Als kind groeide Anne op in een gezin vol leugens. Wat dat doet met een kind, weet ze pas nu. “Ik leef met een groot wantrouwen. Naar alles en iedereen.”
“Aankomende zondag is mijn vader jarig. Met z’n allen zitten we dan op de bank en eten we taart. Met ‘we’ bedoel ik de man die me heeft opgevoed, mijn moeder, mijn halfzus Marieke, haar man, mijn gezin en ik. Alsof we een doodnormale familie zijn. Maar iedereen weet drommels goed dat dit niet zo is.”
“Sinds mijn negentiende weet ik dat ik niet het kind ben van de man die me opvoedde; ik ben de dochter van een man die 46 jaar lang de minnaar was van mijn moeder. Maar eigenlijk wist ik het al veel eerder. Zolang ik me kan herinneren heb ik gevoeld dat ik anders was dan mijn halfzus. En hoe jong ik ook was, ik merkte dat mijn moeder mijn vader bedroog.”
“Iedere woensdagavond ging mijn moeder op visite bij één van haar zussen. Tenminste dat vertelde ze mijn vader, mijn zus en mij. Ik voelde dat dit niet waar was. Ik stond uren voor mijn slaapkamerraam te turen tot mijn moeder weer thuiskwam. Dat mijn zus het ook wist, ontdekte ik pas een paar jaar geleden. Ook zij stond ergens in het huis voor een raam te kijken hoe onze moeder op vrijersvoeten ging.”
“Toen we ontdekten dat we allebei al zo jong mijn moeders geheim kenden, vielen we elkaar huilend in de armen. Vroeger hebben we er nooit over gepraat. Kun je nagaan, we sliepen samen op één kamer, maar wisselden er nooit een woord over. Ik denk dat we allebei bang waren dat ons ‘gelukkige’ gezinnetje uit elkaar zou vallen.”
Wulpse actrice
“Van de buitenkant leken we het gelukkige gezinnetje. Mijn vader was timmerman en mijn moeder zorgde voor het gezin. Tot zover niets aan de hand. Mijn vader was een lieve man die hard werkte om ons van eten, drinken en kleren te voorzien. Maar zodra hij zijn hielen lichtte, ging zijn vrouw dus met een ander naar bed. Wat heet, uit latere verhalen heb ik begrepen dat ze met Jan en alleman de lakens deelde.”
“Ik weet nog heel goed hoe ik me voelde als ik samen met mijn zus en mijn moeder op straat liep. Ze was een mooie vrouw om te zien en kleedde zich uitdagend. Mannen keken haar na. Ze leek op Angelique, de bekende wulpse actrice uit de gelijknamige filmserie uit de jaren zestig. Met lange rode krullen en vrouwelijke vormen. Ik schaamde me zo erg voor haar. Het liefst wilde ik haar verstoppen, om de blikken van de mannen maar niet te hoeven zien. Maar mijn moeder genoot er juist van en deed alles om hun aandacht te trekken.”
Mijn vader en mijn bio-pa
“Mijn vader is de man die me opgevoed heeft. Mijn biologische vader noemde ik mijn hele leven ‘die man’. Pas sinds een paar jaar hebben we contact en is hij gepromoveerd tot bio-pa en bio-opa van mijn kinderen. Nu hebben we een goed contact.”
“Mijn vader, de man die me als zijn dochter heeft opgevoed, weet pas sinds vorig jaar dat ik niet zijn echte dochter ben. Compleet in verwarring stond hij hier op de stoep. Ik moest hem vertellen dat ik het al die jaren al wist. Hij is nu 73 jaar oud, ik had zo gehoopt dat dit verdriet hem bespaard kon worden.”
“Waar mijn zus en ik wel achter zijn gekomen, is dat hij wist dat mijn moeder vreemdging. Tenminste, hij wist dat ze af en toe met een ander naar bed ging. Maar dat ze hem 46 jaar lang bedrogen heeft met dezelfde man, daar was hij kapot van. Toen hij erachter kwam, stelde hij haar samen met mijn zus voor de keuze. Het was zij of hij. Mijn moeder heeft toen toch voor haar gezin gekozen. Helaas 46 jaar te laat.”
