Dagelijks slowjuicen Joël Goudsmit en Rosalynn Campbell honderden liters groentesap. Biologisch, lokaal en raw. Hun droom: heel Nederland aan de groentesappen krijgen. Joël: “Elk flesje bevat gemiddeld vierhonderd gram groente. We voegen ook fruit toe, maar vanwege de fruitsuikers gebruiken we daar maar heel weinig van.”
Rosalynn voert spinazie, bleekselderij en gember aan de slowjuicer in de keuken. Langzaam stroomt de opvangbak vol met diepgroen sap. “Proef eens”, zegt ze. Ze houdt het glas op naar Joël. “Lekker!”, zegt hij. “Misschien nog een beetje courgette erbij? Of extra gember?”
In de tuin houden kippen Dora en Limpi vanaf een tuinstoel nieuwsgierig het bezoek in de kamer in de gaten. Gioia, de labrador, drentelt heen en weer tussen de keuken en haar mand in de woonkamer. In deze keuken zijn vrijwel alle sapjes van Sapje tot stand gekomen. Gewoon door te proberen en samen te proeven.
Allergisch
Joël aait Gioia over haar kop. “Tot een paar jaar geleden konden we geen huisdier hebben”, zegt hij. “Ik was allergisch, en niet alleen voor dieren. Zonder astma-inhalators en allergiepillen was ik nergens. Soms kon ik ’s nachts niet eens op mijn zij liggen, omdat ik dan geen adem kreeg.”
Dat was een heel andere tijd. Joël runde een groot bedrijf, had zestig mensen in dienst. Hij was ‘succesvol’, zoals dat heet. Maar hij was niet gezond. Op een dag was hij helemaal klaar met zijn kwakkelende gezondheid. Hij wilde gezonder gaan eten en begon elke dag een groentesap voor zichzelf te persen met de slowjuicer. Geleidelijk aan werd hij minder benauwd en na drie of vier maanden had hij amper nog last van allergieën.
Zo begon het. Rosalynn studeerde voeding en diëtiek en begon als bijbaantje sappen te persen, die ze op de fiets rondbracht in de buurt. Dat liep goed. De ondernemer in Joël zag een kans. “Laten we ervoor gaan”, zei hij. “Laten we heel Nederland aan de groentesappen brengen.”
Uren persen
Joël verkocht zijn aandelen. Ze begonnen gewoon vanuit huis; in de keuken stonden ze uren en uren met een simpele slowjuicer sappen te persen. Soms tot huilens aan toe. Rosalynn kan er inmiddels wel om lachen: “Slow is echt slow, haha! We begonnen ’s ochtends vroeg en vaak stond ik ’s avonds om elf uur nóg te persen. Verschrikkelijk.”
In het begin stond de woonkamer vol vriezers en de gang vol kratten met groenten. Langzaam breidden ze uit. Eerst investeerden ze in een betere slowjuicer, daarna huurden ze de garageboxen van de buren om de vriezers en de voorraden kwijt te kunnen. En er kwamen elektrische bakfietsen. Rosalynn: “Alle bestellingen brachten we per fiets rond. We fietsten zo’n twintig tot dertig kilometer per dag met een lading van soms wel 120 tot 150 kilo. Weet je hoe zwaar het is om na een stoplicht weer op gang te komen? En weet je hoe steil sommige bruggen op de Amsterdamse grachten zijn? Pfff. Die elektrische fietsen maakten het leven een heel stuk fijner.”
Niets verspillen
Joël sleept zakken met groentepulp naar de auto. “Dit is wat overblijft na het persen”, zegt hij. “Het gaat naar de geiten op de biologisch-dynamische geitenboerderij in het Amsterdamse Bos.”
Geen verspilling: het past in hun visie om zo duurzaam mogelijk te werken. Ze gebruiken honderd procent duurzame stroom en proberen hun carbon footprint zo klein mogelijk te houden. Om die reden werken ze samen met boeren uit de buurt. Niet alleen om het aantal kilometers te beperken, ook vanwege de smaak. Joël: “In de laatste paar dagen voordat groenten en fruit rijp zijn, komen er nog een heleboel stoffen extra in, en smaak natuurlijk. We willen niet werken met producten die onrijp geplukt zijn en wekenlang onderweg zijn geweest.”
De pulp gaat dus naar de Ridammerhoeve. Joël opent het portier. “Stap in, dan kun je zelf zien hoe gek de geiten erop zijn.”
Onderweg naar het Amsterdamse Bos vertellen Joël en Rosalynn over de ontwikkeling van het afgelopen jaar. Er is veel gebeurd: de vraag naar hun sappen bleef maar groeien. Op den duur werden het huis en de garageboxen te klein om aan alle vraag te voldoen. Dus verplaatsten ze hun ‘Saplab’ naar een nieuwe productielocatie. Daar wordt nu geperst, nog steeds op dezelfde manier als toen ze het vanuit de keuken deden, maar dan met grotere slowjuicers en meer koelruimtes. “Onze sappen zijn ‘raw’”, zegt Rosalynn. “We pasteuriseren niet. Daardoor blijven alle vitamines en andere voedingsstoffen ín het sap. Wat ze bijzonder maakt is het feit dat we alleen seizoensgroenten gebruiken, waaronder ook vergeten groenten. Daarnaast zijn het bijna pure groentesappen, met maar een klein beetje fruit. En ze zijn superlekker.”
