Toen de man van Pauline Puijk begon met het trainen van hulphonden, kon ze niet vermoeden dat ze er zelf ooit een nodig zou hebben. Sinds tien jaar heeft ze MS. “Door Flynn kan ik soms heel even vergeten dat ik ziek ben.”
“Ik had vaak last van mijn voeten. Ik werkte als activiteitenbegeleider in een verzorgingshuis voor dementerende ouderen en de pijn hinderde me in mijn werk. Ik was ermee naar de huisarts geweest, maar die had geen idee. Toen de pijn doortrok naar mijn benen en ik bijna niet meer normaal kon lopen, dacht ik: dit klopt niet, dit moet onderzocht worden. Op de MRI-scan was het vrijwel meteen duidelijk: ik had MS.”
“Je hoort weleens dat iemands wereld instort bij zo’n diagnose. Bij mij was dat niet zo. Ik schrok natuurlijk enorm van het nieuws dat ik ziek was en nooit meer beter zou worden. Ik was pas 45 en had twee puberzoons thuis. Maar ik wist niet goed wat MS inhield. Ik had geen idee wat ik kon verwachten. Het verloop van de ziekte is bovendien voor iedereen verschillend.”
Kippenvelmoment
“Flynn kwam eigenlijk per toeval in mijn leven. Of misschien was het wel het lot. Wie zal het zeggen? Robin, mijn man, leidt honden op voor de stichting Personal Service Dogs. Ik weet nog dat we eraan begonnen. Je hebt zo’n hond een hele tijd bij je in huis om hem te trainen, dus hij maakt echt deel uit van het gezin. Dat was heel bijzonder. Toen die eerste hond wegging, was het heel moeilijk om afstand van hem te doen. Maar toen het eenmaal zover was dat zijn nieuwe baasje hem kwam halen, zag je meteen dat het goed zat. Hij ging naar een meisje met epilepsie dat in een rolstoel zat. Toen ze hier met haar ouders kwam om hem op te halen, liep hij zo met haar mee het busje in. Die twee hoorden bij elkaar. Dat was een kippenvelmoment.”
Troost
“Flynn kwam bij ons als pup. Toen hij kwam voor zijn training, wist ik niet dat hij nooit meer weg zou gaan. Er was geen sprake van dat hij zou blijven, want ik had geen hond nodig. Flynn zou worden getraind voor de stichting. Maar zonder dat ik me er echt bewust van was, ging ik steeds verder achteruit. Ik had het lang tegengehouden en voor mezelf ontkend, maar ik moest op een gegeven moment echt in de rolstoel. Ik kon er niet meer onderuit: ik was ziek én ik had een hulphond nodig. Flynn was me bij steeds meer dingen gaan helpen. Die dingen kon ik onmogelijk nog alleen. Zo is Flynn dus uiteindelijk gebleven.”
“Toen we hem kregen, had ik nooit gedacht dat het mijn hond zou worden. Maar als ik terugkijk, kon het eigenlijk niet anders. Tussen Flynn en mij voelde het net zoals met dat meisje met epilepsie en haar hond: alsof het zo moest zijn. Het was liefde op het eerste gezicht.”
Aankleden
“Bij MS verdwijnt de myeline, de isolatielaag rondom de zenuwen in het centraal zenuwstelsel die ervoor zorgt dat prikkels worden doorgeven. Bij iedereen geeft het andere klachten. Sommige mensen hebben last van uitval van hun benen of armen. Bij mij uit het zich in zenuwpijn. Vanaf mijn middel tot mijn voeten doet alles zeer. Er zijn allerlei dingen die ik daardoor niet meer kan. Van die kleine dingen waar je niet bij stilstaat als je gezond bent, maar die je dagelijks met je neus op de feiten drukken wanneer je ziek bent. Even de krant halen, de deur opendoen als er wordt aangebeld, ’s ochtends het dekbed van je afgooien als je opstaat … Die dingen doet Flynn voor me. Hij pakt de telefoon voor me op als er gebeld wordt. Hij zoekt en brengt me mijn bril als ik die kwijt ben, hij haalt de post en hij helpt me bij het aan- en uitkleden.”