Wantrouwen
“Wat al die leugens met me gedaan hebben? Veel meer dan je je kunt voorstellen. Ik leef met een groot wantrouwen. Naar alles en iedereen. Het is een wonder dat mijn man en ik al 22 jaar samen zijn en dat hij nog niet gek geworden is van mijn achterdochtige gedrag. Als ik alleen ben, controleer ik regelmatig zijn gangen; gaat hij niet vreemd? Het probleem is dat mijn man ook zo’n leuke man is om te zien! Ik kan me voorstellen dat hij zo een andere vrouw om zijn vinger windt. Gelukkig overtuigt hij me er regelmatig van dat ik de enige ben in zijn leven en hebben we een heel gelukkig huwelijk met drie kinderen van inmiddels alweer negentien, zeventien en dertien jaar oud.”
“Mijn zus heeft nooit een gezin gesticht. Ik ben ervan overtuigd dat dit komt uit wat ze in haar jeugd meemaakte. Zij was als kind heel introvert. Ik daarentegen extravert. Mijn moeder heeft mij dus nooit in vertrouwen genomen, bang als ze was dat ik het er zomaar zou uitflappen. Maar mijn zus betrok ze in haar leugens. Mijn zus woont nu aan de andere kant van het land, ver weg van de plaats waar zoveel mensen weten wat er zich in ons gezin heeft afgespeeld.”
“De leugens en het verdriet hebben een grote weerslag op mijn lichaam. Een paar dagen nadat mijn vader vorig jaar op de stoep stond en zei ‘ik weet dat je mijn dochter niet bent’, stortte ik in. Ik kon mijn bed niet meer uitkomen. Mijn hele lichaam deed pijn. De huisarts stuurde me door naar het ziekenhuis en daar werd acute reuma geconstateerd. De pijn zit in mijn hele lijf, maar vooral in mijn handen die ik vaak amper kan gebruiken. Sindsdien slik ik medicijnen om de ontstekingen in mijn lijf te onderdrukken.”
Nergens bij horen
“Ik voel me het kind van de rekening. Hoor nergens echt bij. Met mijn moeder heb ik eens in de paar maanden contact. Dan bellen we of gaan we, vaak samen met mijn oudste dochter, ergens winkelen. Ja, mijn moeder is, al is ze nu 73 jaar oud, nog steeds gek op uiterlijk vertoon. En nog steeds is ze een opvallende verschijning. Dat is ook het dubbele. Ergens ben ik wel trots op mijn mooie moeder, als er niet die verslaving om aandacht van mannen achter zou zitten. Naast mannengek was ze ook een hele creatieve moeder. Die van niets iets kon maken. Ze haalde zo de gordijnen van de rails om er een prachtig jurkje van te maken. Als ze vroeger een verhaal vertelde, hingen alle kinderen aan haar lippen.”
“Sinds mijn vader weet dat ik niet zijn echte dochter ben, neemt hij meer afstand. Dit doet me heel veel pijn. We hadden altijd een hele warme band. Onlangs heb ik hem met zijn afstandelijke houding geconfronteerd. Zijn antwoord was dat ik het me verbeeldde.”
“Met mijn halfzus Marieke heb ik weinig contact en de kinderen van mijn biologische vader, mijn andere halfzus en halfbroer, willen amper iets met me te maken hebben. Hun kinderen weten niet eens van mijn bestaan af.”
“Toch ben ik trots op mezelf en blij dat ik op de wereld ben gezet. Want al heb ik soms slechte dagen door alle onrust die het verleden nog dagelijks met zich meebrengt, ik heb ook een fantastische man, geweldige kinderen, een uitdagende baan en lieve vrienden om me heen. Ik laat me niet gek maken!”
Niet je echte vader of moeder
De Stichting Verwantschapsvragen (SVV) gaat er vanuit dat 600 duizend mensen in Nederland worstelen met vragen over hun afkomst. Zij weten niet wie hun biologische vader of moeder is. Dat is een schatting, aangezien het onderwerp in onze maatschappij taboe is en verzwegen wordt.
Onzekerheden over wie je bent en waar je vandaan komt, zorgen volgens de Stichting voor gevoelens van ontreddering en ‘er niet mogen zijn’ en gezondheidsklachten. Zo zouden 200 duizend kinderen daadwerkelijk problemen vanwege hun verwantschap.
SVV wil een steunpunt zijn voor deze kinderen en hun ouders, wetenschappelijk onderzoek doen en passende dienstverlening geven, zoals goede voorlichting over een DNA-test. (verwantschapsvragen.nl)