• Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar

MixCom ContentMixCom Content

Creatieve specialisten in Design, Content en Digital

Samen zorgen voor oma

Klik of clinch: Absoluut een klik. Met soms even een clinch. We hebben hier wel te maken met een broer en zus! In alle openheid worden er soms dingen uitgeflapt die de ander raken.

Bijzonder: Zowel Misha als David als Sarah zijn afgestudeerd psycholoog.

Locatie: Bij hen thuis. Wat een prachtig wooncomplex is dit! Overal hangen schilderijen van moeder Lydia en broer Misha. Hondjes en kippetjes rennen in het rond. Een poging om de sfeer te omschrijven: Anton Heyboer ontmoet Pippi Langkous en Elle Wonen. Heerlijk, vrij en prachtig.

Je zorgbehoevende vader of moeder in huis nemen: als het aan de overheid ligt, doen we dat straks allemaal. Maar is dat verstandig? Redacteur Gebke Verhoeven vroeg het psychologen Sarah en David Blom – zus en broer – die hun dementerende oma in huis namen en nu met liefde en kunst een revolutie in de ouderenzorg willen ontketenen.

Zij – Sarah Blom is als ouderenpsycholoog gespecialiseerd in cognitieve stoornissen en stemmingsstoornissen zoals dementie, beroerte en depressie. Daarnaast schrijft, zingt en acteert ze. Sarah heeft een zoontje van een jaar.

Hij – dr. David Blom is klinisch psycholoog, gepromoveerd op traumaverwerking en heeft samen met zijn zus een praktijk. Hij zingt en acteert.

Gebke: “Soms krijg ik cadeautjes. Geen grote pakjes zoals van Sinterklaas of de kerstman, maar ontdekkingen die leiden tot een prachtig verhaal. Dat gebeurde toen we ons als redactie bogen over de perfecte ontmoetingskandidaten voor dit nummer waarin alles draait om ‘zorgen voor elkaar’. Juist op dat moment kregen we bericht van David en Sarah Blom over hun wel heel bijzondere voorstelling ‘Dag mama’. Een familievoorstelling in de meest letterlijke zin van het woord. Broer Misha schreef de liedjes en zus Sarah en broer David brengen het stuk samen met moeder Lydia ten tonele. In het stuk staat het zorgen voor een demente vrouw centraal, verteld vanuit het oogpunt van de familie én de professionele zorg. Dat onderwerp komt niet uit de lucht vallen. Dementie raakt het gezin persoonlijk, omdat ze gezamenlijk hun dementerende oma thuis hebben verpleegd. Daarnaast hebben Sarah en David in hun werk als psycholoog veel met dementie te maken.”

“Nog zoiets bijzonders: de voorstelling is te bewonderen in het familietheater. Dit theater ligt in het hart van het boerderijencomplex waar de hele familie woont en verbindt de appartementen van de verschillende gezinsleden. Kunst neemt een belangrijke plek in binnen dit gezin. Of zoals ze zelf zeggen: ‘Het is een manier om harten te openen en te helen.’”

“Maar eerst dit: hoe komen jullie erbij om als volwassen kinderen weer samen in een huis te gaan wonen?”

Sarah: “Door de film Antonia! Die film gaat over een soortgelijke woongemeenschap in een boerendorp, waar verschillende generaties onder een dak leven. Toen ik dat als meisje zag, riep ik: ‘Dat wil ook!’”

Gebke: “Ik heb een heel lieve broer, maar om nu altijd op elkaars lip te zitten …” 

David:“We hebben hier veel ruimte en allemaal ons eigen appartement.”

Sarah: “Lydia, onze moeder, is de verbindende factor. Zij heeft ons alleen opgevoed en is een heel leuk mens. Een kunstenares. Vol energie. Zij zorgt voor gezelligheid. Onze moeder is een voorbeeld. We hebben het prettig met elkaar.”

David:“Na onze studies hebben we her en der gewoond, maar toen we in 2006 dit pand tegenkwamen, zagen we direct de potentie om ons leven met kunst en psychologie te verenigen. Alleen de muren van de boerderij stonden toen nog overeind. Waar jij nu zit, stonden landbouwmachines. En Saar woont op de oude hooizolder …”

Sarah: “Het was ook een mogelijkheid om onze krachten te bundelen om voor onze dementerende oma te zorgen.”

