Met een sprong voor de trein maakte haar oudste zoon een eind aan zijn leven. Iedere keer dat Carla den Hartog over Harold vertelt, verwerkt ze een beetje verdriet. “Het is een troost dat je daar niet alleen in bent.”
“Ik zit niet zo lekker in mijn vel”, zei Harold op vrijdagavond tegen zijn moeder. Carla den Hartog reageerde kortaf: “Joh kind, ik zit zo vaak niet lekker in mijn vel.”
Jaren later plaagt die gedachte haar nog, vertelt ze. “Harold vertelde me dat hij niet lekker in zijn vel zat, en ik ging er niet op in. Ik hoorde het, maar ik luisterde niet.”
Drie dagen later doodde hij zichzelf met een sprong voor de trein. Pas 27 jaar oud.
Carla bracht hem zelf naar het station, nadat hij het weekend met zijn broer en zus had doorgebracht. In de auto terug naar huis hadden ze aan één stuk door gezongen. Net de gezelligheid die hij nodig had, dacht zijn moeder.
Maandagochtend nam hij de eerste trein terug naar zijn woonplaats Utrecht. Moeder Carla gaf hem een boek met optimistische wijsheden van Phil Bosmans cadeau. Zijn broer had er een gedicht voor hem in geschreven. Carla zei: “Harold, nou ga je het maken.”
En hij zei: “Ja, ma. Nou ga ik het maken.”
“Dat was het laatste dat ik uit zijn mond hoorde. Hij stapte uit en liep naar het perron. Meestal zwaaide hij, maar dat deed hij nu niet. Ik weet nog dat ik dacht: ‘Zal ik toeteren? Nee, het was nog te vroeg.’” Carla zag haar zoon als een zombie weglopen. Eenmaal in de trein stapte hij uit bij de eerste halte. Hij sprong voor de sneltrein in de tegenovergestelde richting.
Spijt
“Twee agenten kwamen aan de deur. Een man en een vrouw. Ze heetten Erwin, zoals mijn jongste zoon voluit heet, en Carla, zoals ik. Een bizar toeval. Nog voordat ze iets konden zeggen, zei ik: “Harold is voor de trein gesprongen. Ik voelde het.”
Even is ze stil. “Ik heb zo’n spijt dat ik hem die avond niet heb laten uitspreken.”
”Je kunt het niet bevatten. Mijn jongste zoon geloofde niet dat Harold dood was. Hij fietste drie weken rond bij de plek waar het gebeurd was.”
Een vraag die Carla vaak hoort is: zag je het niet aankomen? Ze is er stellig in. “Je denkt werkelijk nooit dat zoiets zal gebeuren.”
“Ik kreeg een schoen, een tas en een briefje waarop stond: ‘Ik houd van jullie.’” Verder zag ze niets van Harold terug. “Mijn zoon Win zei tijdens de begrafenis: ‘Je loopt achter een kist aan, terwijl je niet zeker bent dat hij erin ligt’. Dat was ook zo. Wat moest ik? Je staat met je rug tegen de muur.”
Ieder gezinslid verwerkte het leed op een eigen manier. “Mijn dochter nam een trui van Harold mee waar zijn geur nog in hing. Ook luisterde ze graag naar cd’s met muziek waar hij van hield. Win schreef het onbegrijpelijke van zich af.” Carla trad met haar verdriet naar buiten. Haar man Bob hield zijn bedroefdheid en rouw voor zichzelf. “We konden het verdriet niet delen. Maar ik moest praten”, zegt Carla. Dat hielp, merkte ze. “Iedere keer als je erover vertelt, verwerk je een deel.” Ze ging naar de huisarts en een psycholoog en sprak van meet af aan open met familie, bekenden en buren over hoe Harold overleed. “Harold heeft aan zelfdoding gedaan, zei ik. Hij is voor de trein gesprongen.”
Op aanraden van de huisarts startte ze een praatgroep voor nabestaanden bij haar in de huiskamer. “Je kunt met niemand beter over zelfdoding praten dan met mensen die het meemaakten. Mensen die het niet meemaakten, reageren vanuit een oordeel.”
Geen schuld
“Je kind verliezen door zelfdoding is iets totaal anders dan je kind verliezen door een ziekte of ongeluk. Je kunt je niet afreageren. Je kunt niet boos worden op een dokter of op een weggebruiker, omdat die iets verkeerd heeft gedaan. Alle emoties slaan terug op jezelf. Wat heb ik fout gedaan? Wat heb ik niet gezien? Is het mijn schuld? Had ik het kunnen voorkomen? Met die vragen worstelen alle nabestaanden van zelfdoding. Een man nam een overdosis medicijnen, nadat zijn vrouw kwaad na een ruzie bij hem was weggelopen. Toen ze terugkwam, lag hij dood op de grond. Is het haar schuld? Nee. Ik leer mensen dat niemand schuld heeft. Je doet wat op dat moment in jouw vermogen ligt. Of het genoeg is, weet je nooit.”
