“Nieuwjaarsdiner met familie: ik had me zo voorgenomen normaal te eten. Iedereen geniet, maar ik ben me bewust van elke hap en realiseer me hoe erg ik verstrikt ben geraakt. Mijn wereld bestaat uit niet eten, wegen, compenseren. Door de anorexia houd ik me vast aan iets wat me de afgrond in helpt, terwijl het voor mijn gevoel bescherming biedt. Ik hoef niet te voelen wat ik niet wil voelen. Ik waan me sterk en beheerst, terwijl de obsessie voor mijn lichaam me in zijn greep houdt.”
“Ik heb een wereld gecreëerd waarin ik krijg wat ik wens: een lager gewicht. Zolang ik maar hard genoeg mijn best doe. Dat ik ondertussen meegezogen word in een spiraal waarin dun niet dun genoeg is, dat weet ik niet. Zondes worden steeds beperkter, de maatregelen meedogenlozer en de blik in de spiegel kritischer. Toen ik in twee maanden tijd zeven kilo was afgevallen, reageerde mijn omgeving geschokt. Ik wilde wel anders, maar de angst om aan te komen was te groot. Toen wist ik: hier kom ik niet alleen uit. Daarom ben ik naar een kliniek voor eetstoornissen gegaan.”
“Er moest dertien kilo bij. De hoeveelheden eten die ik naar binnen moest werken, had ik van mijn leven niet gegeten. Mijn maag en darmen protesteerden. De gedachte ‘zie je, al dat eten is niet goed’ kreeg ik niet uit mijn hoofd. Maar ik heb volgehouden en daardoor heb ik anderhalf jaar geleden de deuren van de anorexiakliniek achter me dicht kunnen trekken. Daarmee was ik er echter niet. Mijn leven heeft nog een tijdje in de wacht gestaan. Voelde ik me rot, dan was er weer de verleiding van de anorexiaroes. Ik ben me daartegen blijven verzetten en dat heeft me gebracht op het punt waar ik nu ben. Ik kan achteloos een gebakje eten, hoef me niet per se te wegen of calorieën te tellen. Het voelt als een bevrijding. De dwang van niet eten om niets te voelen bepaalt niet langer mijn leven. Sterker nog: ik voel weer, dus ik leef!”
Feiten & cijfers
Ongeveer tien procent van de mensen met anorexia nervosa overlijdt aan de gevolgen van deze ziekte. Daarmee is het de dodelijkste psychiatrische stoornis. Waarschijnlijk lijden er in Nederland veertigduizend mensen (bijna allemaal vrouwen) aan anorexia en boulimia. Wie eenmaal deze eetstoornis heeft, doet er gemiddeld zeven jaar over om ervanaf te komen. Op lange termijn herstelt de helft, twintig procent ervaart verbetering en twintig procent blijft ziek.