Longarts Wanda de Kanter strijdt tegen sigarettenproducenten
Waar menig arts zich ‘alleen’ bezighoudt met mensen beter maken, is longarts Wanda de Kanter daarnaast ook een activist. Haar strijd tegen de tabaksindustrie begon zij tien jaar geleden met collega-longarts Pauline Dekker, maar is inmiddels uitgegroeid tot een maatschappelijke beweging. Hoe kwam het zover?
Gebke: Tandartsen, huisartsen, academische ziekenhuizen, kinderartsen, gynaecologen, KWF, het Longfonds. Elke dag sluiten zich nieuwe partijen aan bij de aangifte van strafpleiter Bénédicte Ficq tegen de tabaksindustrie. Het wordt geen civiele zaak, Ficq en longarts Wanda de Kanter hopen een echte strafzaak te kunnen beginnen (22 februari jongstleden kregen ze te horen of dat erin zat. Zie het kader ‘Het oordeel van de rechtbank’, red.). Wat zij de tabaksindustrie verwijten, is het opzettelijk ziek maken van mensen doordat ze stoffen toevoegen aan sigaretten die ze superverslavend maken.
Al jaren is Wanda de Kanter een allesbehalve stille kracht achter de anti-tabakslobby. Ze is ook de initiatiefnemer van de aangifte tegen de tabaksindustrie. Samen met collega-longarts Pauline Dekker stond ze in haar spreekkamer vaak machteloos tegenover longkanker en COPD (chronische longaandoeningen). In hun vrije tijd besloot het duo daarom de werkelijke angel uit het ontstaan van longziektes te halen. Niet de rokers wilden ze aanpakken (“absoluut niet, die hebben geen schuld aan hun ziekte”) maar de tabaksproducenten, die “rokers opzettelijk verslaafd maken”. Wat begon als een tweevrouws-actie is ineens een beweging geworden, die door bijna de hele gezondheidszorg gedragen wordt. Hoe kan het dat je plotseling uit alle hoeken van de samenleving steun krijgt?
Wanda: “Ja, onwerkelijk! Waarom nu wél, hè? Geen idee. Misschien heb ik de tijd mee. Eindelijk! Het is natuurlijk een kwestie van een hele lange adem geweest. Ik bedoel: ik werk drie dagen per week als longarts. Donderdag, vrijdag, zaterdag én zondag gaan zitten in het veranderen van het tabaksbeleid. Daar doe ik álles voor. Het is echt een beetje jezelf hoereren – sorry dat ik het zeg. Als ik bij een belangrijke politicus een kwartier de tijd krijg om mijn visie op het tabaksbeleid toe te lichten en ik moet daar tweeënhalf uur voor rijden, dan doe ik dat. Ik geloof in dat een-op-een-contact. In het begin was ik nog die gekke Don Quichotte longarts. Maar als je in gesprek gaat, echt in gesprek, jááá, dan ontdekken mensen vanzelf dat je niet gek bent.”
Gebke: Wat is het grootste misverstand rondom roken?
Wanda: “Roken wordt nog steeds gebagatelliseerd. Mensen realiseren zich niet dat er jaarlijks twintigduizend mensen aan overlijden. Ja. Hier in Nederland. Dat zijn er elke dag meer dan vijftig. En natuurlijk is het óók belangrijk dat we allemaal gezonder gaan eten, meer bewegen en wat afvallen. Maar de ziektelast van roken is groter dan die van overgewicht, hoge bloeddruk en inactiviteit samen. Dát realiseren veel mensen zich niet.”
Gebke: In relatie tot longkanker hoor je ook steeds vaker over fijnstof. Moet dat niet meer aandacht krijgen? We weten toch al dat roken slecht is.
Wanda: “Op de productie van fijnstof heb je als individu nog minder grip dan op je rookverslaving. Milieuverontreiniging is echt iets wat de politiek moet aanpakken.”
Gebke: Al jaren ga je de strijd aan met de tabaksindustrie. Waarom heb je nooit de moed opgegeven?
