Plastic is er in honderden verschillende uitvoeringen. En in iedere toepassing worden verschillende giftige stoffen toegevoegd. Ook weer honderden. In dit artikel pakken we er twee uit:
Weekmakers (ftalaten) die pvc zacht en elastisch maken. Denk aan douchegordijnen, tuinslangen, nepleer of kinderspeelgoed. Deze weekmakers zitten ook in cosmetica (met name parfum) en verpakkingsmateriaal van zeep, voeding of drinken.
Bisfenol A (BPA) is nodig voor de productie van polycarbonaat waarvan flessen voor babyvoeding, zuivel en frisdrank worden gemaakt.
Als giftige stoffen netjes in het plastic blijven zitten, is er niet veel aan de hand. Maar helaas is dat niet het geval. Ze lekken eruit en komen in het milieu terecht, zo blijkt. Zo zijn schadelijke stoffen aangetroffen in regenwater, in huisstofmijt en in de lichamen van talloze dieren. Schrikbarend. Vooral omdat ook wij plastic aanraken, deeltjes inademen of bodylotion met weekmakers op onze huid smeren. Kleine kinderen kauwen op kinderspeeltjes van pvc. Het UMC Groningen deed in 2004 grootschalig onderzoek in opdracht van Greenpeace Nederland. In veertig procent van de bloedmonsters zat bisfenol A. En in het bloed van vrijwel alle deelnemers zaten verschillende weekmakers en andere schadelijke stoffen. Zelfs in het bloed van ongeboren kinderen.
Ook in ons eten
Behalve in het milieu zitten ook schadelijke ‘plasticstoffen’ in onze voeding. Ze kunnen bijvoorbeeld na langdurige warmte vanuit het verpakkingsmateriaal in ons voedsel of drinken terechtkomen. Het zijn bovendien stoffen die nauwelijks afbreken en zich dus ophopen in het milieu. Vervolgens krijgen dieren het binnen die het in hun vetweefsel opslaan. En zo krijgen ook wij door het eten van vlees, kaas, melk, boter, vis en schaaldieren die schadelijke stoffen weer binnen. Vis is de grootste bron van inname.
De Europese Unie hanteert normen die veilig zouden moeten zijn. Maar die normen zeggen niet veel, vindt hoogleraar milieukunde Lucas Reijnders: “Ze worden per stof gesteld. Los van elkaar doen de toegestane giftige stoffen uit plastic inderdaad weinig kwaad. Het punt is dat er heel veel verschillende chemische stoffen zijn met dezelfde hormoonverstorende uitwerking. Bij inname stapelen die effecten zich op. En dat kan wel degelijk kwaad. Het feit dat een bepaalde norm niet wordt overschreden, wil dus niet zeggen dat het veilig is. De EU moet kijken naar de effecten van alle stoffen bij elkaar opgeteld.”
Wat is het gevaar echt?
Kim Schoppink, campagneleider giftige stoffen bij Greenpeace Nederland, is het met Reijnders eens. “Niet alleen dieren, ook mensen slaan weekmakers op in hun vetweefsel. Het is aangetoond dat dat invloed heeft op de voortplanting en ontwikkeling. Zo kan bij mannen vermindering van de spermakwaliteit optreden. En bij blootstelling tijdens zwangerschap vroegtijdige borstontwikkeling bij meisjes en afwijkingen aan de geslachtsorganen bij jongens. Verder zijn weekmakers in verband gebracht met lever- en nierbeschadigingen, kanker en onvruchtbaarheid.”
Ook bisfenol A heeft een sterke hormoonverstorende werking. Schoppink: “Onderzoeken laten zien dat de stof veranderingen veroorzaakt in hersenen, gedrag, immuunsysteem en in de werking van enzymen in de mannelijke en vrouwelijke voortplantingssystemen.”
Gelukkig kunnen we zelf iets doen om zo weinig mogelijk schadelijke stoffen binnen te krijgen.
- Drink water uit de kraan of uit glas. Als dat niet kan, houdt u de flessen koel en gebruikt u ze kort na de aanschaf. Hoe langer en warmer u plastic flessen bewaart, des te groter de kans dat er giftige stoffen in de drank lekken.
- Wees matig met het eten van dierlijk voedsel.
- Zie de zijkolom voor zuigflessen, speelgoed en cosmetica zonder gifstoffen.
Normen in en buiten Europa
De Europese Unie stelt de maximaal toegestane hoeveelheden giftige stoffen in consumentenproducten vast. Alle fabrikanten in Europa moeten zich hieraan houden. De normen gelden per stof. Een paar voorbeelden:
Bisfenol A: 0,6 mg/kg
De meest gebruikte weekmaker DEHP: 1,5 mg/kg
In Canada is het gebruik van bisfenol A in babyflessen en verpakkingen voor babyvoeding verboden. In de Verenigde Staten ligt een wetsvoorstel om het gebruik van bisfenol A te verbieden. Uit Amerikaans onderzoek blijkt namelijk dat de stof mogelijk risico’s geeft voor ongeboren kinderen, baby’s en kleine kinderen. De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) en het EU-voedselagentschap EFSA denken daar anders over: volgens hen kleven er geen grote risico’s aan inname ervan. In oktober 2009 wees een nieuwe studie echter op mogelijke neurologische schade door bisfenol A. Of de norm in Europa nu toch moet worden aangepast, wordt onderzocht.
De feiten:
Nederland produceert jaarlijks 300 000 ton ftalaatweekmakers waarvan circa 30.000 ton in Nederland wordt gebruikt. Een aantal weekmakers zijn verboden in sommige soorten kinderspeelgoed en kinderverzorgingsproducten.
Drie miljoen Nederlanders hebben vibrators en ander seksspeelgoed in huis. Weekmakers in deze producten zijn gewoon toegestaan.