Horrorverhalen over resistente bacteriën in ziekenhuizen kennen we allemaal van radio en tv. Maar wat als de huisarts in zijn spreekkamer tegen je zegt: “Je hebt een resistente bacterie”? Zijn dat incidenten of komen resistente bacteriën al overal voor? Belanden we langzaam in een tijdperk waarin (oor)ontstekingen niet meer te behandelen zijn?
Het zoontje van één van de redactieleden van gezondNU had vanaf de zomervakantie herhaaldelijke oorontstekingen. Hij kreeg verschillende antibioticakuren. De ontsteking leek dan even over, maar kwam steeds weer terug. Uit een genomenkweek bleek dat het ging om een bacterie die resistent was tegen verschillende soorten antibiotica. Een ‘gewone’ huis-tuin-en-keukenbacterie bleek dus niet zo huis-tuin-en-keuken te zijn als aanvankelijk werd gedacht. Dat was schrikken. Is dit een uitzondering of is er meer aan de hand? Moeten we ons zorgen maken dat antibiotica straks niet meer werken?
Kwestie van pech
“Nee”, zegt professor dr. Theo Verheij. “We hoeven ons vooralsnog geen zorgen te maken, althans niet buiten de ziekenhuizen. De term ‘resistente bacterie’ maakt veel bij ons los vanwege de horrorverhalen over uitbraken van de multiresistente Klebsiellabacterie, zoals twee jaar geleden in het Maasstadziekenhuis in Rotterdam. In ziekenhuizen vormt zo’n bacterie direct een gevaar, omdat ziekenhuispatiënten doorgaans een verminderde weerstand hebben en dus veel vatbaarder zijn voor bacteriën. Maar in de huisartspraktijk komen we resistente bacteriën relatief weinig tegen.”
De case van de jongen met oorontsteking is volgens hem dan ook een uitzondering. “Dat dit jongetje een ontsteking kreeg door een resistente bacterie is waarschijnlijk een kwestie van pech.”
Geen nieuw verschijnsel
Resistentie is trouwens geen nieuw verschijnsel, zegt Verheij. “Al veertig tot vijftig jaar hebben we in de gezondheidszorg te maken met bacteriën die deels resistent zijn tegen bepaalde soorten antibiotica. Maar dat vormt in Nederland, waar we relatief zuinig zijn met antibiotica, geen groot probleem. Door het terughoudende beleid zijn de eerstekeuzemiddelen goed werkzaam en bij deze middelen zien we ook niet dat de resistentie de afgelopen jaren is toegenomen.”
De enige multiresistente bacterie die in de eerste lijn wél vaak voorkomt, is de ESBL-bacterie, die blaasontsteking veroorzaakt. Daar merkt de huisarts volgens Verheij echter niet veel van, omdat de bacterie niet resistent is tegen het eerstekeuzemiddel dat bij blaasontsteking wordt voorgeschreven.
Doemscenario
We hoeven ons dus geen zorgen te maken dat we zomaar een resistente bacterie kunnen oplopen. Bij de huisarts is resistentie geen dagelijks probleem, maar voor ziekenhuizen ligt dat anders. De Wereldgezondheidsorganisatie beschouwt de wereldwijde toename van antibioticaresistente bacteriën als een van de grootste bedreigingen voor de mensheid in de komende tien jaar. Ook de Nederlandse overheid geeft prioriteit aan het bestrijden van die ontwikkeling. Professor Jan Prins, hoogleraar Interne Geneeskunde bij het AMC, is lid van de Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid, die de overheid op dit gebied adviseert.
“In het algemeen zien we dat bacteriën wereldwijd en ook in Nederland iets resistenter worden voor bepaalde vormen van antibiotica. Vaak is er nog wel een alternatief, maar als de trend doorzet, krijgen we een probleem. Het doemscenario is dat we teruggaan naar het tijdperk waarin er nog geen antibiotica waren en patiënten overleden aan de gevolgen van bloedvergiftiging bij infecties.”
Maar zover is het nog lang niet, volgens Prins. Zeker in Nederland niet. “In het buitenland lopen mensen veel meer risico om een resistente bacterie op te lopen. We zijn in Nederland al een tijd bezig antibioticagebruik terug te brengen.”
In actie komen
Hoe zit het ook alweer met de relatie tussen antibiotica en resistentie? Prins: “Antibiotica zijn sinds hun ontdekking wondermiddelen geweest voor de behandeling van bacteriële infecties. Ze zijn in overvloed gebruikt bij zowel mensen als dieren. In de veesector is er de laatste jaren heel veel gebeurd op dit gebied; het gebruik van antibiotica is sterk teruggedrongen. Bij het gebruik bij mensen moeten we nu ook in actie komen.”
Maar hij benadrukt nog eens: in Nederland is het veel minder erg dan in de rest van de wereld. Er is een een-op-eenrelatie tussen de hoeveelheid antibiotica die in een bepaald land gebruikt wordt en het aantal infecties door een deels resistente bacterie. “In tabellen waarin Nederland wordt vergeleken met de rest van de wereld of met de rest van Europa, zie je dat in Nederland veel minder antibiotica worden gebruikt en ook dat het aantal ziekten door resistentie laag is.”
Niet alleen in de veehouderij, ook in de huisartspraktijk zijn artsen de laatste jaren terughoudender geworden als het om antibiotica gaat. Steeds meer huisartsen worden zich bewust van de schadelijke effecten van te veel antibiotica. Volgens Verheij is het ook niet altijd noodzakelijk om antibiotica te geven als er sprake is van een ontsteking. “Veel ontstekingen verdwijnen vanzelf. Zeventig procent van de oorontstekingen gaat bijvoorbeeld vanzelf over binnen drie dagen.”