Wanda: “Nou ja, in het begin werd ik niet door iedereen serieus genomen, maar dat is langzamerhand veranderd. Alhoewel, ik denk niet dat mensen zich werkelijk realiseren hoe verslavend roken is. Het wordt afgeschilderd als een rottige gewoonte, waarmee je zomaar even kunt stoppen. Maar als je net als ik zwangere vrouwen huilend van wanhoop bij je hebt gehad in de Rook-stop-polikliniek, omdat ze met de grootst mogelijk moeite nog niet kunnen stoppen terwijl ze weten wat de impact op de gezondheid van hun ongeboren kind is, dan geeft dat wel aan dat je geen vrije keuze meer hebt. De tabak bepaalt. Dus ik blijf erop hameren: roken is een verslaving. Een hersenziekte. En nog een verdomd hardnekkige ook.”
“Ik blijf daar óók op hameren omdat rokers zichzelf als ‘zwak’ zien. Geen sigaret opsteken is een kwestie van ruggengraat, wordt al snel geroepen. Maar stoppen met roken heeft helemaal niets met ruggengraat te maken. De tabaksindustrie doet er alles aan om sigaretten zo verslavend mogelijk te maken. Er zitten stoffen in die voorkomen dat je hoest. Zoetstoffen en ammoniak zorgen ervoor dat de nicotine in een wip in je hersenen belandt. En dan de filters – daar is zó mee gesjoemeld!
Er zijn stiekem hele kleine, vrijwel onzichtbare gaatjes in de filters gemaakt. Wanneer die sigaretten getest worden in de rookmachine, dan voldoen ze aan de wettelijk marges. Maar zodra je ze aan je lippen zet, gaan die onzichtbare gaatjes open en krijg je vijf keer zo veel teer en nicotine binnen als wettelijk is toegestaan. Gemiddeld levert dat meer kanker per sigaret op. Dat zien longartsen ook terug in de spreekkamer. Vanwege die sjoemelsigaretten ontstaat sneller longkanker en bovendien andere soorten longkanker die lastig te behandelen zijn.”
“Als artsen en verpleegkundigen doen we er uiteraard álles aan om mensen met COPD en longkanker zo goed mogelijk te helpen. Immuuntherapie. Longtransplantaties. Alles, alles. Maar vaak, zo ontzettend vaak, staan we – uiteindelijk – met lege handen. Mensen lijden gigantisch en sterven. De directeur van het Antoni van Leeuwenhoek had het onlangs over ‘dweilen met de kraan open’. Dat klinkt onaardig, maar het symboliseert de machteloosheid die wij voelen. Zonder sigaretten zou er nauwelijks longkanker of COPD bestaan. Het is voor 85 procent te voorkomen.”
Gebke: We zijn toch al een eind gekomen: toen ik achttien was, stond iedereen te roken op het schoolplein. In de horeca, op je werkplek, in de treinen. Overal werd gerookt. Nu nergens meer.
Wanda: “Het aantal rokers is wel wat gedaald. Van 28 procent in 2010 naar 25 procent in 2015. Opmerkelijk is vooral dat het aantal hoogopgeleide rokers steeds verder afneemt en dat het aantal laagopgeleide rokers nagenoeg gelijk blijft. De kloof tussen arm en rijk wordt steeds meer een kloof tussen ongezond en gezond, tussen rokers en niet-rokers. Hoogopgeleide mensen leven gemiddeld dertien jaar (!) langer dan laagopgeleiden en het verschil in gezonde levensjaren is nog groter: twintig jaar.”
Gebke: Met collega-longarts Pauline Dekker schreef je jaren terug een boek om mensen te helpen bij het stoppen met roken. Werkte dat niet?
Wanda: “Wat in ieder geval niet werkt, is rokers ongevraagd advies geven. Als je zegt dat ze moeten stoppen en vervolgens alle argumenten opnoemt wáárom roken zo ongezond is, dan is het hakken in het zand en klaar. Daar kan het verslaafde brein niets mee. Ik weet ook nog toen de horeca rookvrij werd en ikzelf nog rookte, dat ik het gevoel had alsof me echt iets werd afgenomen. Het laatste wat ik wil, is rokers boos maken. Want, hey hallo, ik sta aan jullie zijde!”
“Met Pauline Dekker heb ik het boek Nederland stopt! Met roken geschreven om mensen goed voorbereid te laten stoppen. We zijn ook in de theorie van motiverende gespreksvoering gedoken, zodat rokers vol wilskracht en met de juiste mindset aan de slag gingen. En we hebben een ‘Stoppen met roken-poli’ opgericht. Maar zelfs met de beste munitie in handen lukt het maar 28 procent om te stoppen met roken. Slechts vijf procent kan in één keer cold turkey afkicken. En, om het nog ingewikkelder te maken: er is niet één manier die voor iedereen werkt. Je moet ontdekken wat bij jou past en dat duurt soms lang. Heel lang. In de praktijk hebben mensen vijf à zes stoppogingen nodig om voorgoed van het roken af te komen.”
