Je poetst je tanden met tandpasta en wast je haren met shampoo. En grote kans dat er een pot pindakaas en een zak chips in je voorraadkast staan. In al die producten – en in meer dan de helft van alle supermarktproducten – zit palmolie. Hoe gezond is deze olie? En bestaat er duurzame palmolie?
Forse olijf
Palmolie is een van de meest gebruikte plantaardige oliën ter wereld. Het is een belangrijke grondstof die structuur geeft aan allerlei producten. Van knapperig en stevig tot juist smeerbaar en smeuïg. Palmolie wordt gewonnen uit de palmvrucht. Deze tropische vrucht is rood van kleur door het hoge gehalte aan bètacaroteen. De grootte is vergelijkbaar met die van een forse olijf. Deze tropische vrucht bevat ongeveer 30 tot 35 procent olie. In het vruchtvlees zitten veel antioxidanten en evenveel onverzadigde als verzadigde vetzuren.
Eén plantage = 60 duizend voetbalvelden
De productie van palmolie bedreigt het klimaat, het regenwoud en de orang-oetan. Voor de aanleg van oliepalmplantages worden stukken regenwoud gekapt. Eén plantage kan zo groot zijn als 60 duizend(!) voetbalvelden. Omdat de vraag naar palmolie blijft groeien, moet de olie duurzamer geproduceerd worden. Om daarnaartoe te werken is in 2004 een internationaal platform opgericht: de ‘Roundtable on Sustainable Palm Oil’ (RSPO). Dit is een samenwerking tussen maatschappelijke organisaties, de industrie en supermarktketens. Goed nieuws: negentig procent van de door Nederlandse voedingsbedrijven verwerkte palmolie werd vorig jaar duurzaam geproduceerd. In 2011 was dit slechts dertig procent.
Feit: palmolie zit in zestig procent van de producten die we in onze boodschappenkar stoppen.
Je vindt palmolie in margarine, ijs, pindakaas, chocolade, soep, kant-en-klaarmaaltijden en eigenlijk in bijna alle bewerkte producten. Vergeet ook shampoo, crème en zeep uit je badkamer niet, ook daar zit vaak palmolie in verwerkt.
Bijna vier keer zoveel verzadigd vet als in olijfolie
Eén eetlepel palmolie (10 gram) bestaat uit 90 kilocalorieën en 10 gram vet, waarvan 4,8 gram bestaat uit verzadigde vetten. Ter vergelijking: een eetlepel olijfolie bevat hetzelfde aantal kilocalorieën en vetten en slechts 1,4 gram verzadigde vet. Verzadigd vet verhoogt het LDL-cholesterol van het bloed, wat niet goed is voor onze bloedvaten. Om de kans op hart- en vaatziekten te verlagen, is het belangrijk om producten met veel verzadigd vet te vervangen door producten met veel onverzadigd vet.
Feit: ongeveer 85 procent van de wereldwijde palmolie wordt geteeld in Indonesië en Maleisië. En jawel, Nederland is de grootste palmolie-importeur van Europa.
Gehard of ongehard?
Bij het industrieel gedeeltelijk harden van vetten ontstaan transvetten. Het harden van vetten wordt gedaan om de houdbaarheid te vergroten en om de structuur steviger te maken. Bij het volledig harden van onverzadigd vet ontstaan geen transvetzuren. Als palmvet gedeeltelijk gehard is, dan staat dit op het etiket. Gelukkig wordt dit nauwelijks in ons land gedaan. Om deze reden: transvet is nog slechter voor onze gezondheid dan verzadigd vet. Een product is dus gezonder als het volledig gehard of ongehard palmvet bevat. Nog beter is om producten met palmolie zo veel mogelijk te laten staan.
Dit zegt het etiket
Sinds 2014 zijn fabrikanten verplicht om op het etiket te vermelden welk soort olie gebruikt is. Zit er palmolie in het product? Dan staat dit dus altijd op het etiket. Toch blijft het lastig om palmolie te mijden, simpelweg omdat het in zoveel producten zit. Voor het milieu kies je het best voor de duurzaamste optie. Duurzame palmolie is te herkennen aan het Greenpalm-logo en het RSPO-keurmerk.