Minder kinderen beginnen met roken

Het percentage jongeren dat ooit heeft gerookt, is gedaald van 54 procent in 1999 naar 23 procent in 2015. Het percentage jongeren dat ervaring heeft met roken is daarmee bijna gehalveerd in een paar jaar tijd. Dat lijkt goed nieuws, toch startten in 2015 naar schatting ongeveer 27 duizend kinderen met dagelijks roken. De cijfers staan in het onderzoek Kinderen en roken van het Trimbos-instituut. Hieruit blijkt ook dat het percentage dagelijkse rokers onder vmbo’ers het hoogst is. Ruim een derde rookt of heeft ooit gerookt, dat is tweemaal zo veel als onder vwo-leerlingen. Onderzoek naar nicotineafhankelijkheid laat zien dat de eerste symptomen van nicotineverslaving bij scholieren en kinderen kunnen ontstaan binnen enkele dagen tot weken na enkele keren roken. De hersenen van jongeren zijn gevoeliger voor de belonende effecten van nicotine dan de hersenen van volwassenen. Belonende prikkels spelen een belangrijke rol bij het doorgaan met roken en de ontwikkeling van nicotineafhankelijkheid. Twee derde van alle volwassen rokers startte met roken voor zijn of haar achttiende jaar. In Nederland rookten in 2015 evenveel jongeren als het Europees gemiddelde, en in bijna alle landen is een dalende trend te zien. Gemiddeld daalde het percentage dagelijkse rokers van vijftien en zestien jaar in Europa van 16 procent naar 11 procent. In Italië rookt het hoogste percentage jongeren (21 procent), in Noorwegen het laagste (2 procent).