk dan mensen blij naar buiten zien lopen. Als mensen lachen en huilen van blijdschap en ontroering heb ik het goed gedaan. In mijn voorstelling zeg ik: tranen komen nooit wanneer jij het wilt, maar wanneer zij het willen. Laatst hoorde ik in een winkel het liedje van Marco Borsato over vaders en dochters voorbijkomen. Daar kan ik op zo’n moment niet naar luisteren.”
Kinderbedje
“Je ouders die sterven is toch wat anders dan een lieve tante die gaat. Je tante is een boom in de tuin. Ouders zijn de wortels van jouw boom. Hun dood is een diepe levenservaring waar je niet omheen kunt. Toen mijn vader dood ging, wist ik dat ik alles eruit heb gehaald wat erin zat. Gezegd dat ik van hem houd. Ik hoef niet naar Char om die boodschap naar boven alsnog door te geven. Toch is het een grote verandering die een stempel drukt – net als het besef voor mij dat mijn leven zonder kinderen zal blijven.”
“De dood is niet alleen maar negatief. Het geeft je ook les. Hoe lang heb ik nog? De tijd die overblijft, dwingt je keuzes te maken. Mijn zolderkamer met ideaalbeelden is leeggeruimd. Ik heb een hoop nutteloze dingen achter me gelaten.”
“Dat kinderbedje kon er uit. Dat zegt de hele tijd van ‘je had nog, je zou nog’. Het is niet. Ik ben een vrouw zonder kinderen. Ik heb het verwerkt, al zal het nooit wennen.”
“Die zolderkamer gaat niet alleen over troepjes weggooien. Het gaat over diepe dingen. Zit je nog steeds niet van Hoogezand-Sappemeer te genieten, omdat je dacht dat je een mediterraan figuur was met een bed en breakfast in Toscane? Straf jezelf niet langer. Accepteer dat je een Hoogezand-Sappemeerder bent met een droom over Italië.”
“Het gaat om eerlijkheid. Zodra je eerlijk bent, komt je kracht terug. Dat sleutelgevoel kreeg ik na de film ‘Mulan’. Een meisje doet zich voor als een jongen om haar vader – die kreupel is – te behoeden voor militaire dienst. Zij krijgt een krekel mee die zogenaamd geluk brengt en een salamander die zogenaamd vecht als een draak. Ze gaat dus met drie leugens op pad. Aan het eind van de film is de waarheid uit en overwint ze het kwaad als zichzelf: als meisje met een doodgewone krekel en salamander.”
Vijftig
“Voor mij betekent eerlijk zijn: accepteren dat ik 50 ben. Niet meer mee rennen alsof ik 30 ben, want dat ben ik niet. Het is eng, want over 50-plus wordt lullig gedaan. Lulliger dan het is. Van binnen voel ik me emotioneel en fysiek beter dan ooit. De godin van de overwinning. Ik had jaren eerder 50 moeten worden. Ik wil écht geen dag terug.”
”Waarom wil je de perfecte moeder, werknemer, sporter of echtgenoot zijn? Omdat je niet durft tegen te vallen. Jezelf niet en een ander niet. Ik durf nu tegen te vallen en wat blijkt: mensen vinden me leuker. Of het jammer is dat ik voor dat inzicht eerst 50 moest worden? Het is zoals het is. Op mijn 33e wist ik meer dan mijn moeder op haar 33e wist. Wij staan op de schouders van de generaties voor ons. Ik ben dankbaar, maar doe het op mijn manier. Mijn moeder was een Dolle Mina en ik ben opgevoed met dingen delen en je naaste liefhebben. Maar in de bijbel staat: ‘Heb uw naaste lief, gelijk uzelf’. Je kunt niet de laatste zijn die aan bod komt. Je moet je vredevol opstellen, maar je bent niet alleen maar vredevol. Je ego komt voor jezelf op. De hortensia in mijn tuin zegt ook geen sorry tegen het bloemetje wiens zon hij ontneemt. Neem je ruimte – wat niet betekent dat je over anderen heen walst.”
“Na de show komen mensen naar me toe en zeggen hoe herkenbaar of leuk ze het vonden. Ik zie het als iemand ergens mee zit. Vroeger zei ik dan: ‘Fijn dat je het leuk vond. Hoe is het verder met je?’ Nu laat ik het bij die eerste zin. Ik heb soms mensen in nood geholpen, omdat ik vond dat het moest. Terwijl ik eigenlijk naar bed had gemoeten, omdat ik vreselijk moe was. Dat doe ik dus niet meer. Ik kan incidenteel iemand essentieel helpen, maar ben niet op aarde om eindeloos mensen te redden. Ik heb zelf ook betaalde therapie gehad. Daar is de ladder, daar is de boom met fruit. Pluk maar!”
“Ik bemoei me niet meer zo snel ongevraagd met anderen. Wie ben ik dat ik denk te weten hoe het moet? Dé waarheid moet je op jezelf toepassen. Als je onder ogen ziet dat er aan jou ook wat te versleutelen is, maakt dat je milder.”
