Wie bij vitamine D louter en alleen denkt aan ‘botten’, heeft het mis. Vitamine D doet meer. Zo veel meer dat de regering zich momenteel beraadt over het al dan niet bijstellen van de norm. gezondNU praat u bij: Over de vitamine die geen vitamine is. Over het geharrewar over de dagelijkse dosis. En: waarom het volgens deskundigen de “de meest onderschatte vitamine” is.
“We zijn zó bang gemaakt voor de zon. Je zou er huidkanker van krijgen. Terwijl we via zonlicht vitamine D maken, een vitamine die steeds meer in verband wordt gebracht met de preventie van allerlei ziektes en aandoeningen. In mijn ogen is vitamine D één van de meest onderschatte vitamines”, zegt de osteopaat.
“Grote groepen Nederlanders hebben al tientallen jaren tekorten aan een of meer voedingsstoffen. Vitamine D spant de kroon, met ernstige consequenties voor de volksgezondheid”, aldus de apotheker.
“Wie de 50 is gepasseerd, doet er goed aan voor extra vitamine D te zorgen in de vorm van een preparaat”, adviseert het Voedingscentrum.
“We werken aan een nieuw advies”, reageert de Gezondheidsraad.
Winst met vitamine D
Botten, dat is waar iedereen aan denkt bij vitamine D. Dat klopt; vitamine D bevordert de opname van calcium uit voeding en is dus belangrijk voor de opbouw en behoud van onze tanden en botten. Als de vitamine D-spiegel in ons lichaam daalt, neemt de opname van calcium uit de darm af en dit leidt tot poreuze botten.
De positieve werking van vitamine D wordt steeds vaker en in steeds meer studies genoemd. En niet alleen voor de botten. Een greep: een vitamine-D-gebrek is een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten. Vitamine D beinvloedt het immuunsysteem en wordt in verband gebracht met auto-immuunziekten als reuma en multiple sclerose. Vitamine D zou preventief werken op het ontstaan psoriasis en kanker. Er is een verband aangetoond tussen een gebrek aan vitanmine D en het ontstaan van diabetes I. Of, zoals ostheopaat Manuel van Tintelen het samenvat: “Ik ben natuurlijke geen biochemicus, toch valt het me op dat er bijna geen ziektebeeld meer is waarbij geen positieve invloed wordt gemeld van vitamine D.”
Hij heeft gelijk, want wie zoekt in recente medische literatuur, komt ‘ om’ in artikelen en studies. Vooruit, nog een voorbeeld: het VU medisch centrum publiceerde in het voorjaar van 2008 een studie waaruit blijkt dat vitamine D de kans op een depressie bij ouderen sterk vermindert.
Hoe omvangrijk de gezondheidswinst kan zijn, laat zich volgens apotheker dr. Gert Schuitemaker het best illustreren met het voorbeeld kanker. “Voor diverse soorten kanker is een relatie met vitamine D gevonden. Voorbeelden zijn prostaat-, borst- en dikkedarmkanker. Hoewel meer onderzoek nodig is, hebben Amerikaanse wetenschappers in 2007 berekend dat wanneer Nederlanders elke dag 25 microgram (1000 IE – Internationale Eenheden) vitamine D zouden nemen, in ons land op jaarbasis bijna zevenduizend minder doden als gevolg van kanker te betreuren zouden zijn. Dit is een afname van maar liefst 18 procent. En het begint al in de jeugd. Meisjes die tussen hun tiende en negentiende levensjaar beter voorzien zijn van vitamine D, hebben later minder kans borstkanker te krijgen.”
Hoeveel D?
Dit brengt de kwestie ter tafel: hoeveel vitamine D is dagelijks nodig om deze ziektes en aandoeningen te voorkomen? Het laatste vitamine D-advies van de Gezondheidsraad (een wetenschappelijk adviesorgaan dat ministers en parlement adviseert op het gebied van de volksgezondheid) werd geschreven in 2000. En volgens dat advies kan de ‘ gemiddelde’ Nederlander tussen 4 en 50 jaar volstaan met een dagelijkse inname via de voeding van 2,5 mcg (100 IE) vitamine D.