400 gram groenten
Dat ze lekker zijn blijkt ook uit de interesse van sterrenrestaurants voor hun sappen. “Ik heb op een dag de stoute schoenen aangetrokken”, zegt Joël. “Ik ben met een paar sapjes naar de bekende topkok Ron Blaauw gegaan en heb hem gevraagd wat hij ervan vond. Inmiddels werken we samen met een aantal heel goede chefs en hebben we speciaal voor en met Ron Blaauw ‘Rons sapje’ ontwikkeld dat elke twee maanden verandert, afhankelijk van het seizoen. Ook werken we samen met topkok Alain Caron. Die samenwerkingen vinden we een ongelofelijk compliment, want het zegt iets over de smaak. Als iemand verstand heeft van smaak, zijn zij het wel.”
Maar ze zijn niet alleen lekker, die sapjes. Ze zijn ook gezond. Joël: “Groentesap is een natuurlijke multivitamine, een bom van vitamines en mineralen. Elk flesje bevat gemiddeld vierhonderd gram groente. We voegen ook fruit toe, maar vanwege de fruitsuikers gebruiken we daar maar heel weinig van, alleen voor de smaak en voedingstoffen. We gebruiken ook zoveel mogelijk verschillende groenten in één sap, zodat het zoveel mogelijk verschillende nutriënten bevat. En na het persen vriezen we de sappen direct in. Sommige vitamines reageren met lucht, andere met licht. Door ze direct te bevriezen met behulp van shock-vriezers zetten we de tijd als het ware stil.”
Graag geziene gasten
Joël parkeert de auto bij de geitenboerderij. Op de Ridammerhoeve zijn ze graag geziene gasten. De geiten verdringen zich bij het hek zodra ze ons in de gaten krijgen. Ze lijken te weten wat de komst van Joël en Rosalynn betekent: geitensnoepgoed. Ook boer Willem Dam is blij ze te zien. Hij opent het hek naar het weiland, waar we onmiddellijk worden ingesloten door een zee van witte geiten.
“Vroeger gaf ik mijn dieren extra kruiden voor extra voedingsstoffen”, zegt Willem Dam. “Sinds ik de pulp van Rosalynn en Joël krijg, hoeft dat niet meer. Het zit boordevol mineralen en vitamines. Mijn dieren doen het er goed op. En ze vinden het heerlijk.”
Ze doen het veel te weinig, meestal komt Willem de pulp in Amsterdam ophalen, maar zelf voeren is het leukst, zegt Rosalynn. De geiten eten uit haar hand. “Kijk nou Joël, hoe lief! Die kleine daar, met die vlek, die heeft nog niets gehad.”
Droom
Tot voor kort konden alleen mensen in Amsterdam en omstreken genieten van de sappen van Sapje. Uit duurzaamheidsoverwegingen leverden ze niet in de rest van Nederland. Maar steeds vaker kwamen mensen helemaal uit Zuid-Nederland en zelfs uit Duitsland gereden om sapjes op te halen. Joël: “Helemaal niet duurzaam natuurlijk, al die autoritjes. Dus besloten we een bezorgdienst te benaderen die al landelijk met diepvrieswagentjes rondrijdt en bezorgt. Zij leveren nu ook onze sappen af. Dat kost bijna geen extra CO2-uitstoot.”
De landelijke uitrol brengt ze een stukje dichter bij hun droom: iedereen aan de groentesappen krijgen. Om diezelfde reden verzamelden ze hun honderd beste recepten in het boek Sapje dat in januari verscheen. “Het gaat ons niet om het geld”, zegt Joël. “We kunnen ervan leven en dat is prima. Ons doel is om zoveel mogelijk mensen te inspireren om meer groenten te eten. De meeste mensen halen de aanbevolen dagelijkse twee ons van het Voedingscentrum bij lange na niet, terwijl dat eigenlijk al te weinig is. Een groentesapje is de ideale manier om voldoende vitamines en mineralen binnen te krijgen.”
Helemaal happy
De geiten zitten vol. Inmiddels zijn het de varkens die zich rond onze benen verzamelen. Ook die vinden de pulp heerlijk. Als de emmers leeg zijn, kroelt Rosalynn nog snel een varken over zijn kop voordat de boer het hek dichtdoet. Het knort tevreden, zijn snuit zit onder de wortelpulp. “Ik ben heel blij dat we deze stap gezet hebben”, zegt ze. “Het was een gok. Maar als je iets vanuit je hart doet, puur omdat je het leuk vindt, kán het bijna niet mislukken.”
Joël knikt. “Het heeft ons leven behoorlijk veranderd. Wat mij betreft alleen maar in positieve zin. Ik doe wat ik leuk vind en ben ook nog eens veel fitter en gezonder dan vroeger. We zijn echt superhappy.”
Joël Goudsmit en Rosalynn Campbell persen rauwe sappen van biologische groenten, kruiden en fruit. Hun sapjes en detoxkuren zijn in heel Nederland verkrijgbaar. Afgelopen januari verscheen hun boek Sapje (Uitgeverij Carrera, € 19,99), met honderd groentesappen uit het seizoen. www.sap.je