“Dat je niet meteen de eerste keer kunt stoppen, is dus niet raar. Wat wel raar is, is dat de verslavingszorg in Nederland prima geregeld is zodra je aan de drugs of alcohol bent, maar niet als je rookt. De kwaliteit van hulp wisselt zo. Vaak komt het erop neer dat je maar in je eentje van het roken moet afkomen, terwijl het net zo verslavend is als cocaïne en heroïne. Met dit verschil: sigaretten kun je overal voor een paar euro kopen. Roken is niet strafbaar. Je gaat er niet gek of agressief van doen. Het is veel meer geaccepteerd. Dat is ook exact de reden waarom bijna vier miljoen Nederlanders rookt. Vier miljoen! Het is vrijwel onmogelijk om zo veel mensen de begeleiding te geven die ze nodig hebben om te kunnen stoppen met roken.”
Gebke: Wat was jouw motivatie om uiteindelijk te stoppen?
Wanda: “Het kón gewoon niet meer. Ik ben een heel eerlijk mens. Ik doe wat ik zeg. Maar roken als arts … Het strookte niet met de boodschap die ik uitdroeg. Zelfs toen mijn nichtje overleed aan de gevolgen van roken, rookte ik met de eerste de beste sigaret mijn zorgen weg. Ik was een ‘gezelligheidsroker’. Dat mijn dochter me betrapte, gaf de doorslag. Desondanks vond ik het heel moeilijk om te stoppen. Geloof me, niet beginnen is echt makkelijker dan stoppen met roken. Daarom zeg ik ook tegen jongeren: experimenteer erop los, maar niet met tabak. Er is maar een sigaret nodig om je levenslang verslaafd te maken. Daar sta je niet bij stil als je een jaar of twaalf bent. Je kunt je onmogelijk voorstellen hoe het is om veertig te zijn en dan de rekening gepresenteerd te krijgen in de vorm van longkanker of COPD. En natuurlijk zijn er opa’s die 85 worden met twee pakjes per dag. Maar tegenover die ene opa staan twee mensen van 45 jaar met longkanker. Die verhalen hoor je niet. Ze blijven onzichtbaar. Het beeld dat naar buiten komt, is van de mooie, nog schijnbaar gezonde roker, of de opa’s en oma’s die het roken overleefd hebben.
De cijfers zijn keihard. Twee van de drie kinderen die een keer experimenteert met een sigaret, wordt een dagelijkse roker. Dat is het enge aan nicotine. Het is zó verslavend. En, hoe jonger je begint, hoe lastiger je er vanaf komt. Als je als tiener rookt, wordt die sigaret vaak onderdeel van je identiteit. Je rookt niet alleen, je bent een roker. Dat zegt wat over de mate van verslaving. Leeftijd, genen en omgeving. Die drie bepalen hoe verslavingsgevoelig je bent. Onderschat die omgeving niet. Als iedereen om je heen rookt, zie dan maar eens te stoppen of niet opnieuw te beginnen. Mijn focus is daarom verschoven van mensen helpen bij het stoppen met roken – wat heel moeilijk is – naar het voorkomen dat kinderen beginnen te roken.”
Gebke: Hoe voorkom ik dat mijn kind verslaafd raakt?
Wanda: “Door zelf het goede voorbeeld te geven en niet te roken. De kunst is om te voorkomen dat je kind die eerste sigaret opsteekt. Trek daar als ouder gerust alles voor uit de kast. Als je kind na zijn achttiende begint, is dat al winst. Tachtig procent van alle rokers is begonnen voor zijn achttiende. Als je je eerste sigaret na je 25e opsteekt, dan is dat meestal ook meteen de laatste. Roken is gewoon niet lekker als je niet verslaafd bent en je moet er net als je eerste biertje toch even doorheen. Vooral tieners laten zich daardoor niet kennen, ze zijn heel gevoelig voor wat hun vrienden doen en wat stoer is.”
