Deze zes voedingsproducten komen van zó dichtbij en behoren zó tot de harde kern van de Nederlandse keuken dat we eigenlijk zijn vergeten wat er ook alweer zo gezond aan is. Ze zijn gewoon … euh … goed … Toch? Daarom hier op een rijtje; dit zijn de onomstreden gezonde toppers uit de Nederlandse keuken.
1. Aardappel – Calorie-low, vitamine C-high
Aardappeleters, dat is wie we zijn. Vroeger aten we dag in, dag uit aardappels. Saai? Nee, want alles kan met aardappelen: bakken, stomen, koken, pureren, poffen. De pieper is een bron van voedingsvezels, kalium en de vitaminen B en C. En omdat ze voor tachtig procent uit water bestaan en weinig vetten bevatten, scoren ze laag op het aantal calorieën. (Een portie rijst of pasta bevat twee keer zo veel calorieën als een portie gekookte aardappelen!). De vitamine B6 en vitamine C in aardappel speelt een belangrijke rol voor je weerstand, spijsvertering en stofwisseling.
Is aardappel nu wel of niet een ‘snelle’ koolhydratenbom? En is het om die reden een aan- of afrader voor mensen met diabetes en mensen die voor ‘low-carb’ gaan? Moeilijk, want aardappel hangt er een beetje tussenin; gebakken aardappelen vallen in de categorie ‘snelle’ koolhydraten, maar gekookte aardappelen niet.
Biet, rode powerkracht voor je spieren
Tegenwoordig zie je bietjes vooral in smoothies, maar dat was eeuwenlang heel anders. Toen werden ze gekookt en gepoft. Bieten bevatten veel vezels en juist weinig calorieën. Bieten zijn ook rijk aan nitraat, wat weer wordt omgezet in stikstofmonoxide. Dit verlaagt de bloeddruk en gaat bloedstollingen tegen. Ook bevat honderd gram biet zo’n vijf milligram vitamine C en zitten er ook nog eens antioxidanten en mineralen, zoals kalium en mangaan, in.
Bietensap kan ook het uithoudingsvermogen verbeteren, waarschijnlijk door de stof nitraat. Daar blijft het niet bij: het mineraal mangaan in de rode biet zorgt voor een goede verwerking van vitamine C, vitamine B1 en biotine.
Ei, mooi en gezond
Niets lekkerder dan een eitje bij het ontbijt? Een eitje bij je nasi … En een eitje in je lunchtrommel … Een ei kan altijd. Logisch: eieren zijn smakelijk, goedkoop, veelzijdig en uitstekende hongerremmers. Ook zitten ze bomvol eiwitten! Eiwitten geven van alle voedingsstoffen de meeste verzadiging, plus ze zijn een belangrijke bouwstof. Eén ei levert ongeveer negen gram eiwit. Ook bevatten eieren zeven vitaminen (A, B1, B2, B6, D en K) en de mineralen ijzer en fosfaat.
Eigeel bevat sterke antioxidanten voor onze ogen: carotenoïden en luteïne. Deze stof kan helpen tegen ouderdomsblindheid, ofwel maculadegeneratie. Eén van de oorzaken van deze oogziekte is namelijk een tekort van bepaalde voedingsstoffen, waaronder luteïne. Dit eiwit speelt een belangrijke rol voor de groei en het herstel van het lichaam.
Kool – winters krachtvoer
Typisch krachtvoer voor de winter: kool. En niet alleen witte kool, maar ook Chinese kool, koolrabi, savooiekool en boerenkool zitten vol goede voedingsstoffen zoals vitamines, foliumzuur en ijzer. Broccoli is bijvoorbeeld rijk aan de pro-vitamine A en de vitaminen B, C, E en K. En alle koolsoorten scoren laag op het aantal calorieën: 200 gram boerenkool bevat nog geen 100 calorieën en bij rode kool is dat nog minder. In koolsoorten zit ook calcium. De topscoorder is boerenkool: 210 milligram calcium. Witte kool bevat juist weer veel vitamine C, dit houdt je weerstand op peil.
Vet goed, die haring
Haring, mét uitjes en augurken. Een eeuwenoude traditie waar elke toerist met verbazing naar staat te kijken. Maar vind je het wél lekker, eet het dan vooral vaker. Haring bevat veel omega-3-vetzuren (meer dan zalm!) en die zijn goed voor het lichaam. En het ontbreekt ze ook niet aan ijzer en vitamine B12. Het visje is voor conservering wel gezouten, dus het zoutgehalte is vrij hoog.
De omega-3-vetzuren in haring verlagen het gehalte aan vetten in het bloed. Ook zijn deze gezonde vetten goed voor de hersenen, zenuwen, huid en ogen. Geregeld haring eten houdt ook je rode bloedcellen gezond, verkleint de kans op griep en voorkomt een droge huid.
Zo gewoon is die ui niet
Een netje uien gris je met gemak mee uit de winkel. Kan overal in, kost niets. Jammer dat je ervan gaat huilen bij het snijden, maar verder, niets bijzonders …
Niet waar! Die doodgewone ui is het waard om met meer respect bejegend te worden. Ze bevatten (redelijk) veel vitamine B6, foliumzuur, thiamine, vitamine C, mangaan en kalium. En ze zorgen ervoor dat een saai, eentonig gerecht een heerlijk pittige bite krijgt.
Ui is goed voor het bloed. Door het eten van een ui neemt de kans op bloedklontering sterk af. Ook bestrijdt het bacteriën in de mond, bevordert het de haargroei en draagt het bij aan het verlagen van de bloedsuikerspiegel.