“Het is moeilijk open te zijn over jezelf – tegen jezelf. Je denkt dat je leuker bent dan je bent. Hoe je overkomt, is niet altijd zo leuk als jij het bedoeld hebt. Mijn partner ziet de kop die ik trek als ik ‘goedbedoeld’ thee aanbiedt. ‘Mot je nog thee?’ Misschien kijk ik wel bloedchagrijnig als ik het geef.”
Water
“Zorgvuldigheid is belangrijk. Zorgvuldig zijn met het water uit je kraan, met de tijd van een ander – dus niet een halfuur te laat komen. Zorgvuldig zijn met de sfeer ook. Als ik ergens met veel lawaai binnen kom, ben ik niet zorgvuldig met de sfeer die anderen hebben gecreëerd.
“Zorgvuldigheid is respect. Ik zag een zwerver en dacht: wat zou ik nodig hebben als ik hem was? Geen plichtmatige compassie. Ik zou willen dat mensen me recht in de ogen keken. Of desnoods gewoon die euro geven en zich er verder niet mee bemoeien. Er hoeft maar dit (– ze knipt met haar vingers) “te gebeuren en je loopt ook met lege handen op straat.”
Klont
“Je hebt van die vrouwen met een klont vriendinnen die al jarenlang bij elkaar zijn. Bij mooi weer bellen ze elkaar, een uur later sjouwen ze met manden vol gezelligheid richting strand. Ik ben dat niet. Ik ben op mezelf. Een paar vriendinnen heb ik en die zijn allemaal net als ik – leeuwinnen in het woud. Ik ben trouw. Ik maak het niet gauw uit. Wel staan mijn vriendschappen op een laag pitje.”
“Ik heb ook een beroep dat asociaal maakt. Ben veel avonden weg. Niemand viert een feestje op maandag- of dinsdagavond. Omdat ik mijn ouders weinig sprak, ging ik in de zomer drie weken met ze kamperen. Ik doe het nog steeds met mijn moeder. Ik in mijn huisje, zij in een caravan daarnaast. ‘Wat doen we? Koffie? Koffie. Eten? Eten. ‘Mam, vandaag doe ik even een dagje op mezelf’.”
“Mijn leven trekt soms een wissel op de gezondheid, maar afgezien van wat pijn in de gewrichten en een beetje rugpijn klaag ik niet. Ik kan met veel kwalen op het podium staan. Van hoofdpijn tot misselijkheid. Soms gebruik ik paardenmiddelen. Een paar maanden terug had ik een lichte longontsteking. Ik zei tegen het publiek: ‘Of ik ga thuis in bed liggen of ik blijf hier en hoest af en toe’. Toen zei de zaal: Hoesten, hoesten!”
Het is ondertussen bijna halfzes. De mannen van de techniek zijn klaar met hun voorbereidingen, komen ze Lenette vertellen. “Dus we gaan eten?”, zegt ze. Dan lachend. “Als vegetariër kan ik het hele seizoen kiezen uit: geitenkaas met honingthijmdressing vooraf en bospaddenstoelenroomsauspasta als hoofdgerecht.”
“Vroeger at ik niet voor de voorstelling. Dan kreeg ik een snack attack op de terugweg bij het pompstation. Ik heb erg moeten wennen, maar vooraf eten is beter. Om die reden gun ik mezelf ook een auto met chauffeur die me van en naar elke voorstelling rijdt. Als ik vooraf twee uur in de file sta, verpruts ik mijn energie, kom ik bekaf binnen en kan ik mijn werk niet goed doen. Het is voor mezelf zorgen. En zo duur is zo’n chauffeur, by the way, niet eens.”
Aanspoelen
“Ik heb altijd gezocht naar overgave. Alleen dacht ik dat dat betekende dat je jezelf weg moest cijferen. Nu leef ik elke dag met wat aanspoelt uit zee. Ik ben blij. Ouderwets dankbaar. Ik kan intens genieten van een kopje thee, licht dat aanspringt als ik klap, een warme douche, lachend publiek. Ik geniet zelfs als ik op een door mijzelf gecreëerde puinhoop zit. Dan is het toch lekker míjn puinhoop?”
Dan is het echt tijd om te gaan. “Ik zie de bui al hangen – het zal wel weer een veel te zwaar interview worden”, lacht ze. “Al dat gepraat over spiritualiteit. Dat is mijn leven helemaal niet. Mijn leven is plezier. Ik wil lol maken. Veel lol.”
Curriculum Vitae
- Begonnen als balletdanseres maakte Lenette van Dongen (1958) begin jaren negentig de overstap naar cabaret.
- Tot 2010 is ze te zien in haar zevende solovoorstelling ‘ Nikè, godin van de overwinning’. Naast cabaret speelde ze ook rollen in musicals (Tsjechov, Mamma Mia en Doe Maar).
- Eind 2007 maakte ze voor Teleac negen interviews uitzendingen met en voor mensen met een verstandelijke beperking. Ook schreef ze jarenlang columns voor Opzij.
- Vorig jaar verscheen een bundeling van deze columns ‘Volgend jaar ga ik weer van hem houden’. Ze is 23 jaar samen met cabarethistoricus Jacques Klöters.
www.lenettevandongen.nl