“Dat Harold er niet meer is, vind ik verschrikkelijk. Het is niet te accepteren. Maar in de groep zeg ik altijd: wie ben ik dat ik wil dat Harold had willen blijven leven terwijl hij het leven niet aankon? Hij heeft er steeds tegen gevochten. Harold is nu gelukkig waar hij is, denk ik. Als hij het toen niet had gedaan, had hij het misschien later gedaan. Je weet het niet. De één begint te malen na een ontslag of verbroken relatie. Een ander niet. Dat is het verschil. Waarom? Je komt er nooit achter.”
Carla denkt tot op de dag van vandaag over die vraag na. Harold was hoogbegaafd. Toen hij op zijn elfde van Duitsland naar Nederland verhuisde, mocht hij instromen in de derde klas van het atheneum. Hij was ‘beleefd en correct’ in de omgang. Maar ook introvert. Net als zijn vader Bob. Carla: “Bob had één hobby en dat was postzegelen. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Bij zijn postzegels kwam hij tot zichzelf. Met het gezin bemoeide hij zich weinig.”
Harold had een moeizame relatie met zijn vader. Carla denkt dat er een jeugdtrauma van haar man aan ten grondslag ligt. In Indonesië werd Bob als 2-jarige door zijn biologische ouders weggegeven aan een pleeggezin. Dat verwerkte hij niet. Daarom was hij, volgens Carla, onbewust jaloers op Harold die met zijn beide ouders opgroeide. “Maar ik zal nooit zeggen: het is zijn schuld. Het gevoel dat van binnen leeft bij mensen die zelfdoding plegen; daar kun je niet bijkomen.”
Taboe
Tijdens zijn leven respecteerde Carla dat Bob er niet over kon praten. Na zijn dood, drie jaar geleden, ontlaadde ze. “‘Waarom was jij zo gemeen tegen Harold?’, vroeg ik me af. Ik ben daar verdrietig en boos over geweest.”
Tot die tijd uitte ze haar verdriet in de praatgroep. In haar huiskamer deelt ze haar ervaring nu al 25 jaar met anderen. “Ik wil dat een ander zichzelf kan zijn in het verdriet dat hij of zij heeft.” Omdat het ook ‘gezellig’ mag zijn, zorgt ze voor broodjes en maaltijdsoep. Tijdens iedere bijeenkomst staat het verdriet van één nabestaande centraal. Aanwezigen luisteren, en interrumperen is verboden. Om een open sfeer te creëren, vertelt Carla eerst haar eigen verhaal over Harold. Inclusief alle pijnlijke details. “Het is met de billen bloot”, zegt ze. “Als je iets niet vertelt, blijf je ermee zitten. Mensen die iets achterhouden, bellen me later op om het alsnog te melden.”
Zelfmoord is een taboe. “Je vraagt niet: Hoe hing hij daar? Of: wat was er nog van hem over?”
“Ik zat met een vriendin in de trein wier zoon ook een zelfdoding deed. De trein stopte onverwacht. Iemand riep: ‘Er is zeker weer een gek voor de trein gesprongen.’ Het doet zeer dat mensen niet nadenken over wat ze zeggen. Het is dan een troost dat je niet alleen bent met je verdriet.”
Carla is inmiddels tachtig jaar. Harold is 27 jaar dood. Er gaat geen dag voorbij dat ze niet aan haar zoon denkt. Een paar maanden geleden ontmoette Carla iemand die zich voorstelde als een oud-collega van haar overleden zoon. Door de confrontatie voelde ze onverwacht een stukje van zijn leven. “Toen zij Harolds naam noemde, ging er een schok door me heen.” Toen hij overleed, plaatste de familie een advertentie waaruit bleek dat hij zelf voor de dood had gekozen. ‘Voor hem zal er verlossing zijn in de rust die hij nu eindelijk heeft gevonden.’ In die tijd was dat ongebruikelijk. Carla: “De krant belde op. Zo kon iedereen lezen dat hij zichzelf gedood had. Dat kon toch niet de bedoeling zijn? Ik vind en vond: je moet erover praten. Na al die jaren ben ik nog steeds blij dat ik over Harold kan vertellen. Het doet mij goed, en ik weet dat een ander er iets aan heeft.”
Praatgroep
Nadat haar zoon aan zelfdoding deed, bleef Carla met vragen en een gevoel van machteloosheid achter. Waarom? Wat heb ik verkeerd gedaan? Praten hielp, merkte ze. Vooral met lotgenoten die de gevoelens herkennen en graag in openheid over het taboe willen praten. Carla den Hartog kreeg in 2011 een koninklijke onderscheiding omdat ze 25 jaar praatgroepen met nabestaanden van zelfdoding begeleidde. Kijk voor meer informatie op: www.cdenhartog.com