“In de zomer van 1999 ontdekten artsen dat ik acute lymfatische leukemie had. Ik was nog geen 15. Onmiddellijk volgden zware chemotherapie, weken in afzondering en een stamceltransplantatie. De behandelingen deden hun werk en de kanker leek verdwenen.
Tot het lot anders besliste. Na bijna tien jaar krioelden er weer leukemiecellen in mijn beenmerg. En daarom moest ik weer chemo ondergaan.”
“De hel begon opnieuw. Mijn haar viel uit. Mijn ledematen deden pijn. Mijn ogen waren er slecht aan toe. Ik was aan bed gekluisterd met brandwonden, voortdurende diarree, misselijkheid, braken, niets kunnen zien. Gedrogeerd door pijnstillers. Als ik even bij bewustzijn kwam, dacht ik dat ik het niet zou halen.”
“De chemotherapie heeft veel stukgemaakt, maar waar ik vooral tegenaan loop, is de chronische vermoeidheid. Wat heb ik dat onderschat. Praten, luisteren, de trap oplopen: het put me uit. Het onvoorspelbare karakter van die vermoeidheid is intens. Soms kan ik niet wandelen, niets in het huishouden doen. Dagelijks bots ik op tegen de uitputting. Vroeger leek alles vanzelfsprekend, nu heb ik maar enkele fitte uurtjes per dag.”
“Toen ik kaal was, kreeg ik meer begrip. Heel wat mensen zien mij nu als gezond. Zij overschatten mij. Dikwijls ben ik te trots om toe te geven dat dit niet zo is. Het betekent dat ik zelf mijn beperkingen moet aanvaarden. En hoewel ik besef dat ik mijn verwachtingspatroon moet bijstellen, valt dat niet mee. Tegelijkertijd heeft vechten geen zin. Aan het eind van het verhaal, ben ik vooral dankbaar dat ik mijn verhaal kan delen, want het had ook anders kunnen lopen.”
Feiten & cijfers
Uit onderzoek blijkt dat twintig tot veertig procent van de mensen die kanker heeft gehad, kampt met langdurige vermoeidheid. Het gaat om ‘ongewone’ vermoeidheid, die jaren na de behandeling nog kan opspelen. Pas in de laatste tien jaar wordt dit probleem serieus genomen en is er wetenschappelijk onderzoek. Daaruit blijkt dat in de eerste drie tot vier jaar na de behandeling vermoeidheid spontaan kan herstellen. Beweging is doorgaans een belangrijke schakel in het overwinnen van vermoeidheid.
[bron: KWF]