Sinds een paar jaar verbouwen een aantal telers in Nederland sojabonen, ook wel ‘nedersoja’ genoemd. Omdat de teelt van soja in tropische oorden zorgt voor de kap van enorme velden regenwoud, willen we daar graag meer over weten. Is nedersoja een deel van de oplossing? Nanda Appelman ging op bezoek bij André Jurrius, een biologische teler van nedersojabonen in de Betuwe.
Als ik uit de auto stap bij Ekoboerderij de Lingehof, snuif ik eens diep: mest! Ha, ik ben weer op het platteland. De geur blijkt afkomstig van het biologisch melkveebedrijf dat de buurvrouw runt. Ik tref sojateler André Jurrius op het erf, die nog even snel zijn Franse stagiaires op weg helpt. Hij vertelt me later dat hij met die desbetreffende buurvrouw veevoer uitruilt voor mest die hij weer gebruikt op zijn land. Zo is er een natuurlijke kringloop.
Terug naar de roots
De boerderij van André staat in de prachtige Betuwe. Dat gebied staat natuurlijk bekend om de fruitteelt, maar André is biologisch teler van verschillende gewassen. Hij is in de naastgelegen boerderij opgegroeid en na omzwervingen in Canada en Zeeland is hij neergestreken op de Lingehof. André vertelt: “Ik had een goede baan in de Wilhelminapolder in Zeeland, maar ik miste het echte boer-zijn. Toen de mogelijkheid zich voordeed om deze grond te pachten was ik al snel om. Door de waterwinning in de buurt mag in dit gebied bij voorkeur alleen biologische landbouw bedreven worden. De grondrivierklei is kwalitatief goed en bovendien heel vruchtbaar.” We lopen naar de kantine waar André enthousiast vertelt over alle gewassen die hij op biologische wijze teelt: naast sojabonen zijn dit onder andere wortels, pompoenen, aardappels, doperwten, spelt en tarwe. In totaal zo’n vijftien gewassen.
Sojabonen telen
“Een aantal jaar geleden kreeg ik de vraag of ik sojabonen wilde telen. Daar had ik wel belangstelling voor. Eerder startte ik met het telen van lupine en dat bleek een mooie teelt. Ik ben altijd bereid om iets uit te proberen en te kijken wat het wordt. Ook met andere gewassen die nog niet in Nederland thuishoren, zoals quinoa en yin-yangboontjes. Bovendien teel ik wat de markt vraagt. De sojaboon is een vlinderbloemig gewas en leek me daardoor een goede voorvrucht voor het verbouwen van uien. Dat heeft te maken met de roulatie (vruchtwisseling) die ik hanteer bij het telen van de gewassen.”
“De eerste sojaoogst twee jaar geleden was fantastisch. Helaas mislukte de oogst van vorig jaar tot twee keer toe. Het telen van sojabonen is heel specifiek, er zitten nogal wat haken en ogen aan. De uitdaging is heel groot om dit ook nog eens biologisch te willen doen in Nederland. De mislukte oogst van vorig jaar had bijvoorbeeld te maken met weerschommelingen en de duiven.” De duiven? “Kom, dan laat ik het je zien.”
Magneet voor de duiven
We stappen in de auto en rijden naar het veld met sojaplanten. Dat de duif een grote vijand is van de sojateler wordt meteen duidelijk zodra we het land in rijden. Van de drie percelen die André in mei heeft gezaaid, is er slechts één na een maand over. Het tweede perceel is flink uitgedund en van het derde is helemaal niks meer over. André vertelt gefrustreerd: “Het was onbegonnen werk. We hebben van alles geprobeerd: stokken, nepvossen, geluid, vogelverschrikkers en op een gegeven moment hebben we zelfs de jacht geopend. Maar de duiven kwamen gewoon op de loop van het geweer zitten!” Smalend voegt hij eraan toe: “Ik weet nog steeds niet of ik duiven nu heel slim of heel dom moet noemen. Als we de één hadden verjaagd, landde de ander een paar meter verderop.”
De halve hectare sojaplanten die het hebben overleefd zijn nu veilig. Alleen vlak na het zaaien komen de duiven eropaf, daarna zijn de zaden niet meer aantrekkelijk. Gelukkig zullen de overgebleven sojaplanten nog zo’n 1000 tot 1500 kilo sojabonen opleveren. Deze worden onbewerkt verkocht in zakjes of verwerkt in vleesvervangers.
