Een wortel eten staat synoniem voor ongezellig en saai. Taart en chips, dat is pas feest! Op de bank tv-kijken is fijn, sporten moet. Waarom kleeft er aan de gezonde keuze, eten met groente en met verstand, zo’n saai en ‘moeten-imago’? En kan dat anders? Redacteur Gebke Verhoeven zoekt het uit.
Toegegeven, dit artikel schrijf ik ook uit eigenbelang. Want uiteraard ben ik bewust bezig met gezond leven, maar dat wil niet zeggen dat het ook altijd lukt. Met enige jaloezie zie ik stagiaires met radijzen en tomaatjes aan hun bureau zitten en hoor ik aan hoe ze zich vanavond weer dubbelvouwen tijdens de yogales.
Oké, ik loop soms per week hard en doe aan lunchwandelen, maar dat voelt soms meer als een gezonde aflaat (een manier om mijn geweten te sussen) dan dat het werkelijk zoden aan de dijk zet. ’s Avonds grijpt mijn hand toch weer in de dropjespot en kruip ik traditiegetrouw op de bank. Met in mijn achterhoofd een stemmetje dat sust ‘wat geeft dat nou?’ en een ander stemmetje dat roept ‘je weet dat dit niet goed voor je is’.
Sjakie en de Chocoladefabriek-syndroom
Herkenbaar? Vast wel. Veel mensen die bewust met hun gezondheid omgaan, worden geconfronteerd met kleinere en grotere dilemma’s en verleidingen.
Psycholoog en geluksonderzoeker Ad Bergsma omschrijft dit als het ‘Sjakie en de Chocoladefabriek-syndroom’ (naar het boek van Roald Dahl). Bergsma: “Eigenlijk zijn we allemaal Sjakies en lopen we rond in een chocoladefabriek waarin we continu verleid worden door een overvloed aan ongezond eten dat heel lekker, maar niet heel goed voor ons is. Als je de keuze hebt tussen ijs of wortelen, dan vraagt het veel van je zelfbeheersing om de gezonde keuze te maken. We zijn van nature zo geprogrammeerd dat we een voorkeur hebben voor vet en zoet, omdat dit voedsel ons de meeste energie oplevert. Dat je vrijwillig op een worteltje bijt in een omgeving met zo veel vette en suikerrijke alternatieven is eigenlijk tegennatuurlijk.”
Ook arts Ivan Wolffers, schrijver van Het gezonde lifestyleboek, concludeert dat onze genen botsen met de omgeving waarin we verkeren. “Het menselijk lichaam is gemaakt om te functioneren in een omgeving van schaarste, waarin we veel moeten bewegen om aan eten te komen.” Suiker en vet waren zeldzaam en dus moest je ervan profiteren als ze er waren. En dat doen we nu. Volop. We hebben in feite een aangeboren zwak voor veel eten en weinig bewegen, omdat dit ons ooit hielp overleven.
Dat geldt echter niet voor ongezonde gewoontes, zoals roken of te veel drinken. Hier gebeurt iets vreemd, zegt Wolffers. “Ergens zijn we normaal – zelfs feestelijk – gaan vinden wat helemaal niet normaal is. In de jaren zestig stonden de sigaretten op tafel als teken van gastvrijheid. Onbegrijpelijk. Roken is sowieso iets vreemds: er worden planten in tropische oorden geoogst en gedroogd, per boot komen die hierheen, er gaat een velletje papier om, dat stop je in je mond, je steekt het aan en vervolgens ben je stoer, onafhankelijk en avontuurlijk. Hoe kan dat? Het antwoord: goede marketing. Alles is aangeleerd. Ook wat gezond en ongezond is. Wat leuk is en wat niet. We zijn bier alleen maar met voetbal gaan associëren doordat de reclame ons dat keer op keer vertelt. Waarom zijn veel verpakkingen van sigaretten rood? Bessen hebben doorgaans die kleur. Het is een teken dat er veel antioxidanten in zitten en dat ze zoet zijn van smaak. Daarom heeft de mens van nature de neiging om naar rood te grijpen.”
Gezond eten op wilskracht
Een betere marketing zou ook kunnen helpen om het imago van een gezondere leefstijl feestelijker en daarmee verleidelijker te maken, suggereert Wolffers. Maar zelfs met de beste reclamecampagne van de wereld zal het nog jaren duren voordat wortelen het gaan winnen van friet of chocolade.“
Bergsma pleit voor een minimalisering van ongezonde keuzes. “Mijn moeder kocht vroeger één zak drop per week. Als hij op was, was hij op. Op scholen kon je in de jaren zeventig hooguit gevulde koeken kopen. Nu zijn er zo veel meer keuzes, is er zo veel meer geld te spenderen. Zie het dan maar eens te redden op wilskracht alleen.” Hij zou graag zien dat gezond een prominente plek krijgt. “Op mijn werk staat altijd een schaal fruit op de balie. Dat voorkomt dat ik naar Balisto’s grijp. Het is wetenschappelijk bewezen dat als fruit en groente in kantines vooraan liggen, mensen daar sneller naar grijpen dan naar ongezonde snacks.” Zulke kleine maatregelen kunnen een groot effect hebben op de keuzes die we maken. Volgens hem zijn het juist die kleine veranderingen die op den duur van betekenis kunnen zijn voor onze gezondheid, omdat ze goed vol te houden zijn.
Wolffers pleit voor structurele veranderingen. “In het verleden hebben we cholera-uitbraken kunnen uitbannen doordat de overheid regels opstelde voor schoon water. Inmiddels weten we dat er een disbalans bestaat tussen de energie die we binnenkrijgen en die we verbruiken, en dat dit tot ziektes als diabetes, hart- en vaatklachten, kanker en dementie kan leiden. Toch liggen de supermarkten nog steeds vol vette, suikerrijke producten en word je overal ongevraagd belaagd door reclames voor ongezonde verleidingen. Als de overheid verwacht dat we in de toekomst tot ons 67e blijven werken, dan moet onze gezondheid dat toelaten.”
Laat je verleiden
Bergsma heeft ook een persoonlijk advies voor wie de switch naar een gezonde leefstijl wil maken. “Gezond leven is je eigen gebruiksaanwijzing leren kennen door te ontdekken wat bij je past. Gelukkig hebben we nooit eerder zo veel gezonde keuzes voor handen gehad. Als kind kende ik ananas alleen uit blik, nu ligt die vers in elke marktkraam. En wie had er twintig jaar geleden gehoord van sporten als klimmen, streetdance of skidiven? Laat je daar eens wat vaker gezond door verleiden.”
Mensen veranderen doorgaans pas hun eetpatroon als ze zich al heel lang niet fit voelen. Maar waarom zou je niet eerder starten? Als je kiest voor gezond, vermijd je niet alleen per direct alles wat je schaadt en dikmaakt. Je krijgt als extraatje een weldaad van gezonde ingrediënten binnen die je misschien wel een onbewuste boost geeft. En wie weet, boor je via je eigen keuken wel een onverwachte bron aan van energie, vitaliteit en kracht. Pan en prei als krachtbron, wie had dat gedacht.