Jarenlang zat vet in het verdomhoekje. Vet was slecht. En verzadigd vet was helemaal uit de boze (denk om je cholesterol!). Nu blijkt vet helemaal niet de boosdoener te zijn. Sterker nog: vet hebben we hard nodig om gezond te blijven, zelfs verzadigd vet. En ja, óók als je gaat voor de slanke lijn.
Niemand wil dik zijn. Daarom zijn we massaal bang voor vet. We zijn er heilig van overtuigd dat vet dik maakt en daarom vinden we vet gevaarlijk. Maar als je denkt aan spek, volle yoghurt en kaas, loopt het water je door de mond. Hoe kan het dat we zo’n afkeer hebben gekregen van vet, terwijl we het eigenlijk zo lekker vinden? En waarom zijn we, ondanks dat we zo ons best hebben gedaan vet te laten staan, toch dikker geworden?
Verkeerde conclusies
De eerste vraag die beantwoord moet worden, is deze: waar komt het idee vandaan dat vet slecht is? De Amerikaanse onderzoeker Ancel Keys (University of Minnesota) speelde een belangrijke rol bij het ontstaan van onze vetfobie. Hij was in de jaren vijftig van de vorige eeuw van mening dat verzadigd vet de oorzaak moest zijn van hartziekten.
Terugkijkend blijkt dat zijn onderzoek lang niet meer zo waterdicht zijn, als jarenlang werd gedacht.. Zo deed hij in 22 landen onderzoek, maar gebruikte hij voor zijn conclusie maar de uitkomsten van zes landen. “Deze onderzoeksmethode zou anno 2016 volkomen door de mand vallen en niet meer worden getolereerd”, zegt Daan de Wit, schrijver van het boek Weet wat je eet. “Keys trekt conclusies in dit onderzoek op een manier die tegenwoordig absoluut niet meer goedgekeurd zou worden, onder meer omdat hij belangrijke gegevens die niet in zijn straatje passen weglaat.”
Mede door het onderzoek van Keys raakt de overtuiging dat verzadigd vet een hoog cholesterol veroorzaakt, waardoor je hart- en vaatziekten ontwikkelt, ingeburgerd. Iedereen is onder de indruk van de conclusie, ook artsen. Het duurde niet lang meer of veel instanties kwamen met het advies om minder verzadigd vet te eten.
De industrie haakte in op de adviezen van de officiële voedingsinstanties en brachten vetvrije en vetarme producten op de markt. Maar daarvoor moesten ze wel een behoorlijke hobbel overwinnen. Doordat ze het vet uit hun producten haalden, zat er geen kraak of smaak meer aan. Zonder vet smaakt boter of pindakaas naar niets. Wat was de oplossing? Suiker! De Wit: “Nu denken we allemaal dat we gezond bezig zijn met producten met 0 procent vet. Maar als je het product omkeert en het etiket leest, zie je dat er vaak ontzettend veel suiker aan is toegevoegd.” Het gevolg? In plaats van voedzaam vet te eten, eten we nu gemiddeld 37 kilo suiker per persoon per jaar. En daar worden we niet slanker van.
Vet wel gezond?
Maar nieuw wetenschappelijk onderzoek, laat heel andere dingen zoen dan Ancel Keys. Zo deed dr. Walter Willett (Harvard School of Public Health) onderzoek bij veertigduizend mannen van middelbare leeftijd. Toen zij het verzadigd vet in hun voeding inwisselden voor koolhydraten, kreeg deze groep niet minder hartziekten. Ook de Zweedse professor Fredrik Nyström, die meewerkte aan een onderzoek van de Zweedse overheid naar voeding en obesitas, is van mening dat voor veel mensen een grotere inname van vet zal betekenen dat zij zich voldaner voelen en dat ook langer blijven. Hierdoor snakken zij niet meer de hele dag door naar eten.
Er komen ook positieve geluiden over vet uit ons eigen land. Zo stelt diëtist Connie Hoek: “Jarenlang dachten we dat vetten slecht voor ons zijn. Een gram vet bevat namelijk negen calorieën, een gram koolhydraten vier calorieën. De gedachte was: hoe minder vet je eet, hoe meer koolhydraten je kunt eten, en hoe beter verzadigd je bent. Maar in de biochemie van het lichaam werkt het eten van alle geraffineerde, snelle koolhydraatrijke producten eetlustbevorderend.”