“Naast ouders heeft de overheid invloed op het rookgedrag van jongeren. Hun grootste machtsmiddel: accijnsverhogingen. Als de prijs van een pakje sigaretten elk jaar met tien procent omhoog gaat, daalt het aantal rokers met vier procent. Vooral voor jongeren die weinig geld hebben, is de prijs een reden om minder snel die eerste sigaret op te steken. Die maatregel moet de politiek nemen. Daarom zit ik vaak in Den Haag. Uiteraard bestookt ook de tabaksindustrie onze politici: onder de dekmantel van ‘betrouwbare instituten’ voorzien ze beleidsmakers van onjuiste informatie. Dat is in mijn ogen een van de redenen waarom die accijns nauwelijks verhoogd wordt.”
Gebke: Accijns heffen betekent ook inkomsten voor de schatkist: is dat wellicht een reden waarom de overheid een mild tabaksbeleid nastreeft?
Wanda: “De inkomsten uit accijns zijn 2,5 miljard. De kosten van roken liggen op dertig miljard, waarvan acht miljard ziektekosten zijn. Dus reken maar uit. Nee, ik denk dat we toe moeten naar een ander systeem. Te beginnen met die accijnsverhoging van tien procent per jaar. Verder is het belangrijk dat niet iedereen zomaar sigaretten mag verkopen. Wat mij betreft komt er een vergunningstelsel. Je hebt een vergunning nodig voor de inkoop en verkoop van sigaretten en natuurlijk moet daarvoor betaald worden. Tot slot, zou ik willen dat de tabaksindustrie – net als casino’s – in de toekomst een procent van hun omzet afdraagt aan een tabaksverslavingsfonds, waarmee bijvoorbeeld de verslavingszorg voor rokers verbeterd kan worden.”
Gebke: Je hoopt eigenlijk dat de overheid zijn rol neemt om burgers te beschermen tegen de ongezonde invloeden van het roken.
Wanda: “Ja! En nogmaals: kinderen zijn de sleutel. Overheden hebben op grond van het internationale kinderrecht ook de plicht om te zorgen dat kinderen in goede gezondheid kunnen opgroeien. Gezondheid kun je heel breed zien. Misbruikt worden is vreselijk, maar fors overgewicht hebben ook en doodgaan aan longkanker omdat je ooit als tiener je eerste sigaret rookte ook. Als je verslaafd bent, valt er weinig gezonds te kiezen.”
“Dat kinderen de spil zijn, weten tabaksproducenten als geen ander. In geheime documenten van de industrie worden ze zelfs ‘replacement smokers’ genoemd. Kinderen moeten de tabaksdoden en degene die stoppen met roken vervangen. In die termen wordt er over ónze kinderen gesproken. Dat verzin ik niet. Er staan wel veertien miljoen documenten van de tabaksindustrie online. Die moesten ze openbaar maken van Amerikaanse rechters. Als je de kleine lettertjes leest, dan zie je zwart op wit dat de tabaksindustrie willens en wetens tieners verslaafd maakt door sigaretten aantrekkelijk te verpakken, door het sponseren van jongerenevents, door op studentenverenigingen sigarettenmachines weg te zetten.”
“Dat is ook exact de reden waarom Anne Marie van Veen, longkankerpatiënt, met ons de tabaksindustrie wil aanklagen. Even voor de duidelijkheid, Anne Marie is geen patiënt van mij. Maar zij zag de film De Vervangers, waaraan ik heb meegewerkt, en die laat zien hoe de tabaksindustrie kinderen verslaafd maakt. Ze meldde zich spontaan aan. Voor Anne Marie zelf komt hulp te laat. Ze zit in stadium 4 longkanker. Maar ze wil alles op alles zetten om te voorkomen dat haar vier kinderen ook gaan roken. Niemand is hier op geld uit. We willen allemaal een fundamentele verandering.”
Gebke: Hoe ziet die verandering eruit in de ideale wereld?
Wanda: “In de ideale wereld wordt die sjoemelsigaret met de foute filters acuut verboden, omdat die in strijd is met de wet. Even voor de duidelijkheid: onze winkels zijn momenteel overspoeld met illegale, enorm kankerverwekkende sigaretten. Verder willen we dat er geen nicotine meer zit in sigaretten. Want dan kun je roken tot je een ons weegt, maar word je niet meer verslaafd. Dat is dan onmogelijk. Deze dodelijk gewoonte zal een zachte dood sterven. Voor de bestaande rokers die echt niet kunnen stoppen, regelen we een variant op het methadonbusje. We bepleisteren ze met nicotinestrips en als dat niet werkt, delen we beperkt sigaretten uit.”