Als een speer naar beneden
“Ik ben een keer gevallen in de slaapkamer. Ik lag op de vloer en kon niet meer overeind komen. Mijn zoon was thuis, maar die lag boven te slapen en hoorde mijn geroep niet. Flynn wel. Die heeft toen de telefoon voor me gehaald. En mijn bril, want zonder bril kon ik niet goed zien welk nummer ik moest draaien. Zo kon ik mijn zoon bellen, die toen als een speer naar beneden kwam om mij overeind te helpen. Het voelde echt alsof Flynn me had gered. Dat gaf een enorm vertrouwen. Ik weet dat ik altijd op hem kan bouwen, wat er ook gebeurt.”
“Het geeft ook veel vertrouwen dat ik Flynn nog veel dingen kan leren. Ik leer hem nu hoe hij me kan helpen bij de was; hoe hij was uit de wasmand of van de vloer moet rapen en in de machine kan stoppen. Nu doe ik dat soort dingen het liefst nog zelf, om het gevoel te hebben dat ik zelfstandig ben. Maar het is een prettig idee dat hij me zou kunnen helpen als ik meer klachten krijg.”
“Flynn geeft me onafhankelijkheid. Dankzij hem ben ik niet afhankelijk van thuiszorg. Dat alleen al is een enorme meerwaarde. Hij helpt me zelfstandig te blijven. Maar hij is ook een goede vriend. Toen ik niet meer kon werken omdat ik te veel pijn had bij het lopen en staan, viel er een groot deel van mijn sociale leven weg. De kinderen zijn ook allebei het huis uit en Robin is veel aan het werk. Dan is het gewoon vreselijk gezellig om Flynn om me heen te hebben. Het is een heel gevoelige hond. Golden retrievers zijn sowieso vaak gevoelige dieren; vandaar dat ze zo geschikt zijn als hulphond. Flynn voelt het direct aan als ik even niet zo lekker in mijn vel zit. Dan komt hij me troosten.”
Bang zijn en toch genieten
“Voor Robin is het ook fijn dat Flynn er is. Hij kan mij met een gerust hart thuis achterlaten als hij aan het werk moet. Omdat hij hem zelf heeft opgeleid, weet Robin wat ik aan Flynn heb. Binnenkort gaat hij een week naar Griekenland, naar zijn zus die daar woont. Vroeger zouden we dat samen hebben gedaan, maar dat soort uitstapjes lukt niet meer. Ik kan niet lang in de rolstoel zitten, dus meestal blijven we thuis. Ik vind het heel jammer dat ik dat soort dingen niet meer kan, maar het is een fijn idee dat Robin even de batterij kan opladen. Dat heeft hij nodig. Voor hem is het ook zwaar om een zieke partner te hebben. Het geeft hem een prettig gevoel om te weten dat Flynn en ik het hier wel redden met zijn tweetjes.”
“Als ik zie hoe hard het het afgelopen jaar ging, ben ik soms bang voor de toekomst. Pijnstilling werkt niet. Morfine, zalfjes, pillen, de pijnpoli, niks helpt. Soms vraag ik me af hoelang ik het volhoud. Komt er een dag dat de pijn niet meer te harden is? Dat ik nergens meer van kan genieten? Ik heb al van veel dingen afscheid moeten nemen de laatste jaren. Maar er blijven kleine dingen waarvan ik geniet. Een bezoekje van een vriendin, de kinderen als ze langskomen in het weekend, er heel even op uit met Robin, de zon in de tuin. En Flynn. Door zijn hulp word ik niet voortdurend met mijn ziekte geconfronteerd. Dankzij hem kan ik soms heel even vergeten dat ik ziek ben.”