Liny poetst perfectionistisch, Marja meer op het oog. Samen waren moeder en dochter de Schoonmaakdiva’s. “Leed heeft een luchtje en die hing in zo’n huis dat niet schoon was. Als je binnenkwam, voelde je alle energie uit je wegzakken.”
Aan de bekendheid zullen ze nooit wennen.
“Vanmorgen ging ik naar de bakker – hier om de hoek”, vertelt Liny van Oyen (76). “Een keurige geklede jongeman kwam naar me toe met de vraag of ik mijn handschoenen bij me had en of ik even in hun kantoor wilde komen waar ze een feestje hadden. Ik zei: ‘U denkt toch niet dat ik met rubberen handschoenen met veren boodschappen doe?’ Maar ach, hij vroeg het aardig en hij stond me zo blij aan te kijken. Dan zeg ik geen nee.”
Voor het tv-programma ‘Hoe schoon is jouw huis?’ toverden moeder en dochter Liny en Marja Middeldorp (53) verwaarloosde huizen en kamers om tot opgeruimde, frisse en gezellige leefruimten. Gewoon door schoon te maken.
Dooie muis
Marja: “We hadden na zeven afleveringen kunnen stoppen, maar gingen vijf seizoenen door met gemiddeld meer dan een miljoen kijkers per week. Toen mensen zagen dat je huis er écht van opknapte, gaven ze zich makkelijker op.”
Het smerigste dat ze tegenkwamen was een dooie muis op het aanrecht.
Liny: “Heel vies. Hoewel je bijna aan alles went.”
Marja: “De geur was erger dan de troep. Leed heeft een luchtje en die hing in zo’n huis dat niet schoon was. Als je binnenkwam, voelde je alle energie uit je wegzakken door wat er op je neerplofte.”
Liny: “Soms werd ik een beetje agressief. Potverdorie, wat een puinhoop. En temidden ervan had een kind een eilandje gecreëerd om op te spelen. De veroorzaker van de rommel was een mooie, spontane vrouw. Aan de buitenkant zag je niets. Door een niet verwerkte scheiding had ze de energie niet om het huis op orde te houden.”
“Bij een andere familie huppelden zes kinderen rond temidden van loshangende elektrische draden, viezigheid en rommel. Vreselijk. Maar: wie zijn wij om te oordelen? De kinderen krijgen te eten, gaan naar school, worden niet geslagen, zijn vrolijk en bovendien zijn ze bij beide ouders. Dat is het belangrijkst voor hen. De rommel zal ze worst wezen. Lang niet iedereen wordt gek van rommel. Er zijn mensen die fijn en prettig leven in rommel. Zodra je je eraan gaat ergeren, is het mis.”
Maar ze zegt ook: “Schoonmaken is iets dat erbij hoort. Je moet het doen.”
Smetteloos
Liny’s eigen appartement ziet er smetteloos uit. Het meubilair glimt, de ramen blinken, er slingert nergens post, administratie of reclame. “Ik móet het doen van mezelf”, ontboezemt ze. “Ik houd van rein en schoon. In het verleden had ik werksters die op leeftijd waren. Toen ze naar het verzorgingstehuis gingen, besloot ik het zelf te doen. Dat gaat prima. Het is niet van: Leuk, ik mag weer. Maar het móet gebeuren.”
Marja vat in drie woorden samen waar haar moeder onder lijdt: “Het heilige moeten.”
Liny: “Als het niet gebeurt, raak ik gestrest. Soms moeten wij vroeg op om samen ergens te werken. Dan sta ik nog vroeger op, om half vijf ’s nachts, zodat ik het huis glad achter kan laten. Het bed, de keuken, de vloeren, nergens liggen rommeltjes meer. Het is zo glad als je het op dit moment ziet. Ik ben perfectionistisch en kan me niet concentreren op mijn werk als het thuis niet op orde is. Het zal wel een afwijking zijn.”
