Terwijl de een urenlang een boek kan lezen op de bank, is de ander na tien seconden afgeleid. Waarom heeft niet iedereen een even lange spanningsboog? En kun je je concentratievermogen trainen?
De hamvraag
Bij concentratievermogen draait het maar om één vraag, stellen neuropsychologen Marijke van de Laar en Martin Klein: kun je je op één proces richten zonder daarbij andere prikkels aandacht te geven?
Waar zit je concentratie?
Je concentratievermogen wordt vooral in het voorste deel van je hersenen aangestuurd. “Het gaat echter om hele netwerken die in je brein worden geactiveerd, afgestemd op de situatie. Wil je bijvoorbeeld een gesprek voeren of wil je taakgericht aan het werk?” vertelt Van de Laar.
Aangeboren / aangeleerd
“Concentratie moeten we deels aanleren, voordat het automatisch (en onbewust) gebeurt”, legt Klein uit. “Bij de één lukt dit sneller en beter dan bij de ander. Bovendien zijn niet bij iedereen de hersengebieden even sterk ontwikkeld.”
Bij een goede focus is ook de neurotransmitter dopamine belangrijk. Die is verminderd aanwezig bij mensen die moeite hebben om zich langere tijd te concentreren. Concentratiegebrek is dus deels aangeboren, maar je kunt het gelukkig ook trainen!
Slecht voor je concentratie
- Slaaptekort
- Motivatiegebrek
- Bewegingstekort
- Technologie-overdosis
- Langdurige stress
Quote: “Hoewel volwassenen zich ongeveer anderhalfuur kunnen concentreren, nemen we na dertig minuten minder informatie op” – Marijke van de Laar, (neuro)psycholoog
Quote: “Tot ons 23e neemt ons concentratievermogen toe en zien we een flink stijgende lijn. Daarna neemt het langzaam af ” – Marijke van de Laar, (neuro)psycholoog
Oppervlakkig en vergeetachtig
Concentratiegebrek is een probleem als het mensen in hun dagelijks leven langdurig beperkt in hun functioneren. Klein: “Een concentratiegebrek kan een probleem zijn tijdens gesprekken. Als je gesprekspartner steeds is afgeleid of dingen vergeet, beëindig je sneller een gesprek. Het kan gesprekken oppervlakkig maken. Als je onvoldoende aandacht aan dingen besteedt, kan ook je langetermijngeheugen slechter worden. Er vindt dan namelijk onvoldoende verwerking plaats, waardoor dingen half in je hersenen komen. Dat maakt het ook weer moeilijk om informatie terug te halen.”
Concentreren kun je leren
Train je concentratie! Hoe? Klein geeft drie tips:
Leer je vervelen – Verveling stimuleert creatieve processen, helpt je om na te denken en geeft je hersenen even rust.
Wees af en toe een egoïst – Je afzonderen of de deur dichtdoen op kantoor klinkt misschien niet sympathiek, maar voor je eigen functioneren kan het belangrijk zijn. Gewoon doen dus!
Gooi spullen de deur uit – Wat vind je echt belangrijk? Zorg voor een rustige omgeving en leg je telefoon weg.
De gouden tip: meditatie
Klein: “Ik heb twaalf jaar zenmeditatie gedaan. Je leert om niet meteen iets te doen met een gedachte, maar de omgeving en je eigen gedachten waar te nemen. Als je dat onder de knie hebt, kun je bepalen waar je wel en niet over na wilt denken en op wilt focussen. Concentreren is immers een werkwoord, je moet er iets voor doen.”
Hyperfocus
Van de Laar: “Het tegenovergestelde van concentratiegebrek is hyperfocus. Je gaat dan volledig op in een taak en hoort niets meer om je heen.” Het is belangrijk dat je zowel kunt focussen op een taak als kunt reageren op de omgeving wanneer dat wordt verlangd. Samenwerking tussen twee hersendelen is dan belangrijk, blijkt uit onderzoek.
Deskundigen:
- Marijke van de Laar is (neuro)psycholoog en heeft twee praktijken in Amsterdam. Ze behandelt zowel kinderen als volwassenen.
- Martin Klein is klinisch neuropsycholoog en hoogleraar Medische Neuropsycholgie bij VUmc Amsterdam.
[credit]
Tekst Lian van Doorn