Gedetineerden in Nederlandse gevangenissen krijgen voedingssupplementen om hun agressieve gedrag te beteugelen. Anke Schat onderzoekt nu of voedingssupplementen ook kunnen helpen bij mensen die langdurig zijn opgenomen met psychiatrische klachten. Wat is de volgende stap? Kunnen we straks ook thuis aan de slag met voedingssupplementen, bijvoorbeeld bij een agressieve puber?
Waarom is er opeens zoveel aandacht voor de relatie tussen voedingssupplementen en gedrag?
“Blijkbaar spreekt het idee dat met behulp van voeding positieve resultaten bereikt kunnen worden mensen erg aan. Er is echter onder onderzoekers al veel langer aandacht voor voeding en gedrag. Zo is bijvoorbeeld het verband tussen een ernstig vitamine B1-tekort en het syndroom van Wernicke-Korsakoff, een vorm van dementie, al lang bekend. En al in 1997 is in het Verenigd Koninkrijk onder jongeren in jeugddetentie onderzoek gedaan naar het verband tussen voeding en agressie. De helft van de deelnemers aan dit onderzoek kreeg een voedingssupplement, de andere helft kreeg een placebo. In deze studie bleek de agressie sterk te verminderen in de groep die voedingssupplementen kreeg. In 2000 is dit onderzoek herhaald met schoolkinderen en in 2002 nog eens in de jeugdgevangenis.”
“Recent is door Ap Zaalberg vanuit de Radboud Universiteit een onderzoek uitgevoerd in gevangenissen in Nederland. Omdat ook dit onderzoek veelbelovende resultaten liet zien, ontstond er behoorlijk wat media-aandacht.”
In de natuurgeneeskunde is de relatie tussen voeding en gedrag al langer bekend. Krijgen zij nu gelijk?
“Ik denk niet dat voeding ooit het exclusieve domein van een bepaalde groep of stroming is geweest. Ook vraag ik me af of een dergelijke beeldvorming bestaat. Voeding en voedingssupplementen worden vanuit verschillende vakgebieden benaderd. Binnen verschillende medische specialismes wordt ook gekeken naar voedingsstatus, zowel naar ondervoeding als naar specifieke tekorten. Daarnaast kent iedereen wel voorbeelden van onderzoek naar voeding; zo is er op dit moment veel aandacht voor de rol van ‘goede’ en ‘slechte’ vetten en koolhydraten bij het ontstaan van overgewicht. Binnen ons onderzoek werken we samen met de afdeling Humane Voeding van de Wageningen Universiteit. Deze afdeling doet onderzoek op het gebied van gezondheidseffecten van voeding en voedingssupplementen.”
Wordt in andere landen ook onderzoek gedaan?
“Naast de studie in Nederlandse gevangenissen van Ap Zaalberg hebben wij ons laten inspireren door verschillende studies die in het Verenigd Koninkrijk zijn uitgevoerd onder gedetineerden en schoolkinderen. Onderzoek onder langdurig opgenomen psychiatrisch patiënten is nog niet eerder gedaan. Omdat agressiedoorbraken veel voorkomen in deze groep, en deze zowel voor de betrokken patiënt als voor de medepatiënten en verpleging voor veel stress en kosten zorgen, willen we onderzoeken of het eerder gevonden effect ook in deze groep optreedt.”
Waaruit bestaat je onderzoek en wat hoop je te bereiken?
“Binnen de Voeding en Agressie-studie zullen langdurig opgenomen psychiatrisch patiënten die deel willen nemen in twee groepen worden verdeeld. De ene groep krijgt een halfjaar lang dagelijks voedingssupplementen, de andere groep krijgt placebo’s. Gedurende de studieperiode wordt bijgehouden hoeveel incidenten voorkomen in elke groep. Daarnaast wordt met behulp van vragenlijsten nagegaan of de deelnemers zich ook daadwerkelijk rustiger en beter voelen. Na afloop zullen we vergelijken of het aantal incidenten in de voedingssupplementengroep lager ligt dan het aantal in de placebogroep.”
Hoe groot is het probleem van agressiviteit in instellingen en klinieken?
“Agressiedoorbraken komen regelmatig voor onder de doelgroep van ons onderzoek. Deze mensen verblijven langdurig binnen een instelling en kunnen als gevolg van hun aandoening of aandoeningen soms met frustratie of agressie reageren. Het beleid binnen de instellingen is er uiteraard al op gericht agressiedoorbraken zo veel mogelijk te voorkomen of te verminderen. Er is bijvoorbeeld vaak een-op-eenbegeleiding en er zijn in veel instellingen prikkelarme ruimtes waar mensen weer tot rust kunnen komen. Ondanks deze inspanningen blijven de doorbraken een wezenlijk deel van de problematiek. Patiënten en verpleegkundigen worden dagelijks geconfronteerd met verbale agressie, maar ook bedreigingen en fysieke agressie komen veel voor. Niet alle incidenten zijn even ernstig, maar de sfeer op de afdeling kan er toch onder lijden. Daarnaast komen ook serieuzere incidenten voor. Dit kan voor verpleging en medepatiënten een onveilige of vervelende situatie opleveren, maar het kan ook voor de betrokken patiënt een traumatische ervaring betekenen.”
