Met je handen in de aarde wroeten en vervolgens je eigen oogst grillen op de barbecue of verwerken in een salade. Een idyllischer beeld is er niet, toch? Alleen voordat het op je bord ligt, moet er wel wat gebeuren. Met dit stappenplan komt een eigen moestuin binnen handbereik.
“Al begin je met een tomatenplant in een pot, het is de start van een stukje zelfvoorzienend leven. Dat geeft rust; moestuinieren is mediteren.” – Annemiek van Deursen, de Eerlijke Moestuin
Stap 1: Inspecteer de bodem
Zonder bodem geen moestuin. Dit is namelijk dé bron van voedingstoffen voor de planten die je kweekt. Geen tuin is hetzelfde en iedere plant is anders, daarom bestaat er geen formule voor de perfecte grond. Wel doen sommige groenten het beter in de ene grond dan de ander. Daarom is het slim om de bodem te inspecteren. Ligt er zand, klei, leem of een combinatie hiervan in jouw tuin? Door goed te kijken naar de kleur, geur en structuur, kun je het onderscheiden. Een handig stokpaardje: als de grond licht van kleur is en je moet vaak water geven, dan heb je met zandgrond te maken. Als het donkerder van kleur is en plakkerig wordt als het nat is, dan ligt er waarschijnlijk klei of leem in je tuin. Twijfel je nog? Dan geeft een bodemtest het antwoord.
Stap 2: Vergeet de humus niet
Alle grondsoorten hebben één ding gemeen: ze houden van humus. Deze speciale grondsoort maakt de bodem voedzamer. Regenwormen en andere beestjes zijn daarom onmisbaar in je moestuin, want ze maken de bodem losser en zetten plantaardig resten om in humus. Als je de bodem wilt verbeteren en de aanmaak van humus wilt stimuleren, kun je altijd organische bemesting toevoegen.
Stap 3: Spitten maar!
Wortels van planten kunnen veel dieper gaan dan je denkt. Moestuinexpert Annemiek van Deursen raadt daarom aan om éérst de grond te spitten. “De eerste keer moet je de grond flink diep omspitten, daarom is het slim om niet te groot te beginnen. Het onkruid met penwortels moet je helemaal verwijderen. Als je dat in je moestuin hebt, heb je alleen maar ellende.”
Onmisbaar gereedschap: “Veel gereedschap heb je niet nodig, een steekschop, schoffel, hark, gieter en riek zijn voldoende.”
Stap 4: Kies voor wisselteelt
Kriskras door elkaar of keurig op een rij: in jouw moestuin bepaal je het zelf. Maak het jezelf makkelijk en kies voor een vierjarensysteem: ieder jaar verschuiven de planten een plekje, om na vier jaar weer op dezelfde plek te komen. Zo wordt de bodem niet steeds op dezelfde manier belast en is de kans op ziektes kleiner. Op internet is veel over deze wisselteelt te vinden.
Twee gouden regels:
1. Plant niet in de schaduw of onder bomen.
2. Kies een plek waar geen water blijft staan.
Stap 5: Zaai wat jij lekker vindt (en een beetje makkelijk is!)
Een oogst die je eigenlijk niet lekker vindt werkt niet. Laat je bij het kopen van zaden daarom leiden door wat jij graag op je bord ziet. Wie geen groene vingers heeft, maar wel een grote oogst wil, moet dit zeker op het boodschappenlijstje zetten:
– pompoen, groeit sneller dan onkruid
– courgette, gaat als een speer
– knipsla, je kunt blijven knippen
– bonen, voedzaam en snelle groeiers
– kruiden, zo kun je de gaatjes in je tuin opvullen
Tip 1: Het kost niets, alleen geduld: je planten laten doorschieten, zodat ze bloemen krijgen. Van de uitgebloeide bloemen wordt het zaad bruin en verdroogd. Net voordat de wind ze meeneemt, kun je de zaden oogsten. Van een pompoen zijn de dikke zaden kiemkrachtig, de platte niet.
Tip 2: Via marktplaats vind je exotische, goedkope of bijzondere zaden. Ruil je liever? Dat kan onder andere via spullendelen.nl.
Stap 6: Volg een zaai- en oogstkalender
Voor de beginnende moestuinier is een zaai- en oogstkalender onmisbaar. Zo weet je in één oogopslag wanneer je groente en fruit kunt voorzaaien, zaaien en oogsten. Hang dit overzicht bij je tuingereedschap in de schuur of stop het in je portemonnee. Op internet zijn ook uitgebreide kalenders te vinden met plantafstand en zaaidiepte. Vergeet je planten geen naamkaartje te geven, anders wordt je tuin een doolhof. Saté- en ijsstokjes zijn hier perfect voor.
