Van de reumapoli tot de snotterpoli of de polikliniek voor kunstenaars. De themapolikliniek, gespecialiseerd in een bepaalde ziekte of medische vraag, komt in Nederland voor in bijna 1500(!) verschillende ‘smaken’. Vrijwel elk ziekenhuis heeft er dus wel een. Maar ben je er ook daadwerkelijk beter af?
“Bij de afvalbegeleidingspoli van het Albert Schweitzer-ziekenhuis in Zwijndrecht kom je niet zomaar terecht. Je moet vrouw zijn, een vaste relatie en een kinderwens hebben, niet zwanger kunnen raken en een BMI hebben van 32 of hoger (wat betekent dat je fors overgewicht hebt). Daarnaast heb je een verwijzing van je gynaecoloog nodig.” Aan het woord is Lydia van Veen, specialistisch verpleegkundige bij deze themapoli. Volgens haar is zo’n specialistische themapoli niet te vergelijken met een doorsneepoli, omdat ze voor een heel specifieke groep mensen zorg op maat biedt.
In de afvalbegeleidingspoli begeleiden Van Veen en haar collega’s vrouwen die dolgraag moeder willen worden, maar problemen ondervinden van hun gewicht. Zij krijgen geen ivf of andere vruchtbaarheidsbevorderende behandelingen voor ze zijn afgevallen. Van Veen: “Het belangrijkste wat ik doe, is deze vrouwen uitleggen dat vetweefsel een stoorzender vormt voor de hormoonhuishouding en dat dit de reden is dat ze niet of bijna niet meer ongesteld worden. Je lichaam is ontregeld door slechte eetgewoontes, roken en een gebrek aan beweging. Het is aan jou om te veranderen en je lichaam klaar te maken voor een zwangerschap. Dat is mijn boodschap.”
Van levensbelang
De afvalbegeleidingspoli waar Van Veen werkt, is een van de bijna 1500 themapoliklinieken die Nederland kent. Want zo omvangrijk is dit fenomeen, aldus onderzoek dat Gezonde scepsis in 2010 uitvoerde voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het ministerie van Volksgezondheid. Bij zo’n themapoli kijkt doorgaans niet één specialist naar een ziekte of medische vraag, maar een team van medisch deskundigen. En dat heeft zo zijn voordelen, legt cardioloog dr. Marcel Daniëls uit, voorzitter van de Raad Kwaliteit van de Orde voor Medisch Specialisten.
“Neem de kortademigheidspoli. Vaak is bij kortademigheid niet direct duidelijk of het aan je longen of aan je hart ligt. Vroeger ging je dan van de ene naar de andere specialist. In een kortademigheidspoli zie je achtereenvolgens de longarts en de cardioloog, die samen analyseren waar die kortademigheid precies vandaan komt. Ook bij ouderen die vallen, is de oorzaak niet altijd even eenduidig. Deze mensen moesten eerst vaak een rits specialisten af om te kijken wat er mis was. Daar gaat veel tijd over heen. Bij een valpoli heb je doorgaans veel sneller duidelijkheid.”
Bij deze themapoliklinieken kom je met name terecht als de oorzaak voor je probleem niet klip-en-klaar is, stelt Daniëls. Er is meer onderzoek en expertise nodig om tot de juiste diagnose en behandeling te komen. “Daarnaast zijn er themapoliklinieken zoals de mammapoli, waar vrouwen onderzocht worden bij wie aan borstkanker wordt gedacht. Hierbij is een snelle diagnose en behandeling van levensbelang.”
Krentenbol en mandarijn
Volgens Daniëls is efficiëntie voor zowel het ziekenhuis als patiënten de belangrijkste reden waarom themapoliklinieken zo populair zijn. “Medisch inhoudelijk is er geen verschil tussen het werk wat we doen op een gewone poli of op een themapoli. Het verschil zit hem vooral in de organisatie van zorg. Binnen een themapoli stemmen alle deskundigen onderzoek, diagnose en behandeling op elkaar af. Bij een standaardpolikliniek blijkt dat in de praktijk lastiger. Als alle betrokkenen zich – zoals bij een themapoli – focussen op een bepaalde aandoening of medische vraag, gaat dat beter.”
