Mijn vriendin heeft een erfelijke oogafwijking. Als jong meisje had ze al slechte ogen en op dit moment (ze is 50 jaar) draagt ze lenzen van -22. De ogen gaan ieder jaar geleidelijk achteruit, maar na haar zwangerschappen en in de overgang ging het met sprongen tegelijk. Ze heeft al vaker aan oogartsen gevraagd of hormonen iets met die versnelde achteruitgang te maken hebben, maar zij geven aan dat dit onmogelijk is. Wat is uw mening?
– Nicole Balder
Metta Hofstra, homepathisch huisarts:
Bijziendheid wordt veroorzaakt doordat de ooglens relatief te sterk is: de breking van stralen op de lens kan worden afgezwakt met negatieve lenzen, zodat men weer normaal kan zien. Bij extreme bijziendheid, zoals bij uw vriendin, is er vaak (ook) sprake van een bindweefselzwakte in het oog. Deze wordt geleidelijk erger wanneer men ouder wordt. Vrouwen kunnen tijdens hun zwangerschap meer last krijgen van bijziendheid, maar na de zwangerschap herstelt zich dit weer. Dit komt door veranderingen in de hormoonhuishouding, die maken dat de lens of het hoornvlies meer vocht vasthouden, en de breking nog sterker wordt. Als de hormoonspiegels na de zwangerschap, of in elk geval na het staken van de borstvoeding, herstellen, zou het gezichtsvermogen weer net zo goed of slecht zijn als voor de zwangerschap. Ook in de overgang zouden wisselende hormoonspiegels tot een (tijdelijke) verslechtering van de bijziendheid kunnen leiden en ook bij pilgebruik zou het in theorie kunnen optreden. Omdat uw vriendin extreem bijziend is, kan het zijn dat de bindweefselzwakte van het oog is toegenomen tijdens zwangerschappen en in de overgang, waarbij die zich niet hersteld heeft. Ik heb in de literatuur hier geen onderzoeken over kunnen vinden. Maar ook op theoretische gronden is het niet onmogelijk dat de hormonen te maken hebben met versnelde achteruitgang.