‘Doe niet zo stom. Je hebt dit werk toch altijd gedaan?’, kreeg Sabine van collega’s toegesnauwd. Fransje: “Hij dacht: dat mens wil ik niet binnen mijn organisatie”. Twee vrouwen die na een lange ziekte terug wilden keren op het werk. Tevergeefs.
Fransje (43) werkte zeven jaar fulltime als salesmanager bij een grote uitzendorganisatie, en raakte toen burnout. Toen de diagnose nog niet bekend was, draaide ze een paar weken op halve kracht mee. “In die tijd kreeg ik nog wel eens kaartjes van collega’s om me sterkte te wensen. Of ze belden om te vragen hoe het ging.” Toen ze op advies van de huisarts heel rustig aan ging doen, en dus niet meer op het werk verscheen, hield die aandacht op. “Ik dacht: uit het oog, uit het hart. Ik begreep het ergens wel. Het werk gaat natuurlijk gewoon door zonder mij.”
Toen ze een jaar later terug kwam, bleek dat een nieuwe leidinggevende het helemaal niet zag zitten met Fransje. Ondanks positieve beoordelingsrapporten over de afgelopen zeven jaren. “Hij had mij alleen maar zien werken toen ik al zwaar overspannen was. Je empathisch vermogen en sensitiviteit nemen af als je een burnout hebt. Hij dacht: dat mens wil ik niet binnen mijn organisatie.”
Hij hield voet bij stuk. De beoordelingsrapporten negeerde hij en hij sloeg haar om de oren met het trackrecord van de periode kort voor haar ziekmelding. Zo goed was ze niet. Aan haar collega’s liet de leidinggevende alvast doorschemeren dat Fransje waarschijnlijk niet terug zou keren op haar plek. Even effectief voor hem, als pijnlijk voor Fransje. “Als ik nu op het hoofdkantoor kom voor een afspraak met de bedrijfsarts of een personeelsadviseur, doen ze net alsof ze me niet kennen. Ze kijken de andere kant op. Of gaan ineens drukdoend in hun tas of bureaula zitten rommelen.”
“Het idee dat er heel veel geroddeld wordt over mij, zie ik daarin bevestigd. Dat maakt je heel onzeker.“
Scheve ogen
Sabine (40) deed haar werk als monteur van vrachtwagenremsystemen altijd met veel plezier. Voor collega’s was ze de gangmaker die altijd lol trapte. Na twee ongelukken met blijvend nekletsel als gevolg, merkte ze dat ze haar werk niet meer kon doen. “In mijn functie moet je fysiek veel boven je hoofd werken. Onder tijdsdruk. En dat lukte gewoon niet. Ik ben een paar keer jankend naar huis gegaan.”
Met de lol was het gedaan. Sommige collega’s keken ineens met scheve ogen naar Sabine’s plotselinge onkunde. Of reageerden kortaf. ‘Doe niet zo stom. Je hebt dit werk toch altijd gedaan?’
In haar herstelperiode thuis brachten ze nog begrip op voor Sabine, maar op de werkvloer was daar niks meer van over. De afwijzing raakte haar diep. “Je voelt je er zelf al rot genoeg onder.”
De trieste verhalen van Fransje en Sabine staan niet op zichzelf, volgens psycholoog Willeke Bezemer, directeur van advies- en trainingsbureau Bezemer & Kuiper. “Als je een tijd uit de running bent geweest, is daarna de pikorde op de werkvloer veranderd. Het knabbelt bijna altijd aan je positie.”
Het is niet per se bedoeld de ex-zieke nog een trap na te geven, benadrukt Bezemer, maar het logische gevolg van een organisatie die zich verder ontwikkelt, ook als jij even niet meedoet. “Als je terugkomt, heb jij een periode waarin van alles is gebeurd, niet meegemaakt. Je werk is gedaan door één of meerdere collega’s die jouw taken op hun eigen manier hebben uitgevoerd.” De situatie zoals je die achterliet, bestaat dus niet meer. Projecten zijn overgenomen en de klant is gewend aan collega Y en wil met hem de klus ook graag afronden. Jammer voor jou, maar je snapt het toch wel?
Foto van man en kinderen zijn verdwenen in een verhuisdoos, de werkplek ingepikt door een ander: het is allemaal pijnlijk, maar ook wel logisch. Bezemer: “Een bureau een halfjaar laten leegstaan, is krankzinnig.”
Vijandsbeeld
De positie van de ex-zieke wordt ook ondermijnd door de emoties die leven onder de collega’s. “Iedereen vindt het naar voor je dat je ziek bent, maar ondertussen worden ze ook opgezadeld met een zwaardere taak door jouw afwezigheid, die in de meeste gevallen niet extra beloond wordt.”
En daar wordt niemand echt vrolijk van. “Soms is het totaal onduidelijk wanneer de langdurig zieke terugkomt. De andere werknemers zitten dus de hele tijd te schipperen rondom het werk van een ander.” Dat kost extra energie. Als de ‘zieke’ eindelijk terugkomt, kost hij opnieuw energie, want hij moet overal over worden bijgepraat. “Die order waar je veel bloed, zweet en tranen in had zitten, heeft collega Z zus en zo afgehandeld. Ben je daar niet blij mee, omdat je het zelf anders voor ogen had? Jammer dan.”