Oefenende baby’s
Annemie Ewalts is arts en heeft een praktijk voor integrale geneeskunde. Zij wil een kanttekening maken bij het feit dat antibiotica in de veesector zijn teruggedrongen. Dat klopt volgens haar wel, maar het probleem is dat er veel buitenlands vlees in Nederlandse supermarkten ligt. “Daar zit veel meer antibiotica in dan in Nederlands vlees. Via onze voeding krijgen we zo nog steeds veel antibiotica binnen. Kies dus liever voor biologisch vlees.”
Ook Ewalts geeft liever niet meteen antibiotica. “Zeker kinderen niet. Ik focus me op de versterking van het spijsverteringsslijmvlies (en dus het immuunsysteem), waardoor antibiotica in veel gevallen niet eens meer nodig zijn. Als het immuunsysteem sterk is, kan het veel beter zélf bacteriën bestrijden. Bij kinderen ‘oefent’ het afweersysteem op vreemde bacteriën. Zo traint het babyimmuunsysteem voor zijn taak later. Iedere keer als het een bacterie of virus aantreft, leert het hoe het die indringer buiten de deur moet houden of op moet ruimen. Als je een kind te snel antibiotica geeft, leert het immuunsysteem daar niets van.”
Daarom is het volgens Ewalts ook belangrijk om een kind niet direct medicatie te geven zodra het een infectie heeft. “Vaak grijpen ouders naar paracetamol of andere koortsdempende middelen zodra hun kind koorts of een infectie heeft. Koorts en infectie zijn echter juist hulpmiddelen voor het lichaam om een bacterie of een virus het lichaam uit te werken. Een beetje koorts is dus helemaal niet erg. Pas tegen de veertig graden moet je je zorgen maken. Antibiotica gebruik ik pas als de koorts te lang duurt of het kind te ziek is om de infectie zelf op te lossen. Het is een noodmaatregel die je alleen in moet zetten als het niet anders kan.”
Barrière versterken
Wat doet Ewalts als er iemand op haar spreekuur verschijnt met een infectie door een bacterie die niet overgaat? “Ook dan kijk ik in de eerste plaats waarom het zelfgenezend vermogen van de patiënt uit balans is. Wat is de ziektegeschiedenis? Is er sprake van een familie waarin veel astma en eczeem voorkomt? Heeft hij antibiotica gebruikt in het verleden? Werken zijn darmen goed? Er zijn allerlei redenen waarom het immuunsysteem niet optimaal werkt. Het grootste deel van het immuunsysteem bevindt zich in het slijmvlies. Het slijmvlies bevindt zich overal in het lichaam, maar vooral in het spijsverteringskanaal. Daarom zou ik eerst naar het voedingspatroon kijken. Het slijmvlies vormt een barrière tussen het lichaam en de buitenwereld. Hoe sterker die barrière, hoe minder kans de bacterie heeft om binnen te komen. Als je spijsverteringsslijmvlies sterk is, zijn de slijmvliezen van de neus, keel, oren, luchtwegen en huid vaak ook sterker en dus beter in staat bacteriën buiten de deur te houden. Voedingsmiddelen die bijdragen aan een goede spijsvertering en een gezond spijsverteringsslijmvlies zijn vezels, vette vis, groenten en fruit.”
Stilstaand water
Wat volgens Ewalts ook een rol speelt is de biofilm. Dat is een substantie die door micro-organismen gemaakt wordt en waarin bacteriën zich kunnen verschuilen. Tandplak is een voorbeeld van biofilm. Vergelijk het met het laagje op stilstaand water in een bloemenvaas. Bacteriën kunnen zich erin verschuilen en op die manier overleven. “Als ik een patiënt antibiotica moet geven omdat het niet anders kan, geef ik tegelijkertijd een biofilmoplosser. Die bestaat uit een combinatie van effectieve kruiden. Verder schrijf ik altijd extra vitamine D voor; daar wordt je immuunsysteem twee keer zo sterk van. Na een antibioticakuur geef ik meestal een probioticum om het immuunsysteem een boost te geven.”
Andere voedingsmiddelen die je immuunsysteem volgens Ewalts een boost geven zijn onder andere oregano, ananas, papaja, gember, kaneel en nootmuskaat.
Voorkomen beter dan genezen
Terug naar het zoontje met oorontsteking. Gelukkig kon hij geholpen worden met een antibioticum waar de bacterie nog niet resistent voor is. Ook bij hem was er dus sprake van een deels resistente bacterie. Volgens de artsen die voor dit artikel geïnterviewd zijn, is volledige antibioticaresistentie in Nederland buiten de ziekenhuizen gelukkig nog wel een ver-van-mijn-bedscenario. Tot nu toe kunnen zij hun patiënten nog goed helpen door voor een ander antibioticum te kiezen dan het eerstekeuzemiddel. Toch kan het zeker geen kwaad om kritisch te zijn over antibioticagebruik. Voorkomen (werken aan je immuunsysteem!) is in dit geval ook beter dan genezen.
Deskundigen
- Prof. dr. Theo Verheij is hoogleraar Huisartsgeneeskunde bij het UMC Utrecht en is huisarts.
- Prof. Jan Prins is hoogleraar Interne Geneeskunde bij het AMC en is lid van de Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid, die de overheid op dit gebied adviseert.
- Annemie Ewalts is arts en heeft een praktijk voor integrale geneeskunde in Amersfoort.