Elke moeder wil dat haar kind gezond opgroeit. Sommige moeders gaan daarbij net een stapje verder dan anderen. Omdat ze zelf haar hele leven al te zwaar is, zich bekommert om de wereld of haar dochter helpt zichzelf te accepteren.
“Ik zei nooit: ‘Dat moet je niet eten, want dan word je net zo dik als mem’”
Wie: Marie Louise de Jong
Werk: freelancevoorganger
Kinderen: Marrit, Jildou en Jolmer
“Wanneer ik vroeger de kinderen uit school haalde, stopte ik drie snoepjes in mijn jaszak. Degene die achterop zat, mocht deze eruit grabbelen, er één opeten en de anderen er één geven. Dat was een feest! Zo kregen ze toch een snoepje, maar bleef het wel bij één. Omdat ik mijn hele leven te dik ben geweest, wilde ik koste wat kost voorkomen dat mijn kinderen hetzelfde zou overkomen.”
“Ik heb geen goede start gehad in mijn leven. Omdat mijn ouders niet in staat waren om voor me te zorgen, belandde ik toen ik drie jaar oud was in een kindertehuis. Helaas kreeg ik daar zeer eenzijdig te eten. Als je familie geld voor je betaalde, kreeg je goed te eten, maar kinderen uit arme families aten slechts havermoutpap en aardappels met appelmoes, elke dag weer. Toen ik viereneenhalf was, kwam mijn redding. Ik werd opgenomen in een heel fijn pleeggezin, waar ik nog elke dag dankbaar voor ben. Hapje voor hapje heeft mijn mem, zoals ik mijn adoptiemoeder noem, me weer leren eten. Al gauw kwam ik aan, al at ik kleine beetjes. Op mijn tiende was ik zo zwaar dat mem kleren voor me moest naaien; kleding uit de winkel paste mij niet.”
Geen koekjes, maar knuffels
“Het blijkt dat mijn lichaam door de ondervoeding in mijn eerste levensjaren voor altijd in de reservestand is gezet. Ook schildklier- en bindweefselproblemen werken een gezond gewicht tegen. Mijn diëtist legde me dit zo uit: ‘Jouw lichaam slaat elk hapje dat je binnenkrijgt op als reserve voor als er weer een periode van schaarste aanbreekt.’ Van wat ik eet, zal iemand met een gezonde spijsvertering dus echt niet aankomen, maar ik wel. Dat merkte ik ook al toen de kinderen klein waren en we met een bevriend stel gingen kamperen. Iedereen at die week probleemloos wat chips, een patatje en een ijsje, maar ik kwam in zo’n week prompt zeven of acht kilo aan.”
“Toch heb ik mijn kinderen nooit belast met mijn strijd tegen de kilo’s. Ik zei niet: ‘Dat moet je niet eten, want dan word je net zo dik als mem.’ Maar ik zorgde er wel voor dat ze gezond aten en niet te veel snoepten. ’s Avonds kregen ze bijvoorbeeld eerst hun groenten en aardappels en daarna kwam er vlees op tafel. Waren ze gevallen, dan troostte ik ze niet met een snoepje of koekje, maar met een knuffel en een kus. Zo koppel je in je latere leven eten niet aan troost of beloning, iets wat in de jaren 50, toen ik opgroeide, wel gebeurde. Ook gingen de kinderen vroeg op een sport; op hun vierde zaten ze al op kleutergym. En ze sporten nog.”
“Inmiddels zijn Marrit, Jildou en Jolmer volwassen en ben ik maar wat trots op mijn drie slanke kinderen. Mijn dochters hebben nu beiden een dochtertje. Ik zie in hun gezin dezelfde aandacht voor gezond eten als vroeger in ons gezin. Dat vind ik een groot compliment.”
“Zij leerde me dat je blij mag zijn met wat je hebt en wie je bent”
Wie: Marlene Schuit-Guliker
Moeder: Gerda Guliker
Werk: Marlene is verkoopster in een winkel, Gerda is mede-eigenaar van een gas- en oliehandel
“Mijn moeder is nu 72 en nog steeds de sterke vrouw die ze altijd is geweest. Na tweeënhalf jaar pijn kreeg ze onlangs een nieuwe heup. Al een paar dagen na de operatie liep ze rond en met drie dagen was ze alweer thuis. Ze heeft dan ook een prima conditie. Tot een halfjaar geleden ging ze nog tweemaal in de week naar de sportschool om te cardiofitnessen. Dat vindt ze belangrijk, ook om op gewicht te blijven.”
“Mijn moeder had vroeger honing aan haar billen. Ik en mijn drie zusjes, en later mijn broertje, die een nakomertje is, liepen altijd achter haar aan. Voor de gezelligheid, maar ook als we problemen hadden. Dan gingen we naar haar toe en loste zij het op.”