“Dat advies is al jaren achterhaald”, reageert Schuitemaker. Internationale experts met een grote faam op het gebied van vitamine D adviseren volgens hem inmiddels een twintigvoudige inname: 50 mcg ofwel 2000 IE. Een enorm verschil met de officiele aanbeveling van 2,5 mcg.
“De klassieke gebreksziekte van vitamine D is rachitis, ofwel ‘Engelse ziekte’; kinderen met X-benen en bochels. Deze ziekte is nagenoeg uitgebannen. Maar deze ADH (aanbevolen dagelijkse hoeveelheid) voor vitamine D is veel te laag om sluipende processen af te remmen die over een periode van tientallen jaren onze gezondheid kunnen ondermijnen. Experts zijn het erover eens dat een algemeen dagadvies van 50 mcg kan voorkomen dat mensen onnodig sterven aan de gevolgen van osteoporose, kanker, diabetes, multiple sclerose en andere aandoeningen.”
De discussie is ook de regering niet ontgaan. Om die reden werkt in opdracht van het ministerie de Gezondheidsraad aan een nieuw advies. Eind september worden de conclusies gepresenteerd. Rianne Weggemans van de Gezondheidsraad: “ Er zijn aanwijzingen dat onze gewone voeding onvoldoende voorziet in de inname van vitamine D. Ook zijn er nieuwe studies waaruit blijkt dat de huidige norm van 2,5 microgram, te laag is. Deze aannames worden momenteel onderzocht.”
Of hun vitamine-advies eind september hoger, lager of gelijk zal uitvallen, verklapt ze niet. “We zitten in de afronding van dit advies. We kunnen er daarom niet inhoudelijk op ingaan.”
Afwachten dus.
Bikini of gesluierd?
Toch is een ‘ norm’ niet zaligmakend. Ten eerste zal niemand weten hoeveel microgrammen vitamine D hij elke dag binnenkrijgt. Ook is vitamine D niet alleen gerelateerd aan eten. Integendeel: de meeste vitamine D krijgen we niet binnen via ons eten, wat wel het geval is met bijvoorbeeld vitamine C, maar maken we zelf. D wordt onder invloed van daglicht (de zon) in de huidcellen gemaakt. Wie zich afvraagt: krijg ik wel genoeg vitamine D binnen? Zou zich dus eigenlijk moeten afvragen: ben ik wel vaak genoeg buiten?
Een voorbeeld: Een glas melk levert ongeveer 100 IE (2,5 mcg) vitamine D – de ondergrens volgens de Gezondheidsraad. Maar wie op een zonnige junidag ongeveer dertig minuten in bikini op het strand zit, maakt al 20.000 IE vitamine D aan via de huid. Tweehonderd glazen melk dus. De zon voorziet dus in een hoeveelheid die we niet snel via ons eten binnenkrijgen. Een schadelijk teveel door aanmaak in de huid is niet aan de orde; de huid stopt met maken, als er genoeg is.
Wie regelmatig zijn neus in de zon steekt, krijgt dus genoeg vitamine D ‘ binnen’. Elk straaltje UV-licht heeft direct effect op de productie van vitamine D in de huid. En voor iedereen geldt: hoe meer zonlicht, hoe beter.
Niets aan de hand dus? Toch wel: de hoeveelheid zonlicht die we vangen, verschilt van mens tot mens en van dag tot dag. Hoe oud zijn we (vanaf 50 jaar maken we minder vitamine D aan via de huid)? Is het bewolkt? Zijn we dik ingepakt in een jas of lopen we in een bikini? Zitten we de hele dag binnen? Smeren we een dagcrème met een zonnefilter? Is de huid zo gepigmenteerd, dat er nauwelijks zon doordringt?
Kort door de bocht: een gesluierde vrouw met een donkere huid loopt in de wintermaanden veel kans op een tekort, en een blonde vrouw in een bikini op een stralende dag in juni niet. De reden dat zestig tot tachtig procent van de allochtonen in westerse landen een vitamine-D-tekort heeft. En nog een snelle conclusie: hoe ouder, hoe meer. Zo moet een vrouw vanaf 50 jaar 5 mcg per dag krijgen. En een zeventig-jarige zou zelfs 10 mcg per dag moeten krijgen.