David:“Mijn opa had dat altijd gedaan en na zijn dood bleek pas hoe goed. We wisten wel dat onze oma wat vergeetachtig was, maar hoe erg heeft hij goed verborgen gehouden. Ze bleek niet zelfstandig te kunnen wonen. De overgang naar het verpleeghuis was enorm. Opa had met zijn toewijding oma volledig verwend. Mijn moeder had altijd een nauwe band met haar moeder, dus al snel waren we eruit: oma kwam bij ons.”

Sarah: “Zelfs met zijn vieren bleek zorgen voor oma flink aanpoten. Ze moest wel elke ochtend uit bed getild worden. Ze was een vrouwtje van 1.50 meter, maar dat gaat wegen als iemand niet meer meewerkt. Mijn broers tilden haar elke dag zonder tillift uit bed. Ik kon dat fysiek niet. Die tillift hebben we bewust buiten de deur gehouden.”

David:“Het is een soort hijskraan waarin zo’n vrouw toch even in het luchtledige bungelt. Juist fysiek contact geeft mensen met dementie vaak een gevoel van geborgenheid. In de zorg is zo’n lift natuurlijk onmisbaar. Maar wij hadden de keuze. Juist omdat dementie al voor afstand zorgt, wilden we die verwijdering tot een minimum beperken en dus tilden mijn broer en ik onze oma van het bed naar de bank, van de bank naar de wc.”

Sarah: “Mijn broers hielpen onze oma zelfs naar de wc. En dat voor een stel jonge kerels. Diep respect.”

Gebke: “Juist in zo’n periode komen familiebanden toch vaak onder druk te staan?”

David: “Dat is ook zo. Mijn moeder vond het niet echt leuk als mensen zeiden: ‘Wat goed dat je je moeder in huis neemt.’ Want dan antwoordde onze oma steevast: ‘Dat spreekt toch vanzelf, ze is mijn dochter.’”
 
Sarah: “Het zijn ook vaak de dochters die de zorg op zich nemen. Dat mannen afhaken en geen tijd hebben, vinden we allemaal wel logisch. Maar als dochters een grens trekken, is dat maatschappelijk gezien not done.”
 
David:“Ik denk dat het voor onze moeder wel makkelijker was geweest als oma wat dankbaarder was.”
 
Sarah: “Die wederkerigheid verdwijnt bij dementie steeds meer.”
 
David:“En vaak krijgt juist degene die de meeste zorg op zich neemt de wind van voren. Onze oom Rinie uit Frankrijk bijvoorbeeld kwam twee keer per jaar langs en was voor mijn oma de ster van het bal. Terwijl mijn moeder, die elke dag zorgde, nooit een complimentje kreeg. Dat geeft frictie.”
 
Sarah: “Voor je het weet, ben je dan niet alleen je moeder, maar ook je broer kwijt. Oom Rinie en mijn moeder hebben elkaar een tijd niet meer gezien. Gelukkig is er nu weer contact.”
 
David: “Niet gezien worden werkt verbittering en wrok in de hand. Of het nu gaat om onzichtbare ziektes, trauma’s of inspanningen, erkenning voor je aandoening, je pijn of de zorg die je verleent is essentieel. Verbittering en wrok gecombineerd met overbelasting kan ervoor zorgen dat ouderen van de trap geduwd worden.”
 
Sarah: “Want dat gebeurt! Er wordt niet over gepraat, maar het gebeurt.”
 
David: “We zeggen ook vaak dat aftakeling hoort bij ouder worden. Maar als je lichaam het laat afweten of je geest je in de steek laat, is dat uitermate traumatisch.”
 
Sarah: “Dit nieuwe zeer rakelt weer oud zeer op. Van trauma’s tot teleurstellingen: ouderen hebben geestelijk vaak heel wat te verwerken. En dat geldt niet alleen voor ouderen, maar ook voor hun kinderen. Alle ouders – hoe hard ze ook hun best doen – maken fouten. Veel mensen zijn als kind in meer of mindere mate beschadigd. Als je intensief voor je vader of moeder zorgt, kunnen oude trauma’s, pijn of teleurstellingen waarover soms al twintig jaar niet meer gesproken is of waarvan je dacht dat je ze een plek had gegeven, in alle hevigheid naar boven komen. Dat zet zo’n relatie flink onder druk.”
 
David: “Vaak is degene die het meeste zorgt ook degene met het grootste schuldgevoel.”
 
Sarah: “Hoe bedoel je? Dat kinderen hun ouders wel moeten verzorgen, omdat hun ouders altijd goed voor hen gezorgd hebben?”
 
David:“Bijvoorbeeld.”
 