“Ik kan dan ook wel stellen dat ze ons grotendeels in haar eentje heeft opgevoed. Daarnaast zat ze in het schoolbestuur en werkte ze op de achtergrond mee in het bedrijf van mijn vader, een gas- en oliehandel. Er hoefde maar iemand ’s avonds of in het weekend te bellen en ze regelde eigenhandig dat er een tankwagen heen ging. Je hoorde haar nooit zuchten of zeuren dat iets te veel was. En dat is nog zo.”
Een scheef pootje
“Ik denk dat ik dat van haar heb meegekregen. Vanaf mijn geboorte heb ik een scheef pootje; mijn rechtervoet staat helemaal naar binnen en is twee maten kleiner dan mijn linkervoet. Omdat ik hiermee geboren ben, weet ik niet anders dan dat ik scheef loop. Op de lagere school was ik hier totaal niet mee bezig. Maar toen ik in de puberteit zat, schaamde ik me wel voor mijn voet, helemaal toen ik jongens leuk ging vinden. Dat maakte het alleen maar erger; juist als ik zenuwachtig was, ging ik slepen met mijn voet.”
“Op mijn achttiende was ik uitgegroeid en had ik me kunnen laten opereren, maar dat heb ik niet gedaan. Omdat ik geen pijn had aan mijn scheve voet heb ik ervan afgezien. Het zou puur een cosmetische operatie zijn geweest. Een pijnlijke operatie en maandenlang revalideren had ik er niet voor over om met een gewone voet door het leven te gaan. Waarschijnlijk ben ik daar, net als mijn moeder, gewoon te nuchter voor. Zij leerde me dat je blij mag zijn met wat je hebt en wie je bent.”
“Ik vind het belangrijk dat onze kinderen zich verantwoordelijk voelen voor de wereld”
Wie: Sonja Elsenburg-van Dijk
Werk: juf op een jenaplanschool
Kinderen: Steef (7) en Mats (4)
“Steef keek laatst naar Earth, die mooie natuurfilm waarin de ijsberen het moeilijk hebben door het smelten van het poolijs. Dat trekt hij zich enorm aan. Hij wil dan meteen met zijn allen naar de Noordpool vertrekken om de ijsbeer te redden. Gelukkig kan ik hem dan vertellen dat we al veel doen om te helpen, zoals zuinig omgaan met gas, licht en water, ons afval scheiden, nauwelijks de auto gebruiken en zo veel mogelijk groenten uit onze eigen volkstuin eten.”
“Ik vind het belangrijk dat onze kinderen zich bewust zijn van de wereld om hen heen en dat ze zich er verantwoordelijk voor voelen om die wereld gezond en leefbaar te houden. Dus leer ik ze afval op te rapen als ze dit op straat tegenkomen, zuinig te zijn met water, en het licht niet onnodig aan te doen. Ook eten doen we bewust. Mijn man Carel is kok, dus die vindt het sowieso belangrijk dat we koken met verse producten passend bij het seizoen. Daarnaast vermijd ik E-nummers en eten we uit gezondheids- en milieuoverwegingen maar een paar keer per week biologisch vlees. De rest van de week kook ik vegetarisch.”
Balen van dikke boterhammen
“Brood bakken doen we zelf. Eerst deden we dit met gist, dat was een makkie; als je tijd had, kneedde je het deeg, liet het rijzen en zette het in de oven. Met zuurdesem komt het allemaal veel preciezer, wil je er een lekker brood aan overhouden. Dus is Carel al maanden bezig om ons recept voor zuurdesembrood te verfijnen. Vooral Steef kan weleens balen van die dikke boterhammen in zijn broodtrommel. Zo’n luchtig supermarktsneetje eet natuurlijk een stuk makkelijker weg!”
“Over het algemeen hoor ik de kinderen nooit klagen. Al kwam Steef pas terug van een vriendje en riep meteen: ‘Mam, hun limonade is veel roder!’ Of ze komen thuis als ze ergens gespeeld hebben en vertellen als eerste dat ze chips en cola hebben gehad. Dat vind ik helemaal oké, hoor. Ze hoeven niet wereldvreemd op te groeien, alleen bak ik zelf liever een taart met goede ingrediënten om daar vervolgens met zijn allen bewust van te genieten, dan dat ze achteloos zo’n zak chips naar binnen werken.”
“Hetzelfde heb ik met speelgoed. Ik wil mijn kinderen speelgoed aanbieden dat hun fantasie prikkelt, dat hen uitdaagt zelf een spel te bedenken en niet een of ander makkelijk lawaaiapparaat of plastic stuk speelgoed geven dat even leuk is en daarna weer in de vuilnisbak belandt. Anderhalf jaar geleden ben ik zelfs de webwinkel groenishetgras.nl gestart om dergelijk speelgoed te verkopen.”
“Ik vind niet dat wij streng in de leer zijn. Juist niet, ik denk dat we zelfs meer genieten door bewust te leven. Ook om me heen zie ik meer en meer mensen kiezen voor een verantwoorde leefstijl; het is niet langer geitenwollensokkengedoe.”