Na een ongelukkig huwelijk van 26 jaar hakt Ria de Vries de knoop door. Na de scheiding houden de drie kinderen hun moeder op afstand. Ondanks verdriet leeft Ria in vertrouwen dat het weer goed komt. ‘Ze weten dat ik het hen vergeef.’
“Ik was 18 toen ik zwanger raakte van Rolf. Hoogzwanger kwam ik op een dag thuis toen ik hem vrijend met een andere vrouw aantrof. Donder maar op, dacht ik. Ik ruimde zijn kleren in tassen om zijn vertrek te bespoedigen, maar hij wilde niet weg. Hij trok boos aan een kledingstuk dat ik in een tas wilde stoppen, waardoor ik mijn evenwicht verloor en met mijn buik tegen het bed – dat op klossen stond – aanviel. Een bloeding. Rolf schrok, en er kwam een periode dat hij weer lief was.”
“Als het goed ging tussen ons, veerde ik op. Ik was zwanger van mijn tweede zoon toen Rolf weer vreemd ging. Ik praatte er niet over. Ik was bang voor de schande, en zocht naar manieren om ons huwelijk te verbeteren. Wat mist hij bij mij?”
Driftbuien
“Mijn ouders scheidden toen ik vier was. Ik moest bij mijn moeder wonen. Een ongeduldige vrouw met driftbuien. Ze stak eens een hete vleesvork zo uit de pan in mijn vaders borst. Ze sloeg me als ik niet snel genoeg at, een gat in mijn kleren had, mijn broodtrommel niet leeg had. Ik leerde me ervoor af te sluiten. Je wilt het niet voelen. En zo was het ook als Rolf me sloeg. Hij kon om kleine dingen boos worden. Vooral als hij had gedronken.”
“Iedere week kocht ik bloemen die ik samen met de jongens op vaas zette. Daar waren we gezellig mee bezig toen Rolf op een dag eerder uit zijn werk kwam. De strijkplank stond nog in de keuken. Er lagen restjes groen op de vloer. Door deze rommel ging hij volledig door het lint, terwijl ik 26 weken zwanger was van mijn derde. Hij duwde me in de hoek, sloeg me overal en kneep mijn keel dicht. De jongens lagen over me heen om me te beschermen. Toen hij ophield, heb ik bij de buurvrouw de politie gebeld.”
“Ik heb nooit gedacht: ‘Ik moet bij hem weg’. Mijn doel was doorgaan voor de kinderen in de hoop dat het beter zou worden. Ik gunde ze een vader en moeder onder één dak in plaats van twee ‘huizen’ met verschillende regels zoals ik zelf als kind had gehad. Ik had bovendien nauwelijks grip op mijn leven. Ik leefde als een gevangene. Ik moest om geld vragen en mocht de post niet openmaken.”
“De climax kwam onderweg naar de Chinees. We zaten ruziënd in de auto. Rolf reed tachtig kilometer per uur in de bebouwde kom. Toen hij stilstond, probeerde ik uit te stappen. Mijn voeten stonden al buiten toen hij vol op het gas trapte. Mijn benen bungelden uit de deur van de rijdende auto, mijn laarzen sleepten over de straten van het dorp.”
“Na dat incident zat Rolf drie dagen in de cel. Ik deed aangifte van mishandeling en zette in op een scheiding. Ik was op.”
Begrip
“Rolf kroop in de slachtofferrol, de kinderen gingen daarin mee. Ze namen het me kwalijk. Ik heb ze met mijn kant van het verhaal niet willen belasten. Het was een zaak tussen hem en mij. ”
‘Ik snap jouw kinderen niet’, zeggen de mensen. Ik redeneer anders; de kinderen kozen hier niet voor. Ik kan begrijpen dat ze verdrietig, boos en vol schaamte zijn. Ze moeten het verwerken.”
“Ze vertrouwen mij hun verdriet en boosheid toe, omdat ze weten dat ik het hen vergeef. Ze reageren zich af op iemand die het aankan. Beter op mij dan op de drugs. Ik steun ze zoals mijn moedergevoel me dat ingeeft.”
“Toch heb ik nu al drie jaar geen normaal contact met mijn kinderen. Ik heb een kleinzoon van drie maanden die ik nog nooit heb gezien. Toen mijn oudste zoon trouwde, was ik niet welkom op het feest. Ik ben naar het stadhuis gegaan. De namen van alle ouders werden genoemd, maar niet de mijne. De jongelui keken geschrokken naar me om. Ik hield me flink, maar thuis liet ik mijn tranen de vrije loop.”
“Natuurlijk zoek ik regelmatig contact. Als ik een reactie terug krijg, voel ik me blij in mijn hart. Ik leef van een afstand mee nu de jongste zwanger is. Ik incasseer de klappen in de hoop dat ze op den duur begrip voor mij zullen opbrengen.”
“Natuurlijk heb ik verdriet. Tranen zijn er iedere dag. Maar als ik in de spiegel kijk, zie ik een eerlijke, sterke vrouw. Ik kan vergeven en dat voelt goed.”