[tk] Wel of niet een supplement?
Een dagelijks voedingssupplement met vitamine D is daarom volgens Schuitemaker de enige uitweg om tekorten te voorkomen. “Met aanpassingen van het voedingspatroon is het onmogelijk om de hoeveelheden te halen die de vitamine-D experts adviseren. Zelfs als een of meer voedingsmiddelen standaard worden verrijkt met een beetje vitamine D, zoals de Gezondheidsraad mogelijk zal voorstellen, kom je er niet.”
Suppletie van vitamine D vereist wel enige creativiteit. “Het is verkrijgbaar in de vorm van tabletjes. Deze bevatten echter nooit meer dan 200 IE (5 mcg), omdat de wet dit verbiedt. ”
Ostheopaath Van Tintelen het niet met hem mee eens. “Wie meer vitamine D wil krijgen, moet niet anders eten of supplementen slikken. Maar: de zon in. Daglicht! De moderne mens zit gewoon té weinig in de zon. Wij werken binnen en blijven binnen. Als je bedenkt dat de gemiddelde tiener drie uur tv-kijkt en twee uur achter zijn computer zit, en dat diezelfde tiener juist als geen ander vitamine D nodig heeft voor zijn skeletopbouw, is het niet vreemd dat juist zij chronische klachten krijgen. We leven veel te veel binnen.”
Hij ergert zich, om die reden, mateloos aan alle aandacht voor zon en huidkanker. “We zijn zó bang gemaakt voor de zon. Terwijl zon en daglicht juist zó goed is. Gebruik dus je lichaam en gebruik de natuur.”
[kader]
[kop] Vitamine d uit de schaduw
[intro] De Gezondheidsraad komt met een nieuw advies voor de inname van Vitamine D. Niet alleen te laat, vindt dr. Gert Schuitemaker. Hij voorspelt ook dat dit advies te voorzichtig zal zijn.
De manier waarop in Nederland wordt omgegaan met vitamine D is voor apotheker Gert Schuitemaker al jarenlang een bron van ergernis. En wat doet een mens die zich ergert? Die klimt in de pen, en al helemaal als hij hoofdredacteur is van twee tijdschriften. Schuitemaker wordt het niet moe in de kolommen van Ortho en Fit met Voeding aandacht te vragen voor de ‘zonneschijnvitamine’. Ook toen hij nog columnist was van gezondNU, behoorde vitamine D tot één van zijn stokpaardjes.
Maar Schuitemaker is de eerste om toe te geven dat de schrijverij tot nu toe niet veel heeft geholpen. “Daarom heb ik het roer omgegooid”, vertelt hij. “Afgelopen juni heb ik een open brief gestuurd aan de leden van de Staten-Generaal. Het doel is politici wakker te schudden. Grote groepen Nederlanders hebben al tientallen jaren tekorten aan een of meer voedingsstoffen. Vitamine D spant de kroon, met ernstige consequenties voor de volksgezondheid.”
Schuitemaker liet het echter niet bij een brief. “De kans dat Kamerleden zo’n brief lezen, is niet zo groot. Laat staan dat ze de boodschap écht tot zich laten doordringen en er iets mee doen. Daarom heb ik deze zomer een boek geschreven over vitamine D, gericht op het grote publiek én de politiek. De titel luidt: Vitamine D uit de schaduw. Het komt uit op dezelfde dag als het nieuwe advies van de Gezondheidsraad. In mijn boek kunnen mensen lezen hoe zij zich met deze goedkope vitamine écht kunnen beschermen tegen chronische ziekten zoals osteoporose, kanker, multiple sclerose en diabetes. Ja, het is een soort schaduwrapport.”
De Gezondheidsraad zal bij lange na niet zover gaan in het nieuwe rapport als hij, denkt hij. “Vitamine D is immers een vetoplosbare vitamine, en daarvan kun je ook te veel binnenkrijgen, in hun ogen.”