Van Veen vindt dat het verschil verder gaat dan een betere organisatie. “De kracht van onze afvalbegeleidingspoli is dat we levens veranderen door een gepast leefstijladvies te geven. Dat krijg je niet bij een doorsneepoli. We gaan verder dan het verstrekken van een dieet. Daar doe ik eigenlijk niet aan, omdat het niet werkt. Het gaat om een totale leefstijlverandering, niet alleen om het aanpassen van je eetgedrag. De knop moet bij mensen om. En dat kan alleen als je begrijpt waarom het belangrijk is dat je vetmassa verliest. Goede informatie geven is doorgaans het begin van een verandering.”
“Daarnaast houd ik vrouwen een spiegel voor. Zo laat ik ze altijd drie dagen een dagboek bijhouden van hun eetpatroon en vraag vervolgens of ik mag wegstrepen wat niet gezond is. Vaak blijven dan een mandarijn en een krentenbol over. En op basis daarvan moet dan een kindje groeien? Als je vervolgens ook nog eens rookt vanaf je veertiende, zijn je eierstokken tien jaar ouder dan gemiddeld. En als je niet meer beweegt vanwege zere knieën, hoe moet dat dan als er nog eens vijftien kilo extra bij komt tijdens de zwangerschap? Ik probeer vrouwen te laten inzien waar de winst te halen valt.”
Gewoon goed communiceren
De themapoli lijkt in het algemeen mensen sneller en beter te kunnen helpen. “’Lijkt’, want gegevens dat mensen bij de themapoli vaker genezen of betere zorg krijgen, ontbreken”, benadrukt Wilna Wind, directeur van de Patiëntenfederatie NPCF. “Je kunt dus niet stellen dat je bij een standaardpolikliniek per definitie beter of slechter uit bent. De verzekeraars zijn een beetje op de hoogte van wat ziekenhuizen presteren. Maar als ze ergens zorg inkopen, weten wij niet wat de beweegredenen zijn: is de zorg daar beter of goedkoper? We moeten toe naar meer transparantie. Daar begint het mee.”
Wind vraagt zich bovendien af wat de beweegredenen zijn voor het ontstaan van de themapoli’s. “Zijn ze een gat in de markt of ontstaan ze vanuit het belang van de patiënt? Dat blijft de vraag. Ik denk niet dat je een themapoli nodig hebt om mensen de beste zorg te geven. Als specialisten nou eens gewoon goed communiceren en samenwerken met andere deskundigen – wat te weinig gebeurt – dan kun je mensen veel beter helpen. Daar valt de winst te halen. Niet door dezelfde dienst in een andere jas te steken.”
Gezonde Scepsis ziet het iets anders: “Gezien hun aantal voorzien de themapoli’s duidelijk in een behoefte. Of ze qua opzet primair gedreven worden vanuit efficiëntie van het ziekenhuis of dat ze de wens hebben zorg beter op de patiënt af te stemmen en de kwaliteit te verbeteren, valt op basis van ons onderzoek niet te concluderen. Mogelijk spelen verschillende afwegingen een rol.”
Niemandsland
In huisartsenvakblad Medisch Contact komen verschillende specialisten van themapoli’s aan het woord. Uit hun verhaal blijkt dat ze vooral de zorg voor hun patiënten willen stroomlijnen en dat ze mensen niet met onverklaarbare klachten willen laten doorlopen.
Zo vertelt kinderarts Rick Mahdi van de snotterpoli (Slotervaartziekenhuis, Amsterdam): “Het idee voor de snotterpoli is ontstaan omdat kinderen met luchtwegproblemen vaak ook naar een kno-arts moeten, waar ze dan weken later terechtkunnen. Wij wilden het makkelijker maken, alles in één afspraak.” Snotter-collega kno-arts Francis Burgersdijk vult aan: “Dit gaat om vernieuwing van de zorg. We doen niks beter dan een ander, maar nemen meer tijd en luisteren goed. De kracht zit hem ook in de combi van kno en kindergeneeskunde. We vullen een niemandsland op.”
