De begrippen ontsteking en infectie worden vaak met elkaar verward. Wat is het verschil?
Een infectie is de reactie van het lichaam op het binnendringen van een ziekteverwekker (zoals een bacterie, schimmel of virus). Een infectie met virussen kenmerkt zich vaak door een heldere, waterige afscheiding. Bij een bacteriële infectie is er vaak sprake van een geelgroene, etterige afscheiding. Bij een schimmelinfectie zijn vaak alleen de huid of de slijmvliezen geïnfecteerd. Ook de nagels kunnen zijn aangetast (kalknagel).
Als gevolg van een infectie kan er een plaatselijke of algemene ontsteking ontstaan. De plek zwelt, wordt rood, doet pijn en wordt warm. Er kan ook koorts, een gevoel van onbehagen, vermoeidheid en een gebrek aan eetlust ontstaan.
Een ontsteking kan ook ontstaan doordat een vreemd voorwerp het lichaam binnendringt, zoals een splinter.
Het ontsteken heeft maar één doel: het lichaam tegen schadelijke stoffen of ziekteverwekkers beschermen door ze onschadelijk te maken en de schade zoveel mogelijk te herstellen. Niet goed behandelde ontstekingen kunnen tot complicaties leiden, zoals bloedvergiftiging. Ga daarom met een ernstige ontsteking altijd naar de dokter.
Zelf doen bij een ontsteking
Microbiologen hanteren als uitgangspunt: ‘Alles is overal, maar het milieu selecteert’. Dat wil zeggen dat overal op aarde alle micro-organismen aanwezig zijn. Maar de omstandigheden (het ‘milieu’: vocht, temperatuur, voedingsbodem) bepalen welke kiemen zich op die plaats thuis voelen en zich gaan vermenigvuldigen.
Dit gaat ook op voor voedingsmiddelen. Door fouten bij het bereiden of bewaren van voeding kunnen bacteriën zich snel vermenigvuldigen. Een voedselinfectie of –vergiftiging kan dan het gevolg zijn.
Bij wondjes is een goede wondbehandeling van belang om een infectie of ontsteking te voorkomen. Besmetting met een virus gaat vaak via handen geven, de telefoon of de deurknop. Dit laat zien dat geregeld handen wassen belangrijk is.
Door te zorgen voor een optimale weerstand, stellen we ons lichaam in staat om zo goed mogelijk zelf af te rekenen met aanvallen van ziekteverwekkers. Zorg daarom voor voldoende rust, ontspanning en slaap. Streef naar een evenwicht tussen geestelijke en lichamelijke inspanning. Roken en veel drinken ondermijden de weerstand, dus (hoe moeilijk ook) stoppen is het beste.
Kies ook voor goede en gevarieerde voeding. Daardoor reiken we ons lichaam alle bouwstenen aan om optimaal te functioneren. Vervang alle verschraalde, geraffineerde voeding door volwaardige, natuurlijke kost. Salades van waterkers, tuinkers, Oost-Indische kers en mierikswortel geven uw afweer ook een flinke steun in de rug.