Sarah: “Dat hoor ik wel vaker. Maar als kind heb je er niet om gevraagd om op de wereld gezet te worden. Het overkomt je. Het betekent niet dat je je moeder of vader per definitie iets verschuldigd bent. Sommige mensen gaan zo gebukt onder dat schuldgevoel. Juist hen geef ik mee dat een schuldgevoel ook iets moois heeft. Het zorgt ervoor dat je er bent. Alle emoties hebben een functie.”
 
David:“Dat is ook wat we met onze theatervoorstelling willen losmaken. Dat mensen erkenning voelen voor hun boosheid, verdriet, pijn. Erkenning maakt dat je in je kracht komt en kunt helen.”

Gebke: “Is er wel erkenning in de zorg?”

Sarah: “Veel en veel te weinig. Welk signaal geef je af wanneer je mensen in de zorg het idee geeft dat ze elk moment vervangen kunnen worden door een zorgrobot? De zorg is vrijwel altijd negatief in het nieuws. Mensen durven amper nog op verjaardagsfeestjes te zeggen dat ze in de zorg werken. Intern proberen zorginstellingen dat imago op te vijzelen door een ultrapositief beeld neer te zetten, wat óók verre van realistisch is. De mensen die daar werken, kunnen voor hun gevoel nooit aan dat ideaalplaatje voldoen. Ze raken gefrustreerd. Juist dat gevoel willen we tackelen tijdens onze voorstelling. Kunst is een geweldige manier om mensen in het hart te raken. Want als je iets wilt veranderen, moet je niet alleen weten hoe, je moet het ook voelen. Het hart vergeet veel minder dan het hoofd. Dus als je mensen in hun hart raakt, maak je iets los.”

Gebke: “En zorg ís emotie. Of niet?”

David: “Zorgen is in ieder geval niet altijd makkelijk en wat het bij dementie extra lastig maakt, is dat mensen veranderen. Onze oma was niet meer de vrouw zoals mijn moeder haar vroeger kende.”
 
Sarah: “Het beste is om dat ook maar zo snel mogelijk te accepteren. Die persoon van vroeger komt niet meer terug. Als je die gedachte kunt omarmen, kun je oude verwachtingen loslaten, bots je minder op tegen teleurstellingen en kun je beter dealen met de persoon met wie je nú te maken hebt.”
 
David:“Maar bij dementie is dat niet zo eenvoudig. Degene van wie je houdt verdwijnt geestelijk meer en meer, maar lichamelijk zit hij daar nog. Dat bemoeilijkt het rouwproces.”
 
Sarah: “Het verdriet moet toch een plek krijgen. Soms hoor ik verzorgenden klagen dat een dochter zo krengerig doet tegen haar moeder: ‘Mevrouw is juist zo lief.’ Ik snap die reactie, maar misschien is die dochter wel in diepe rouw. Als je goede zorg wilt geven, moet je verder kijken dan gedrag. Je moet het hele verhaal kennen. Vanuit begrip kun je de kracht van familie en professionele zorg met elkaar verbinden.”
 
David: “Maar begrip opbrengen is soms moeilijk, omdat er bijna altijd wel sprake is van een bepaalde mate van jaloezie of frustratie. Zo kun je als dochter de grootst mogelijke moeite hebben om je dementerende moeder onder de douche te krijgen. Bij de wijkverpleegkundige lukt het zo en is het nog gezellig ook. Dat is frustrerend.”
 
Sarah: “Zorgen is alleen maar ‘leuk’ als je er iets voor terugkrijgt. David bijvoorbeeld was heel goed in oma aan het lachen maken.”
 
David: “Als ik zo’n glimlach zag, gaf dat voldoening.”
 
Sarah: “Voldoening. Daar gaat het om. Er is in de zorg veel aandacht voor luiers die op tijd verschoond moeten worden, voor gewicht en medicijnen. Het zijn zichtbare taken, makkelijk meetbaar, belangrijk. Maar die factoren dragen nauwelijks bij aan levensgeluk. Welzijn is minder meetbaar en daarom al snel een ondergeschoven kindje. Maar het is wel een geluksmaker. Zonder contact geen geluk, zeg ik altijd. Als je in je werk echt contact maakt, kun je het welzijn van anderen vergroten én haal je meer voldoening uit wat je doet. Anderen gelukkig maken of helpen, daar word je zelf blij van. Zo werkt dat. Contact is de sleutel. Maar als een leidinggevende nooit aan een verpleegkundige of verzorgende vraagt ‘Hoe gaat het met je?’, dan kun je niet verwachten dat zij dat doen bij degene voor wie zij zorgen. Terwijl die ene vraag – ‘Hoe gaat het met je?’ – wel de deuren opent tot betere zorg en meer voldoening.”