Ze doet het ook om fit te blijven, zeg ze. “Ik ben geen vrouw die naar de gymnastiek gaat of doelloos op straat wandelt of jogt. Als ik poets, gebruik ik mijn hele lichaam. Ik had familieleden die zich vrij jong inkochten in het verzorgingstehuis om niet iedere dag meer te hoeven koken. Ik denk dat je beter zo lang mogelijk op jezelf kunt blijven wonen. Je rekeningen betalen, koken, boodschappen doen, opruimen.”
Maatstaven
Liny’s schoonmaakmanie is ook een kwestie van opvoeding. En van genen. “Thuis hadden we vroeger een voor- en een achterkamer die met glas-in-lood-deuren van elkaar gescheiden waren. Doordeweeks waren we alleen in de achterkamer en in de keuken. De grote keukenmat maakte mijn moeder iedere week grondig schoon. Eerst stofzuigen, dan kloppen, daarna werd hij op het gras gelegd en schoongemaakt met water en ammoniak. ’s Avonds was ik verheugd over hoe mooi hij was geworden. Toen mijn moeder 78 was, klom ze nog de trap op om de bovenramen te doen. Voordat ze stierf had ze nog koper gepoetst. Het was er niet uit te krijgen.” Op haar eigen kinderen bracht Liny de poetsgekte niet over, vertelt ze.
Na tien jaar huwelijk scheidde ze van haar man en kwam op een ‘vrij eenzaam eiland’. “Ik moest ervoor zorgen dat mijn kapsalon draaide, dat de rekeningen betaald werden, dat er eten was, de huishouding doen.”
Makkelijker
Marja is een stuk makkelijker in het schoonmaken.
“Bij mij is het meer op zicht. Ik ben netter geworden naarmate ik ouder werd. Ik ben wel van iedere dag stoffen en de vloer, maar op de plint kan er bij mij echt wel eens wat liggen. Ik kan de boel ook best even de boel laten. En ik ben meer van de praktische oplossingen. Voor mijn zoon heb ik een systeem van mandjes voor sokken en onderbroeken. Ik kan een strakke stapel voor hem vouwen, maar dit werkt veel beter voor hem.”
Liny: “Marja is ook heel goed in het verbloemen van rommel. Een bloemetje erop en klaar.”
Marja: “Ik kan een huis snel gezellig maken. Dat vind ik leuk.”
Liny: “De laatste jaren gaat het goed bij Marja. In het verleden ging ik twee keer per jaar met een sopje langs om haar huis te doen.”
Marja: “Dat vond ik niet vervelend, nee. Wie het huis schoonmaakt, is niet interessant. Als het thuis en op je werk lekker loopt, wees dan blij dat een ander het doet. Schoonmaken is ook weer zo onbelangrijk dat een ander het moet kunnen overnemen.”
Liny: “Iedereen zit natuurlijk anders in elkaar. Door mijn perfectionisme vrees ik de dag dat andere mensen bij mij moeten schoonmaken. Dan gebeurt het niet meer naar mijn maatstaven, terwijl ik er wel in leef. Ik geloof dat dat voor mij het einde betekent.”
Marja: “Ik zou haar huis dus niet kunnen verzorgen, want dan zou er misschien stof op een plintje komen te liggen.”
Liny: “Ik moet het zo lang mogelijk zelf proberen. Ik ben niet gewend dingen uit handen te geven, maar het is wel een groot probleem. Ik ben 76 jaar en kan niet zomaar denken ‘Laat het maar gaan’. Dat heb ik niet in me.”
Marja: “Het is lastig. Ook voor de mensen om je heen. Als ik verzorgd zou moeten worden, zou ik blij zijn dat de mensen die van me houden bij me zijn. De rest zal me een rotzorg zijn, maar mamma kan het niet uit handen geven. Perfectionisten komen vaak in de problemen, doordat ze teveel willen. Ze kunnen niet eerder stoppen dan dat het af is. Het móet af. De kans is groot dat je het niet redt, zeker als er stress is: een scheiding, ziekte of andere nare dingen. Een flodderaar die iedere dag een beetje doet, loopt niet zo gauw vast.”