In die zin is deze themapoli net als de afvalbegeleidingskliniek van Lydia een soort hyperspecialisme waar mensen terechtkunnen voor specifieke zorg en/of behandeling. Tegelijkertijd lijken veel themapoli’s de ambitie te hebben om onverklaarbare klachten te verklaren. Zo kon longarts Arent Jan Michels van de hoestpoli (St Anna Ziekenhuis, Geldrop) niet accepteren dat bij chronische hoest maar zelden een oorzaak gevonden werd. “Een nieuwe Amerikaanse richtlijn zei dat als je goed zoekt, je in negentig procent van de gevallen een diagnose vindt en bij een iets kleiner percentage een remedie. Waarom zou je dan met chronische hoest doorlopen? De hoestpoli houdt in feite niets anders in dan dat ik gestructureerd en efficiënt doe wat ik anders ook zou doen met deze extra kennis. Ik laat daarvoor geen ander onderzoek doen dan bij een de gewone longpoli.”
Vaak willen artsen van themapoli’s problemen bij de wortel aanpakken en structurele oplossingen bieden. Neem de afvalbegeleidingskliniek. Van Veen: “Je kunt mensen die te zwaar zijn en een kinderwens hebben wel vruchtbaarheidsbehandelingen aanbieden, maar als de basis van het probleem de kilo’s zijn, heeft behandelen geen nut. Afvallen is dan een belangrijke stap om de kinderwens te vervullen. En dat lukt. De afvalbegeleidingspoli bestaat nu sinds 2005 en we zien dat ongeveer dertig procent van de vrouwen spontaan in verwachting raakt nadat ze is afgeslankt. Nog eens dertig procent heeft wel medisch hulp nodig, maar als ze eenmaal in verwachting zijn, treden er minder miskramen en zwangerschapscomplicaties op. De overige vrouwen blijven tobben. Maar het merendeel is dus geholpen dankzij gewichtsverlies.”
Poep, pies, snurk
Ondanks het succes blijft er redelijk veel kritiek op de themapoli’s. En misschien ligt dat ook wel een beetje aan de naamgeving – poep, pies, menstruatie, snurk – die soms redelijk expliciet is. “What’s in a name?”, geeft Daniëls als repliek. “Als je vroeger naar de kno-arts ging, heette dat een kno-poli. Nu is dat een snotterpoli. De naam is veranderd, de behandeling is hetzelfde gebleven.”
Maar de kritiek is soms ook fundamenteler. De Consumentengids suggereert in haar septemberuitgave (2012) dat themapoli’s in enkele gevallen zelfs een medisch probleem lijken te creëren en daarmee vraag bij patiënten genereren. Daarnaast vraagt de Consumentengids zich af waarom je bij relatief kleine klachten dure ziekenhuiszorg zou inzetten als de goedkopere huisarts die net zo goed kan oplossen?
“Op zich is een themapoli niet per se duurder”, vindt Daniëls. “Immers, voor de zorg die je aantreft in de themapoli, zou je anders naar de gewone polikliniek zijn gegaan. Wél kan het zijn dat sommige mensen uitgebreider onderzocht worden dan gewoonlijk. Neem kortademigheid. Als je naar de betreffende themapoli gaat en het probleem komt duidelijk vanuit je longen, dan was het bezoek aan de cardioloog dus overbodig. Daarom is het belangrijk dat mensen niet zomaar terechtkomen bij een themapolikliniek, maar met een verwijzing van huisarts of specialist.”
De patiënt centraal
Daniëls vindt dat niet de themapoli’s in hun algemeenheid ter discussie zouden moeten staan, maar het ‘gepaste gebruik’ ervan. “En daar speelt de verwijzing van de huisarts een sleutelrol in.” Als de huisarts die filterfunctie goed op zich neemt, past de themapoli perfect in deze tijd, aldus Daniëls. “Iedereen vindt dat de patiënt in de zorg centraal moet staan. Dat gebeurt bij de themapoli. Het is daarom niet meer dan logisch dat deze poli’s mensen als een magneet aantrekken. Een deel van de poliklinische zorg leent zich er heel goed voor om zich per thema te organiseren. Waarom zou je dat niet doen? Het werkt efficiënter en mensen voelen zich doorgaans beter behandeld. Nee, ik geloof niet dat de themapoli’s een hype zijn.”