In zijn nieuwe boek moedigt hij de Nederlander aan om zijn gezondheid in eigen hand te nemen en niet langer de oren te laten hangen naar de Gezondheidsraad en het Voedingscentrum. “De voedingsvoorlichting in Nederland is feitelijk failliet. “Er zijn weinig Nederlanders die zich optimaal voeden en alle voedingsstoffen dagelijks binnenkrijgen in de juiste verhouding. Zelfs wie zich strikt houdt aan de schijf-van-vijf, zoals die in 2008 door het Voedingscentrum is geactualiseerd, zal hier niet in slagen. Ook zij riskeren een tekort aan belangrijke micronutriënten (naast vitamine D ook foliumzuur, vitamine A, ijzer, selenium en zink). Let wel: volgens ditzelfde Voedingscentrum! Intussen lacht de farmaceutische industrie in haar vuistje en worden moderne, chronische ziekten behandeld met medicijnen, in plaats van dat ze worden voorkomen met voedingsstoffen.”
[kader]
[kop] Vitamine D:
•wordt in de huid gevormd onder invloed van zonlicht;
•zit van nature in vette vis, lever(traan), vet vlees, echte boter, eidooier en volle zuivelproducten;
•zit in verrijkte voedingsmiddelen zoals margarine en halvarine (méér dan in echte boter!);
•één eetlepel levertraan is goed voor ongeveer 1400 IE vitamine D. Maar: levertraan is ook rijk aan vitamine A en dit maakt levertraan ongeschikt voor vrouwen die zwanger zijn. Dagelijks meer dan 10.000 IE vitamine A verhoogt de kans op een kind met een aangeboren afwijking.
•zit in voedingssupplementen, vaak is dit 5 mcg vitamine D. Bepaalde groepen, bijvoorbeeld ouderen, moeten meer D binnnekrijgen; er zijn supplementen waar wél meer in ziy
[kader– eventueel internet]
[kop] Eerst genieten, dan smeren
In de winter, bij een bewolkte lucht, is het percentage daglicht dat we opvagen via de huid minder dan in de zomer en bij een onbewolkte lucht. Zo is onder een bewolkte hemel de blootstelling aan ultraviolette straling ongeveer 30 procent minder dan een onbewolkte hemel. Het gebruik van zonnebrandcrème vanaf factor 8 blokkeert UV licht en dus de vorming van vitamine D in de huid.
Naarmate iemand een donkerder huidskleur heeft, is het moeilijker om voldoende vitamine D aan te maken. Het pigment werkt als een sunblocker, met een beschermingsfactor van 15 tot 30. Met het vorderen van de leeftijd wordt de huid dunner. Ook dit belemmert de aanmaak van vitamine D.
Vitamine D-expert dr. Michael Holick raadt daarom aan eerst vijf à tien minuten van de zon te genieten en je daarna pas in te smeren.
[kader]
[kop] Depressie en zon
Van de mensen in de leeftijd van 55 tot 85 jaar heeft circa 13 procent last van depressie. Maar ouderen die vaak in de zon komen, hebben minder kans op een depressie dan ouderen die binnen blijven zitten. Dat bleek afgelopen voorjaar uit een onderzoek van het VU medisch centrum (VUmc) onder meer dan duizend ouderen. Blootstelling van de huid aan zonlicht verhoogt het gehalte vitamine D in het bloed. Deze vitamine blijkt de kans op een depressie te verkleinen. Aan het onderzoek deelnemende ouderen die last hadden van een depressie, hadden gemiddeld 14 procent minder vitamine D in hun bloed dan ouderen zonder depressie. Witte Hoogendijk, hoogleraar biologische Psychiatrie bij het VUmc: ‘Wandelen, fietsen, boodschappen doen en andere buitenactiviteiten vergroten de blootstelling aan zonlicht en kunnen daarmee het risico op een depressie verkleinen.’
[kop] Wie vegetarisch eet
Vanuit onze voeding wordt vitamine D alleen geleverd via dierlijke producten (vis, vlees en zuivel). Wie vegetarisch of vegenstisch eet, moet letten op de hoeveelheid vitamine D in de voeding. Zo bevat veganistische voeding amper vitamine D, plantaardige margarine daargelaten. Voor kinderen in de groei is het daarom geen gezonde voedingswijze, vanwege het grote gevaar van ondervoeding en het aanrichten van schade.