Wat voor supplement krijgen de deelnemers aan het onderzoek?
“De deelnemers krijgen elke dag een multivitamine en een visoliesupplement. We baseerden ons hierbij op wat in de eerdere studies is gebruikt en in welke doseringen. We hebben geprobeerd daar zo veel mogelijk op aan te sluiten. Het zijn supplementen die gewoon in de winkel te koop zijn, dus geen hogere doseringen. We wilden juist bekijken of met deze ‘gewone’ doseringen effect kan worden bereikt. Voor de levering van de supplementen werken we samen met een fabrikant die ook in staat is om goede placebo’s te produceren. Voor het onderzoek is het erg belangrijk dat de echte supplementen en de placebo’s niet van elkaar te onderscheiden zijn.”
Stel: de uitkomst van het onderzoek is positief. Wat kunnen we er dan mee?
“Als het aantal agressie-incidenten vermindert door het innemen van voedingssupplementen, betekent dat in de eerste plaats winst voor de betrokken patiënten. Het zou betekenen dat patiënten zich rustiger gaan voelen en gedragen. Dat gaat waarschijnlijk gepaard gaat met een verbetering van de kwaliteit van leven. Als agressie op de afdeling vermindert, betekent het voor alle patiënten een verbetering in de leefomstandigheden. Ook voor de verpleging zou het een verbetering van de werkomstandigheden opleveren.”
“Omdat uit agressie-incidenten vaak allerlei gevolgen voortkomen die kosten met zich mee kunnen brengen (te denken valt aan de tijd die nodig is voor het kalmeren van de betrokkenen, verzorging van eventueel fysiek letsel, reparaties, maar soms bijvoorbeeld ook aangifte en werkverzuim), kan vermindering van het aantal incidenten ook een kostenbesparing betekenen. Als deze aanpak effectief blijkt, betekent dit dus dat met een relatief goedkope ingreep een behoorlijke verbetering van de zorg gerealiseerd wordt.”
Bereikt voeding, supplement of niet, altijd onze hersenen?
“Onze hersenen zijn uitgerust met een bloed-breinbarrière, die werkt als een soort filter dat de hersenen beschermt tegen schadelijke invloeden. Sommige stoffen worden door deze barrière tegengehouden en bereiken het brein niet. Andere kunnen er moeiteloos doorheen, denk bijvoorbeeld aan het effect van alcohol.”
“Naast de bloed-breinbarrière zijn nog veel andere factoren van invloed. Zo speelt bijvoorbeeld de spijsvertering een belangrijke rol: voedingsstoffen moeten goed opgenomen worden om ergens anders in het lichaam afgegeven te worden.”
Als supplementen het gedrag beïnvloeden, doet voeding dan hetzelfde?
“Uiteindelijk zijn de stoffen die wij onderzoeken ook allemaal binnen te krijgen door gezond of gezonder te eten. Binnen de groep die deelneemt aan dit onderzoek is echter vaak ook sprake van slechte voedingskeuzes en mogelijk nadelige effecten op de stofwisseling door medicatie. Dan is het dus de vraag of je er met het advies ‘gewoon gezond eten’ komt.”
Kunnen we thuis ook aan de slag met voedingssupplementen, bijvoorbeeld bij een agressieve puber of partner?
“Als er sprake is van agressieproblemen, is het aan te raden om daar hulp bij te zoeken. Bijvoorbeeld door er met de huisarts over te praten. Ons onderzoek in de psychiatrie staat nog in de kinderschoenen. We hebben nog geen resultaten die het idee ondersteunen dat voedingssupplementen agressie daadwerkelijk verminderen. Ook als de resultaten van ons onderzoek uiteindelijk zouden laten zien dat de supplementen agressie verminderen, geldt dit voor een heel specifieke doelgroep en kunnen de resultaten niet zonder meer worden doorgetrokken naar de algemene bevolking.”
Anke Schat is onderzoeker bij het LUMC. Samen met psychiater en epidemioloog dr. Erik Giltay onderzoekt ze of voedingssupplementen ook kunnen helpen bij mensen die langdurig zijn opgenomen met psychiatrische klachten. De studie wordt gesubsidieerd door ZonMw.