Wat de positie tijdens een ziekbed ook verzwakt, is het feit dat de fouten van de werknemer in kwestie ineens zichtbaar worden. “Iedereen die werkt, maakt fouten”, zegt Bezemer. ”Maar eigenlijk probeert iedereen zijn eigen fouten zo goed mogelijk te verbloemen. Als je ziek bent, lukt dat niet meer. En dus rollen er opeens lijken uit de kast die anders verborgen waren gebleven.”
Niet per se grote drama’s, maar toch. “Door die cijfermatige vergissing, die gemiste deadline en die onoverzichtelijke rotzooi in je kast, kan een vijandsbeeld ontstaan. Je bent een veel slechtere collega dan iedereen had gedacht.”
De verontwaardiging daarover is vaak groter dan reëel, weet Bezemer. “Het is geen gelijk oversteken, maar gezamenlijk negatief focussen op een persoon die er niet is. Als je terug komt, weet iedereen meer van jou dan jij van hun. Van mensen die altijd op hun post zijn, zul je zoiets nooit ontdekken.”
Profileren
Het zou wel kunnen dat deze mensen een afwezigheid aangrijpen om zichzelf te profileren. Eindelijk de tijd om lekker aan de stoelpoten van die ander te zagen. Als wordt gevraagd of ‘Rietje nog steeds ziek is?’, wordt die vraag gretig beantwoord. ‘Jaha, en het is nog maar de vraag wanneer en of zij terugkomt.’ “De toon waarop je dingen over een ander zegt, is funest. Op deze manier ondergraaf je iemands’ positie op een dodelijke manier.”
Door deze gang van zaken is het niet vreemd dat de hoeveelheid medeleven op enig moment op is. Bezemer: “Als iemand echt ziek blijkt, is er wel mededogen. Maar als zo’n situatie erg lang duurt, neemt de ergernis de overhand. Vooral als de kwaliteit van het werk tegenvalt. Dat gaat men afreageren.”
Frustratie
Wie te maken krijgt met een leuke, maar plotseling langdurige zieke collega, moet eigenlijk erkennen dat diens afwezigheid gemengde gevoelens oplevert: mededogen én frustratie. “Sommige mensen durven niet te bekennen dat ze last hebben van iemands’ ziekte. Die persoon kan er immers niks aan doen. Maar erkennen dat je er last van hebt, betekent niet dat je die ander er de schuld van geeft.”
Datzelfde geldt voor collega’s met zwangerschapsverlof, stelt Bezemer. “Een collega die opmerkt dat het vervelend is dat de baby juist in de drukste periode van het jaar is uitgerekend, gunt jou heus je kindje wel. Maar: ze gunt zichzelf ook die goede collega in een drukke periode.”
“Vaak houden mensen zich groot vanuit een vermeende collegialiteit. Maar ondertussen kan je nu alleen af wat je daarvoor met z’n tweeën deed.”
Niet voor niets gebeurt het regelmatig dat een medewerker eruit gewerkt wordt na een langdurig ziekbed, al mag dat officieel uiteraard niet. Integendeel: de leidinggevende behoort te waken voor de werkinhoud en –plek. “Het is zijn of haar taak om jou terug in het zadel te helpen.” Als dat niet gebeurt, heeft de ex-zieke helaas toch vaak het nakijken, weet Bezemer.
“Je staat niet sterk. Vechten voor je plek kost bovendien energie en dat heb je meestal niet als je langdurig ziek bent geweest.”
Niks zinnigs
Dat geldt ook voor Fransje en Sabine.
Sabine verzocht haar werkgever om haar van simpeler productiewerk te voorzien in plaats van een totale productie van een remsysteem. Dat liep nergens op uit. “Ze willen iemand die alles kan.” Nu probeert ze ander werk te vinden via het mobiliteitscentrum van het bedrijf. “Daar loopt iedereen aan me te trekken, maar er komt niks zinnigs uit.”
Met een paar collega’s heeft ze nog incidenteel contact, maar de sfeer van vroeger is ver te zoeken.
Toen Fransje net weer begonnen was, zocht ze contact met een paar collega’s. ‘Fijn dat je er weer bent’, zeiden ze. “We zouden elkaar wel zien op de landelijke salesvergadering.” Nadat ze daar niet verscheen – haar leidinggevende had immers andere plannen met haar – hoorde ze niets meer. Terwijl voor die tijd een belletje heel normaal was.
Het valt haar zwaar. “Ze mogen me dus gewoon echt niet meer, terwijl ze me het jaar daarvoor nog een prima, gezellige collega vonden. Dat roddelcircuit geeft een onbehaaglijk gevoel, omdat ik niet kan reageren vanuit mijn functie in de organisatie. Formeel ben ik nog salesmanager, maar in de praktijk doe ik niet meer mee. Ik voel me letterlijk uit het veld geslagen.”
Ziek? Zo houd u hoofd boven water
- Houd contact over hoe het met u gaat. Dan weten de collega’s beter waar ze aan toe zijn. Besef dat zichtbare ziektes makkelijker te accepteren zijn dan onzichtbare. Maak een ziekte dus zoveel mogelijk zichtbaar.
- Toon zelf initiatieven voor reïntegratie: wie het alleen aan de bedrijfsarts en de leidinggevende overlaat, wordt een stuurloze boot.
- Heb geen kritiek op het werk dat collega’s hebben gedaan. Wees maar blij dat u niet onmisbaar bent.
www.bezemer-kuiper.nl, het bureau van psycholoog Willeke Bezemer.
www.stgw.nl, Stichting Gezond Werk
www.stopmobbing.nl, tel: 0487-562233