Remco Kuipers (UMC Groningen), ondersteunt dit met wetenschappelijke verklaringen. Het menselijk DNA is volgens hem afgestemd op het voedsel dat in de oudheid beschikbaar was. Dat bestond toen meer uit eiwitten en (omega-3-)vetzuren en minder uit koolhydraten.
Deze onderzoeken zijn slechts een paar voorbeelden van alle inzichten uit nieuw onderzoek. Maar het laat wel zien dat de panelen schuiven; vet is misschien helemaal niet zo ongezond. Vet is, mits je voor de juiste vetten kiest, een belangrijke brandstof en bouwstof voor ons lichaam en er zitten allerlei vitamines in die onmisbaar zijn voor ons lichaam. Bovendien helpt vet om je voldaan te voelen, waardoor je per saldo minder calorieën binnenkrijgt dan met een vetarm dieet.
Vet en cholesterol
Oké, vet is dus niet slecht. Maar verzadigd vet zorgt toch wel voor een hoog cholesterol en dus voor een hoger risico op hart- en vaatziekten? De Wit: “De visie van moderne artsen is dat ontstekingen in de aderen het startpunt zijn van verstoppingen. Die ontstekingen kunnen onder andere ontstaan door een hoge bloeddruk of hoge bloedsuikerniveaus. Net als bij een sneetje in je vinger doet het lichaam er bij een ontsteking in een aderwand alles aan om de schade te herstellen. Een van de middelen die het lichaam inzet om de beschadigde cellen in de ader te herstellen, is de lichaamseigen stof cholesterol. Dat bij mensen met ontstekingen en hartproblemen cholesterol wordt gevonden, is dus niet zo vreemd. Cholesterol is aanwezig op de plaats delict, maar is niet de dader.” De Wit geeft een mooi voorbeeld: “De brandweer is er om de brand te blussen. Dáárom zijn ze bij een brand aanwezig, niet omdat zij de brand veroorzaakt hebben.”
Functies van vet
Vetten leveren ons brandstof. Het is een compacte energiebron: één gram vet levert negen kilocalorieën, één gram eiwitten of koolhydraten levert vier kilocalorieën. Vet vormt een bescherming voor kwetsbare organen. Daarnaast werkt een vetlaagje onder de huid isolerend, waardoor we het niet te snel koud of warm krijgen. In ons eten geeft vet smaak, en vet heb je nodig voor de bereiding. Ook zorgen vetten voor een betere stoelgang en zijn ze onmisbaar voor de opname van in vet oplosbare vitamines.
Last, but not least: de vetten én de eiwitten in de vetrijke producten geven ons een verzadigd gevoel, waardoor ze ons juist helpen om minder te eten. Let wel; dit verzadigde gevoel krijg je niet alleen door vetrijke voeding. Ook producten met ongeraffineerde koolhydraatrijke producten zoals peulvruchten geven je dit verzadigde gevoel.
Stappenplan
Wat vetter eten dus, juist slim als je aan je lijn denkt? Ja, ‘Let op vet’ verschuift langzaam op naar ‘let op snelle koolhydraten’ en ‘kies de juiste vetten’. Ook Sven en Jennifer, van de website Voedzaam & Snel, pleiten daarom voor vet in plaats van snelle koolhydraten, zoals suikers en bewerkte granen (zoals in wit brood, witte rijst, witte pasta en koekjes). “Vet brengt ons zoveel positiefs, terwijl snelle koolhydraten voornamelijk zorgen voor hoge bloedsuikerpieken en energie leveren die wordt opgeslagen als vet.”
De Wit geeft een tip om te beginnen met gezond vet eten: “Als jij snapt wat je lichaam nodig heeft, kun je beslissingen maken die goed zijn voor je lichaam. Dus vraag je af wat jouw lichaam zou willen dat er vanavond op tafel staat. Een goed begin is het schrappen van snelle koolhydraten en geraffineerde vetten en te starten met het gebruik van goede vetten.”
Praktijkles
Kies voor goed vetten
Kiezen voor goede vetten, hoe doe je dat? De echt goede vetten zijn bijvoorbeeld notenpasta, zadenpasta en olijven. Maar er is natuurlijk meer. Met deze inzichten tover je jouw vastgeroeste ‘pas-op-voor-vet-weekmenu’ om naar een gezond en voedzaam menu.
Kokosolie, roomboter, olijfolie en koolzaadolie
Jennifer: “Wij gebruiken kokosolie en roomboter om in te bakken en braden. Omdat kokosolie van ver moet komen en een kokospalmplantage een hoge belasting is voor het milieu, wisselen we roomboter en kokosolie af. Wij vinden het belangrijk dat de natuur goed blijft. Wil je gezond leven, dan ben je namelijk afhankelijk van de natuur.”
