Schoudervulling, petticoats en beenwarmers – modetrends komen en gaan. En met voedingstrends is het niet anders. Smoothies, chia en hummus– wat zijn de hypes die voorbij waaien en wat zijn de blijvertjes?
Blijven smoothies? Ja, maar doe het goed
Ineens stond op elk aanrecht een smoothiemaker. Prima trend: het is een perfecte manier om makkelijk veel fruit te eten. Maar hoe gretig we de smoothies ook omarmen, het is slim om na te denken wat je allemaal in die blender gooit en wat niet. Vijf (nieuwe) smoothie regels:
1. In een smoothie zit (iets) vet
Voeg iets vet toe tijdens het blenden van je smoothie. Dat kan (olijf)olie zijn, maar ook een vetrijk product zoals avocado. Vet zorgt voor een verzadigd gevoel en helpt je lichaam om de vitamines op te nemen. Ook zorgt het ervoor dat de fruitsuikers van je smoothie geleidelijker door het lichaam worden gevoerd.
2. Een smoothie maak je langzaam
Een smoothie maken in drie seconden? Als je dat lukt, gaat er iets mis. Smoothies zijn snel gemaakt, maar zo snel… Neem de tijd om het allemaal goed te laten mengen, zodat je geen brokken hebt in je sapje.
3. Een smoothie is niet dun
Een smoothie klok je niet snel weg! Want hij is dik en lobbig! Geef smoothies deze body door perzik, abrikoos, mango of banaan toe te voegen. Die maken het heerlijk romig.
4. Je smoothie is geen afvalbak
Banaan, appel, mango, chiazaad, spinazie, kwark, avocado – het kan allemaal in je smoothie. Denk je … ja en nee. Het is allemaal lekker en gezond (heus!), maar het kan ook te veel worden. Houd de smaak simpel en smaakvol.
5. Denk aan extra vezels
Weinig mensen die extra proteïnen en vezels door hun smoothie doen. Als je deze stoffen toevoegt, blijf je namelijk langer verzadigd. Pak een handje noten, zaden, (blad)groenten en gooi het erbij.
De boon is back
Tja, de tijd van bruine bonen en groene erwten … Die is echt voorbij. Ja én nee; de boon maakte terecht een krachtige come-back. Met stip op één: hummus. Houd die trend vast, want de boon is een superkracht! Zes redenen om vaker bonen op het menu te zetten:
- Bonen zijn een bron van foliumzuur, zink, calcium, vitamine B en vezels.
- Bonen bevatten vaak twee tot vier keer zoveel eiwitten als granen, dit maakt het een goede vleesvervanger. In 100 gram bonen zit ongeveer 7 gram eiwit.
- Bonen zijn goedkoop, helemaal als je gedroogde bonen koopt. Veel bonen komen van eigen bodem; je eet weinig vliegkilometers dus.
- Bonen zijn puur, ze bevatten geen toevoegingen. In bonen in blik of in een pot zit wel vaak suiker of zout. (In je zelfgewelde bonen niet!).
- De koolhydraten uit bonen worden langzaam door het lichaam opgenomen. Hierdoor blijft de bloedsuikerspiegel stabiel(er).
Melk moet niet (maar mag wel)
Melk drinken wordt voor steeds minder mensen logisch. We hebben calcium nodig voor onze botten, maar dat is niet hetzelfde als melk. En je botten hebben ook magnesium nodig en vitamine D; stoffen die niét in melk zitten! Er komen daarom steeds meer geluiden op dat zuivel geen officieel advies meer hoeft te zijn. Maar wat eet je dan om toch aan je calciumbehoefte te voldoen? Groente! Niet alleen voor onze calciumbehoefte, maar ook voor andere vitaminen, mineralen en vezels. Ook daaraan hebben veel mensen een tekort.