[afsluitende regel] gezondNU houdt u via www.gezondNU.nl op de hoogte van het nieuwe advies van de Gezondheidsraad.
[credit] Tekst Toine de Graaf , José Leeuwenkamp Fotografie
[kaders internet]
[kader] Geen ‘echte’ vitamine
Het verband tussen een tekort aan vitamine d en ziekte, is al eeuwenoud. Zo werd tijdens de industriële revolutie voor het eerst de link gelegd tussen rachitis (x- en o-benen) en het gebrek aan zonlicht van de kinderen die door fabrieksarbeid letterlijk het daglicht niet zagen. In de vorige eeuw werden ziekelijke bleekneusjes uit lage sociale milieus naar ‘vakantiekolonies’ gestuurd om aan te sterken.
Richtlijnen over de doseringen rij
*De Gezondheidsraad heeft in 2000 de aanbevolen hoeveelheid vitamine D gezet op 2,5 microgram voor de ‘gemiddelde’ Nederlander (van 4 – tot 50 jaar, zonder een sterke huidpigmentatie en bij een normaal aantal dagelijkse zonuren).
*Kinderen tot vier jaar, vrouwen vanaf 50 jaar, mannen vanaf 60 jaar, zwangeren en vrouwen die borstvoeding geven, wordt door het Voedingscentrum geadviseerd een voedingssupplement met 5 microgram vitamine D te nemen.
*Naarmate de leeftijd stijgt, neemt de benodigde hoeveelheid vitamine D toe. Is deze voor vrouwen van 50 tot 60 jaar 5 mcg per dag, in de leeftijdcategorie 60-70 is de extra benodigde hoeveelheid vitamine D reeds 7,5 mcg/dag en vanaf 70 jaar 10 mcg per dag. Mensen met een donkere huidskleur (die van nature minder vitamine D in de huid maken) hebben nog eens 2,5 mcg extra nodig.
*De Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH-waarde) van vitamine D volgens de Europese etiketteringsrichtlijn is 5 microgram. Dit is ook de waarde waarnaar verwezen wordt op etiketten (het percentage van de ADH). Bij deze ADH-waarde wordt geen rekening gehouden met leeftijd, geslacht en huidpigment.
*Volgens deskundigen zijn deze dosering vaak onvoldoende om vanuit een toestand waarin het gehalte te laag was, de vitamine D spiegels weer normaal te krijgen. Daarvoor zijn doseringen nodig die ver boven de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden uitgaan. Maar voedingssupplementen in Nederland zijn gebonden aan een wettelijk maximum van maximaal 5 mcg vitamine D per dag.
*De aanbevolen hoeveelheid voor vrouwen is anders dan voor mannen, omdat vrouwen na de menopauze een verhoogde kans hebben op osteoporose.
*In de Verenigde Staten worden sinds de jaren 1930 melkproducten verrijkt met vitamine D. In Nederland is dit het geval met (tot 7,5 mcg (300 IE) per 100 gram, dezelfde hoeveelheid vitamine D die van nature in boter voorkomt).
* Huisartsen schrijven mensen met osteoporose daarom 10 microgram (400 IE) vitamine D per dag voor. Recent wetenschappelijk onderzoek wijst er op dat die dosering onvoldoende is; zij zouden minimaal het dubbele moet krijgen. Of: driemaal per jaar een orale dosis van 2500 microgram vitamine D, zo bleek uit Amerikaans bevolkingsonderzoek. Doe dit niet op eigen houtje, maar overleg met een orthomoleculair deskundige. Adressen vindt u via: www.mbog.nl.
[bewijsexemplaren]
[bovenkop] Vitamine D: “De meest onderschatte vitamine”
Ortho Communications & Science
t.a.v. dr. G. Schuitemaker
Postbus 82
7080 AB Gendringen
Dr Ir Rianne M Weggemans
Gezondheidsraad
Parnassusplein 5
2511 VX Den Haag
070-3407018
rianne.weggemans@gr.nl