Stap 7: Minder met water – de waterfabel
Een moestuin betekent toch water, water en nog meer water geven? Annemiek helpt dit misverstand uit de wereld: “Alleen waterhoudende planten en planten in potten, zoals komkommer en tomaat, hebben regelmatig water nodig. Bij een moestuin moet je zaaien en daarna helemaal geen water meer geven. Planten zijn namelijk net kinderen: als je ze verwend, worden het slappe gevallen, blijven de wortels aan de oppervlakte en moet je ze water blijven geven. Als ze aan zichzelf worden overgelaten, gaan de wortels diep, reiken ze naar het grondwater en zijn het stabiele planten.”
Start een moesbalkon
Geen balkon is te klein voor een moestuin. Annemiek: “Op een balkon kun je prima in bakken telen. Het is alleen erg belangrijk dat het water weg kan, anders wordt de grond zuur en groeit er niets meer. Zet de pot bijvoorbeeld op twee stenen, zodat het water kan weglopen. Als er geen gaatjes in de bak zitten, kun je die er zelf in boren. Grote gewassen zijn niet zo geschikt voor op een balkon, maar kruiden, tomaten en sla wel. Of plant bonen en maak van een paar stokken een wigwam in een pot. De bonen kunnen dan zo omhoog klimmen.”
Ook leuk: speciale hangzakken of een moesmuur, zodat je moestuin de hoogte in gaat.
Bonen zonder luis – tip van Lieke
Spuit met een tuinslang de luizen van de stammen, ook onder de blaadjes. Zoek een aantal lieveheersbeestjes in de tuin en zet ze op de plant. Na een paar dagen zijn de luizen verdwenen, omdat de lieveheersbeestjes ze hebben opgegeten.
Grote oogst, kleine investering
Voor een goedgevulde moestuin, en uiteindelijk een grote oogst, heb je geen groot budget nodig. Kweek bijvoorbeeld nieuwe plantjes van groenteafval. Het onderste stukje van een prei, snijbiet en knolvenkel zijn hier geschikt voor, maar ook het topje van een biet, pastinaak en winterradijs. En wat voor de één onkruid is, is voor de ander prima broodbeleg. Het blad van de paardenbloem kun je verwerken in een stamppot, zomerse soep of gewoon op een boterham. Het bekende onkruid zevenblad, ook wel tuindersverdriet, doet het goed in een pesto of als stamppot.
Dag slakken!
Annemiek: “Koffiedrap giet ik in heuveltjes rond mijn planten, want dat vinden slakken niet fijn op hun lijfjes. En slakken schuilen graag onder neergelegde rabarberbladen, zo kun je ze in één keer wegpakken.”
Zij heeft al drie jaar een succesvolle moestuin
“Ik raad iedereen aan om zonder te veel vooronderzoek te beginnen”
“Op de kunstacademie deed ik onderzoek naar hoe de voedingsindustrie in elkaar zat. Mijn onderzoek richtte zich vooral op de productie van sla. Na het zien van een aantal schokkende documentaires en met te weinig geld om biologische groenten te kopen, besloten mijn vriend en ik een moestuin aan te leggen”, vertelt illustrator Lieke van der Vorst. “We wonen in een anti-kraakhuisje met een grote verwaarloosde tuin. De grond was jarenlang bedekt met veel bladeren en dus erg vruchtbaar.”
“Hoe we onze tuin in gingen richten, baseerden we vooral op wat we lekker vonden. We keken niet naar de grond, naar de wortels of hoeveel compost de plantjes nodig hadden. Sla kochten we in alle soorten. Dit ging zó goed dat we weken achter elkaar sla aten. Wortels, prei, ui, tuinbonen, mais, pompoenen, courgettes, sperziebonen, koolraap, rode kool en snijbiet kregen ook een plek in onze moestuin.”
“Omdat we helemaal geen ervaring met of kennis over tuinieren hadden, was alles een uitdaging. In een jaar tijd heb ik heel veel geleerd, bijvoorbeeld hoe je bonenluis kunt bestrijden zonder chemische middelen. In het tweede jaar van onze moestuin bleven de tomaten groen en gingen ze schimmelen. Later leerde ik van een vriendin dat tomaten niet goed tegen regenwater kunnen. Nu ze onder een zeil staan, hebben we rode tomaten.”
“Ik raad iedereen aan om zonder te veel vooronderzoek te beginnen. De informatie uit boeken vond ik juist demotiverend en je leert het vanzelf. In de tuin werken is het allerleukste en als er een probleem optreedt, los je het op dat moment wel op.”
Deskundige
Annemiek van Deursen is een enthousiaste moestuinier en schreef onder andere het boek De Eerlijke Moestuin.
[credit]
Tekst Shirah Ipenburg