De overgang is de periode waarin de vruchtbaarheid van een vrouw vermindert. De menstruatie neemt af en stopt uiteindelijk. Meestal vindt de overgang plaats tussen het 45ste en 56ste levensjaar. De laatste menstruatie noem je de menopauze. Dat moment kun je dus alleen achteraf bepalen.
De overgang start omdat de hormonen die de menstruatie reguleren (oestrogeen en progesteron) in lagere hoeveelheden worden geproduceerd. De rijping van de eicellen verandert daardoor en uiteindelijk stopt de rijping helemaal.
De overgangsjaren zijn een beetje te vergelijken met een omgekeerde puberteit. Zoals er in de puberteit grote hormonale veranderingen plaatsvinden die zich geestelijk en lichamelijk uiten, is dat voor een vrouw in de overgang hetzelfde.
Het veranderende oestrogeenniveau veroorzaakt die typische overgangsverschijnselen zoals zwaardere menstruaties en opvliegers. In de overgang kunnen vrouwen ook emotioneel anders reageren, ze zijn meer gespannen en eerder neerslachtig. Het hormoon oestrogeen zorgt voor meer aanmaak van het hormoon serotonine. Als dit in de overgang daalt, kan dit leiden voor gevoelens van neerslachtigheid.
Slimme oplossingen uit je keuken
- In Oosterse landen doorlopen vrouwen de overgang makkelijker dan in het westen. De verklaring wordt gezocht in voeding. De vrouwen eten dagelijks sojaproducten , zoals tofu en tempeh (gefermenteerde soja). Soja bevat plantaardige stoffen die vergelijkbaar zijn met het vrouwelijk geslachtshormoon oestrogeen. Deze worden fyto-oestrogenen genoemd.
- Ook lijnzaad is een belangrijke bron van fyto-oestrogenen. Deze plantaardige hormonen kunnen op natuurlijke wijze de teruggelopen aanmaak van oestrogeen aanvullen. Ook rode klaver, ananas, appels, groente (broccoli, bloemkool, wortelen, spruitjes), aardappelen en kruiden (zoethout, anijs, hop) hebben een licht-oestrogene invloed.
- Door de afname van oestrogeen verandert ook de productie van prostaglandinen. Deze prostaglandinen worden door het lichaam geproduceerd uit meervoudig onverzadigde vetzuren (onder andere in vette vis). Als de balans tussen de verschillende vetzuren verandert, kunnen opvliegers ontstaan. De balans is te ondersteunen door vette vis en gezonde oliën (zoals teunisbloemolie en olijfolie).