Potentie voor lokale teelt
Het Nederlandse klimaat is niet het meest geschikt voor het telen van sojabonen. Desondanks is het lokaal telen wel mogelijk en het proberen waard, vindt André. Het biedt namelijk een enorm perspectief: de voedselketen wordt verkort en bovendien is het natuurlijk waanzin dat bijvoorbeeld in Zuid-Amerika oerwouden worden gekapt om plaats te maken voor sojateelt. “Ook volgend jaar reserveer ik weer een plek voor soja in mijn verbouwplan, maar om de wereldproblematiek aan te kunnen pakken moet veel groter worden gedacht. De sojateelt moet op Europese schaal aangepakt worden, want we hebben in Nederland maar een beperkt oppervlakte voor soja. Bovendien kunnen we met de lokale teelt nu nog niet opboksen tegen de lage prijzen waar soja voor wordt geteeld in Zuid-Amerika. Maar het begin is er!”
Peulen in de oksel
De sojazaden zijn eind mei gezaaid. Nu zijn de planten zo’n vijftien centimeter. “Moet je de bladeren eens voelen”, wijst André. Die zijn op het zicht al fluweelzacht en voelen ook zo. Als we door het veld lopen, bukt André om onkruid uit de grond te trekken. “Sorry,” mompelt hij, “ik kan het niet laten …” Die paar plukjes onkruid waren mij nog niet eens opgevallen.
De planten zijn willekeurig verspreid ingezaaid op het perceel in plaats van in rijtjes. Dat bleek het uitproberen waard om minder duiven aan te trekken. Begin oktober zijn de sojabonen klaar om te oogsten. “Twee jaar geleden stond ik gewoon in mijn T-shirt te oogsten in oktober”, vertelt André. “Maar vorig jaar hadden we een heel natte zomer en de planten houden er niet van om in het water te staan. Die oogst is dan ook mislukt. Voor dit jaar zie ik het positiever in.”
Uiteindelijk worden de sojaplanten ongeveer een meter hoog. Aan het eind van de zomer ontspringen de peulen uit de oksel van de plant. Vervolgens worden de bladeren dor en drogen de peulen uit. Dat is het moment om te oogsten. André licht toe: “We moeten dat goed in de gaten houden, omdat door de verdorring lichtinval op de grond komt en dat zorgt weer voor onkruid. We hebben nogal wat natuurlijke vijanden te weren! Maar dat is ook het mooie van biologisch telen. We draaien geen standaardprogramma af. Bij niet-biologische, gangbare telers zal het telen van de sojabonen misschien iets makkelijker gaan. Zij bespuiten de planten vlak na het zaaien, waardoor ze onkruid beter in de hand hebben. Ik neem als biologische teler veel meer risico’s, daarvoor moet je een ondernemende instelling hebben. Maar ik lever er een mooi en voedzaam product mee af waar ik achter kan staan.”
Producten om trots op te zijn
“Spring maar weer in de bus”, zegt André en bevlogen laat hij ons de rest van zijn akkers zien vol met opgroeiende gewassen. We rijden van het ene veld naar het andere, in totaal pacht hij zo’n 95 hectare land. Iedere keer als we denken al het land van André te hebben gezien, volgt er nóg een veldje achteraf. Zijn akkers zien er ontzettend netjes uit: er staat bijna geen onkruid tussen de gewassen en de planten zijn diepgroen. Zelfs de akkerranden zijn aangekleed met bloemen. Voornamelijk om de biodiversiteit te vergroten, maar het geeft ook een mooie uitstraling aan de omgeving. Op een gegeven moment staan we op het veld waar de pompoenen onlangs zijn gezaaid. Met een tractor wordt tussen de rijtjes geschoffeld. Een waanzinnig mooie plek met bomen rondom, oude boerderijen en een groene oase. “Prachtig, hè?”, beaamt André mijn blik. Ik snap wel waarom hij terugkeerde naar deze plek.
Naast de uitwisseling van mest en voer met de buurvrouw, heeft André verschillende andere samenwerkingen. Zo heeft hij onder meer een samenwerking met een teler in Zevenaar om quinoa te verbouwen en met een tuinderij die een deel van zijn land en schuur huurt om groentepakketten te maken.
André: “Toen ik hier twaalf jaar geleden begon met biologisch telen had ik bijna geen afnemers. Toch hield ik vast aan mijn principe. Ik wilde absolute kwaliteit kunnen blijven leveren en samenwerken met de natuur. Inmiddels pluk ik daar de vruchten van. De biologische markt is enorm in opkomst en afnemers zijn op zoek naar vakmanschap.” Ja, deze ondernemende boer heeft echt passie voor zijn vak. En met succes.
Teler André Jurrius woont samen met zijn vrouw en dochters op Ekoboerderij de Lingehof in Randwijk, Gelderland. De boerderij wordt gepacht van het landgoed Heerlijkheid Hemmen. André teelt verschillende gewassen, waaronder sojabonen. Alles op biologische (en op korte termijn biodynamische) wijze. www.ekoboerderijdelingehof.nl