Goed gedaan
Of ze ooit hadden gedacht zo’n grappig poetsduo te vormen?
“Nooit”, zegt Liny met een stalen gezicht.
“Totáál niet”, zegt Marja even serieus.
Liny: “Marja is veel levendiger dan ik. Ik ben niet zo vrolijk van nature. Ik ben vrij rechtlijnig.”
Marja (droog): “Ik ben ook niet zo vrolijk, hoor. Maar ik kan wel makkelijk een vrolijke houding aannemen.”
Het programma kwam toevallig op hun pad. Iemand van een televisieproductiebedrijf vond de schoonmaakdemonstratie van moeder en dochter op een consumentenbeurs zo aansprekend dat zij ze in Hilversum uitnodigde.
“Het had iedereen kunnen gebeuren”, zegt Marja.
Liny: “We kwamen onbevangen binnen. Naïef en giechelend. Wat ze van plan waren, wisten we niet.”
Marja: “Het was niet mijn ding: schoonmaken.”
Liny: “Schoonmaken was wel mijn ding, maar niet in andermans huis. Met ‘Hoe schoon is jouw huis?’ zat ik ineens in iets dat ik niet helemaal begreep.”
“Het was niet iets dat je zelf zou uitkiezen”, zegt Marja. “Ik heb me behoorlijk geschaamd. Na een draaidag weet je niet hoe het er op tv uitziet. Tijdens de eerste afleveringen zat ik meer onder de tafel dan voor de buis. Marja stond op tv tussen de goorste viezigheid die je je voor kunt stellen. Raar. Leuke reacties van de familie bleven uit. Televisie is glamourous, maar ons programma was dat niet.”
Liny: “Het heeft twee kanten. Er kwam commentaar van de familie, maar zij geven je niet te eten. Zo is het. En als je geld wilt verdienen, moet je werken. Je hebt het niet altijd voor het uitkiezen.”
Als Schoonmaakdiva’s komen ze waarschijnlijk niet meer terug.
Marja: “Mama vond het na vijf jaar welletjes. We hadden alle tips wel zo’n beetje gehad. Wat moet je dan nog?”
Liny: “We zijn op ons hoogtepunt gestopt. Dat hebben we goed gedaan.”
Gouden tips
- Stof zoveel je kunt. Veel mensen beginnen veel te snel met water en sop. Dat is niet handig als overal stof ligt. Ruim dat eerst op.
- Het beste sopje is een mager sopje. Het water moet goed heet zijn en daarin doe je een klein dopje sop. Net zoals je een dressing aan een salade toevoegt. In schoonmaakmiddel zitten vetmoleculen. Hoe meer je ervan gebruikt, hoe meer strepen je krijgt.
- Blijf zelf schoonmaken. Als er de hele week niets gedaan wordt, kan een schoonmaakster in drie uur niet je hele huis doen. Maak een briefje en stel prioriteiten.
Curriculum vitae
Liny van Oyen (76) en Marja Middeldorp (53) presenteerden ‘Hoe schoon is jouw huis?’ en ‘Schoonmaakdiva’ op RTL. Door hun tv-optredens staan ze bekend als Schoonmaakdiva’s.
Liny is opgeleid als kapster en runde dertig jaar lang een eigen kapsalon.
Marja heeft een eigen zaak en geeft demonstraties, presentaties en trainingen. Nieuw is haar project Worksop (www.worksop.nl) waarmee ze bedrijven helpt de schoonmaak efficiënter te laten verlopen. Wekelijks schrijft Marja een column in weekblad Privé.
Liny is gescheiden en heeft een dochter en twee zoons, Marja is de oudste. Marja heeft een zoon.