Ook Lydia is ervan overtuigd dat haar themapoli een blijvertje is. “We krijgen weleens boze brieven van vrouwen die het belachelijk vinden dat ze eerst moeten afvallen voor ze behandeld worden, maar dat zijn uitzonderingen. Over het algemeen regent het geboortekaartjes en foto’s van pasgeboren baby’s op de afdeling. Kersverse moeders rijden met hun kinderwagens langs om te pronken met hun kind. Alhoewel deze vrouwen zelf voor hun verandering hebben gezorgd, maken we met de info die we geven een substantieel verschil in hun leven en dat smeedt een band. Je laat elkaar niet zo maar los.”
Meest voorkomende themapoli’s
- 211 Hartpoli’s
- 127 Kankerpoli’s
- 117 Diabetes/voetenpoli
- 80 Incontinentiepoli’s
- 65 Astma en COPD-poli’s
- 39 Geheugenpoli’s
- 35 Stomapoli’s
- 29 Reumapoli’s
- 29 Slaappoli’s
- 25 Osteoporosepoli’s
Bron: Gezonde scepsis
Wat zijn themapoli’s?
Een definitie van de themapoli vind je nog niet in de Van Dale terug. Volgens Gezonde Scepsis voldoen themapoli’s aan een aantal voorwaarden: de zorg concentreert zich rondom een bepaald medisch probleem of vraagstuk en er werken meerdere artsen en andere gespecialiseerde deskundigen (zoals een gespecialiseerde verpleegkundige, laboranten, een maatschappelijke werker of psycholoog) die de patiënt zo goed mogelijk proberen te helpen. Er is dus meer samenwerking, waardoor onderzoek, diagnose en behandeling doorgaans beter op elkaar zijn afgestemd. Daarnaast bieden enkele themapoli’s leefstijladvies.
Bron: Gezonde scepsis
Elke kwaal zijn eigen poli
Plas – Wond – Arbeid – Snotter – Dementie – Poep – Menstruatie – Hoesten – Kanker – Endoscopie – Epilepsie – Snurk – Hart – Kortademigheid – Kunstenaars – Mamma – Man – Lymfe – Reuk – Oren – Artrose – Botten – Roken – Depressie – Gehandicapten – Gender – Heup – Lyme – Huid – Schouder – Trombose – Dystrofie – Mens en arbeid – MS – POP -Pigmentstoornissen, moedervlekken en laserbehandelingen – Pijn – Tropische ziekten – Abnormaal bloedverlies – Diabetes – Eetstoornissen – Geheugen – Vruchtbaarheid – Ouderen – Bekkenbodem – Val – Astma/COPD – Obesitas – Slaap – Stoma – Overgang – Botontkalking – Voeten – Oedeem – Spataderen – Wond – Hernia – Staar – CVA – Evenwicht – Niersteen – Traanwegstenose – Duizeligheid – Kindereetpoli – Schoenenpoli
Bron: Gezonde scepsis
Top 10
Ziekenhuizen met de meeste themapoli’s
- Slotervaartziekenhuis 76
- Universitair Medisch Centrum Utrecht 60
- Máxima Medisch Centrum 52
- VU Medisch Centrum 48
- Gelre-ziekenhuis Apeldoorn 38
- Gelre-ziekenhuis Zutphen 38
- Universitair Medisch Centrum St Radboud 38
- Ziekenhuisgroep Twente 38
- Reinier de Graaf Groep 37
- Sint Lucas Andreas Ziekenhuis 36
Bron: Gezonde scepsis
Deskundigen:
- Cardioloog dr. Marcel Daniëls van de Orde voor Medisch Specialisten
- Wilna Wind, directeur van de Patiëntenfederatie NPCF
- Lydia van Veen, specialistisch verpleegkundige bij de afvalbegeleidingspoli van het Albert Schweitzer-ziekenhuis in Zwijndrecht