Gebke: “Even terug naar demente ouderen. Het lijkt me ontzettend angstig om dement te zijn.”

Sarah: “Hoe weet je dat? Wij vullen veel in voor mensen met dementie. Ze zullen wel bang zijn, ze zullen die vergeetachtigheid wel vervelend vinden. Maar is dat zo? We gaan ervan uit dat dementerende mensen geen besef hebben, dat je moeilijk contact kunt krijgen. Maar vaak is dat niet het geval. Het zegt meer iets over onze eigen onmacht om ons in de ander te verdiepen. Laat je referentiekader varen en vraag onbevangen: ‘Hoe voelt u zich nu? Waar loopt u tegenaan? Wat vindt u het moeilijkste?’”
 
David: “De kunst is dat je iemand open krijgt. Je moet er soms veel kwartjes in ‘stoppen’ voor je de juiste te pakken hebt.”
 
Sarah: “Vaak begrijpen we mensen met dementie niet goed en delen we het label ‘onaangepast gedrag’ uit. Onaangepast gedrag is een manier van overleven. Een manier om iets duidelijk te maken. Mensen die niets van zich laten horen, krijgen minder aandacht. Daardoor wordt er veel in stilte geleden. Geef mij dan maar onaangepast gedrag. Gedrag is namelijk nooit betekenisloos. Je moet het alleen zien te doorgronden. Zo was er eens een demente vrouw die elke nacht door de gangen spookte. Naarmate ik haar beter leerde kennen, kwam ik erachter dat ze een stuk geborgenheid miste. Een kus, lekker toegestopt worden en de belofte dat er later nog iemand zou komen kijken. Dat was ze zo gewend. Toen de verpleging die oude rituelen ging toepassen, sliep ze heerlijk. Veel ouderen zijn thuis bijvoorbeeld gewend om een borreltje te drinken, maar dat mag dan ineens – heel betuttelend – niet meer in zo’n verpleeghuis. ‘We zijn immers geen uitgaansgelegenheid.’ Was dat maar zo! Gezelligheid is van onschatbare waarde. Directeuren zouden er trots op moeten zijn dat hun verzorgings- of verpleegtehuis een gezelligheidsinstelling genoemd wordt.”

Gebke: “Zou je het mij aanraden dat ik mijn dementerende oma of moeder in huis neem?”

Sarah: “Iedere mens is anders. Ieder dementerend mens is dus ook anders. Ik denk dat sommigen echt beter af zijn in een verpleeghuis. Onze oma was helemaal niet agressief of zo, maar dan nog moet je de zorg niet onderschatten.”
 
David: “Heel wat mensen denken: ik heb een mooi tuinhuis. Daar kan oma wel in wonen. Maar in de praktijk werkt dat niet altijd.”
 
Sarah: “Dan blijkt oma in het concentratiekamp te hebben gezeten en komen de muren op haar af. Je weet niet altijd van tevoren waar je aan begint.”
 

Gebke: “Hebben jullie nog tips voor beginnende mantelzorgers? 

David: “Je zult geheid fouten maken. Dat is ons ook overkomen. Het is niet erg. Het hoort erbij.”
 
De voorstelling – Dag mama
Dag mama is een voorstelling over een vrouw op leeftijd die zichzelf aan het verliezen is. Het verhaal wordt verteld vanuit deze drie perspectieven. Moeder Lydia speelt in het stuk de moeder die ineens in een verpleeghuis belandt. Dochter Sarah vertolkt de rol van de mantelzorgende dochter. David is de verzorgende, die meer van een afstand betrokken is bij het lot van de dementerende moeder en haar familie. Muziektheater kan volgens psychologen Sarah en David doordringen waar een (zelf)hulpboek niet komt. Hun doel is de leefwereld van dementie te beleven en te begrijpen. De voorstelling is ook een soort workshop, waarin inzichten en handvatten uit de psychologie worden aangereikt over hoe je leven met dementie zo goed mogelijk kunt invullen, waardoor iedereen gelukkiger kan zijn.
 
David en Sarah geven in hun thuistheater in Buren (Betuwe) optredens, maar ook op locatie. Op oudwordenmetzorg.nl lees je waar ze binnenkort te zien zijn.
Vorige bericht Er zijn voor elkaar
Volgende bericht De rode loper uit voor … mantelzorgers

Bron

NaamgezondNU
Datumdecember 2015
AuteurGebke Verhoeven

Primaire Sidebar