Ook olijfolie behoort tot de goede vetten. Net als koolzaadolie. Deze laatste is bovendien heel duurzaam als je kiest voor koolzaadolie van Nederlandse bodem. Variatie is, net als in een gezond eetpatroon, ook bij het gebruik van vet het toverwoord. Juist door af te wisselen, profiteer je van het goede dat de verschillende vetsoorten te bieden hebben.
Ga voor vette vis
Sven: “In Nederland eten we eigenlijk te weinig vis. Daarin zitten vetten die we echt nodig hebben, omdat ons lichaam die zelf te weinig kan maken. Wij proberen daarom elke week genoeg vis te eten, al is dat niet altijd even makkelijk.” Vette vis is een belangrijke bron van EPA en DHA. Dit zijn vetzuren die je nodig hebt, ze beschermen je tegen hart- en vaatziekten. Vette vissen zijn onder andere haring, zalm, makreel, ansjovis en sardientjes. Je maakt een extra verstandige keuze door duurzame vis te eten. De Wit: “Wat ook belangrijk is, is de kwaliteit van de vis. Mijn favoriete vis is krachtige, wild gevangen zeevis.”
Ietsje minder pasta
Sven: “Vet zorgt voor een verzadigd gevoel, daardoor heb je minder ruimte over voor snelle koolhydraten. Dus als je, laten we zeggen, een lekker groot stuk vette vis eet, kun je wat minder pasta eten. Lekker veel groente erbij en je hebt een heerlijke, voedzame maaltijd. O ja, en neem natuurlijk altijd volkorenpasta!”
Andere koolhydraatbommen op ons bord zijn bijvoorbeeld aardappels of rijst. De Wit vertelt dat hij vaak vette crème fraîche door zijn groente doet. “Dat geeft een volle smaak en geeft een verzadigd gevoel. Omdat het zo verzadigend is, eet je er niet snel te veel van. Het leuke van op deze manier eten is dat je eet naar behoefte. Je lichaam geeft aan wanneer je vol zit.”
Liever geen light
Jennifer: “Light? Nee hoor, gewoon volle producten! Toen we het advies kregen om minder vet te gaan eten, stonden fabrikanten voor een lastige uitdaging, want vet geeft smaak. Vaak was de oplossing om iets lekker te houden zonder vet het toevoegen van veel suiker. Gek toch, dat we het lekkere en voedzame vet zijn gaan vervangen door suiker, terwijl goede vetten zo veel functies hebben voor je lichaam?”
Woordenboek – Wat is wat?
Verzadigd vet
Verzadigde vetten zitten vooral in dierlijke producten zoals roomboter, kaas, melkproducten en vlees. Verzadigde vetten zijn bij kamertemperatuur over het algemeen hard. Verzadigd vet is een belangrijke bron van de in vet oplosbare vitamines A en D en in mindere mate van vitamines E en K.
Onverzadigd vet
De bekendste onverzadigde vetten zijn omega-3- en omega-6-vetten. Deze zijn essentieel, omdat je lichaam ze niet zelf kan aanmaken. Volgens een artikel in het British Journal of Nutrition zou de verhouding omega-3 en omega-6 het beste 1-op-1 kunnen zijn. Tegenwoordig krijgen we echter veel meer omega-6 binnen dan omega-3. Omega-3 zit vooral in vette vis als makreel, haring en zalm en in walnoten en (fijngemalen) lijnzaad. Omega-6 komt veel voor in plantaardige oliën als zonnebloemolie, maïsolie of sojaolie.
Transvet
Transvet is een vet dat kunstmatig hard is gemaakt. Het zijn ongezonde vetten voor je lichaam. Daarom komen transvetten vrijwel niet meer in onze voeding voor.
Deskundigen
- Daan de Wit is onderzoeksjournalist en schrijver van Weet wat je eet. Zijn boek wordt onder andere aanbevolen door Renger Witkamp, hoogleraar Voeding en Farmacologie aan de universiteit in Wageningen.
- Sven en Jennifer bieden met hun website Voedzaam & Snel vanuit eigen ervaring een helpende hand bij het maken van lekkere en voedzame keuzes in de keuken.
Meer lezen:
Weet wat je eet – gezond eten op basis van de oudste kennis en de nieuwste wetenschap.