Gebke: Je bent niet voor een tabaksverbod?
Wanda: “Het laatste wat ik wil, is rokers boos maken. Als die sigaret geen nicotine meer bevat, is roken niet meer verslavend en lost het probleem zichzelf op.”
Gebke: Wanneer krijg je van de officier van Justitie te horen of er een zaak zit in je aangifte?
Wanda: “22 februari. De officier heeft geen gemakkelijke klus, er komen steeds nieuwe aangiften bij. En ik hoop dat ook de scholen, verzekeraars en sportverenigingen aangifte gaan doen. Maar ongeacht of dat wel of niet gebeurt: de anti-tabaksstrijd is echt een maatschappelijke beweging geworden. Groter dan ik ooit voor mogelijk had gehouden.”
Gebke: Zenuwslopend lijkt me, dat wachten.
Wanda: “Daar ben ik juist blij mee. Omdat er steeds weer uitstel kwam vanuit de officier van justitie, konden we meer onderzoek doen. Elke dag komt er nieuw bewijs bij en staan we sterker. Maar uiteraard is het superspannend. Vanuit de civiele rechtszaken in Amerika weten we aan welke eisen een zaak moet voldoen. Maar dit is strafrecht. We willen de tabaksindustrie criminaliseren.”
Gebke: Op welk moment ben je op het idee gekomen om er een rechtszaak van te maken?
Wanda: “De eerste keer dat ik bij Ficq zat, was het 2008 of 2009. Ze zag toen niets in een civiele procedure. Dat was glashelder. Maar ja, Ficq rookte toen nog. De situatie veranderde toen Ficq zelf stopte met roken en haar zoon begon. Én vooral toen longkankerpatiënt Anne Marie aangifte besloot te doen. Ficq wilde wel onderzoeken of er een strafzaak in zat. Ze zou daar enkele maanden voor nodig hebben. Toen ze de sjoemelsigaretten ontdekte, wist ze dat de aangifte rond was. Dat was wel even een hoogtepuntje. Met de hele club zijn we aangifte gaan doen. Wat voelde als een mijlpaal bleek enigszins een deceptie. Je levert hupsakee een document van dertig pagina’s in en dat is het. Geen trompetgeroffel. Niks. We zijn maar een kop koffie gaan drinken.”
Gebke: En nu?
Wanda: “Tegen de tijd dat dit artikel uitkomt, weten we vast meer. Maar het is nu afwachten. Als er niets met de aangifte gedaan wordt, gaan we in hoger beroep. Mocht dat ook niet werken, dan misschien toch een civiele procedure. Wie weet. Maar we zijn – hoe dan ook – zo acht jaar verder. Ondertussen gaan we internationaal. Samen met Pauline Dekker en Bénédicte Ficq zijn we op ‘wereldtournee’ om te vertellen over onze aangifte, die in meerdere talen vertaald is. Frankrijk bereidt inmiddels ook een rechtszaak voor. Ondertussen verhogen we de druk op KLM en Ahold om vooral geen sigaretten meer te verkopen. De samenleving is daar nu ook klaar voor. Op Instagram staan steeds meer hippe mensen die het ook zonder sigaretten gezellig kunnen hebben. Kortom, de strijd tegen de tabaksindustrie is er niet zo maar meer eentje van ‘een gekke longarts’. Dit is een beweging geworden, die geen grenzen kent en waar niemand meer omheen kan.”
Het oordeel van de rechtbank
Op donderdag 22 februari maakte het Openbaar Ministerie bekend de aangifte te seponeren en niet tot vervolging over te gaan. De aangevers kondigden aan, via een artikel 12-procedure bij het gerechtshof, het OM alsnog tot vervolging te willen dwingen.
Wanda de Kanter – in het kort
Longarts in het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam * Drie volwassen kinderen die alle drie niet roken (“gelukkig”) * Lobbyist: wil dat er een beleid komt waardoor kinderen niet meer gaan roken * Missie: dat sigaretten vrij worden van nicotine, zodat roken niet meer verslavend is * Droom: ‘De Partij van de Toekomst’ oprichten, die alle problemen vanuit een 360 graden angle bekijkt en duurzame oplossingen bedenkt voor nu en in de toekomst.
meer weten:
- sickofsmoking.nl
- wandadekanter.nl