In theorie is afvallen simpel: als je meer calorieën verbruikt dan binnenkrijgt, val je vanzelf af. Maar in de praktijk werkt die regel niet. Als lijner kom je altijd op het punt dat je heel weinig eet, veel verbrandt maar geen kilo verliest. En daarna komt dat andere berucht keerpunt: je stopt met je dieet. En een paar weken later zitten alle kilo’s er weer bij. En soms zelfs meer. Om moedeloos van te worden.
Een calorie geeft aan hoeveel energie er vrijkomt bij de vertering van een bepaald voedingsmiddel. Hiervoor bestaan uitgebreide tabellen, die je ook ziet op het etiket van beschuiten, rijst of koekjes. Zo levert een volkorenboterham ongeveer 74 kilocalorieën (kcal). Deze hoeveelheid energie is bijvoorbeeld voldoende om een halfuur te wandelen.
In de ideale situatie is er een evenwicht tussen de opname van calorieën en het verbruik van het aantal calorieën. Dan blijven we mooi op gewicht. Maar als we voortdurend meer energie (lees: calorieën) binnenkrijgen dan we verbruiken, houden we calorieën over. Ons lichaam slaat dit op als reserve; als vet in de buikholte of op de heupen.
Voor een (blijvend) gezond gewicht moeten we dus niet kijken naar wat we eten, maar naar het evenwicht van eten en verbranden. Gewicht verliezen lukt alleen als je even meer calorieën verbruikt dan je binnenkrijgt. Meestal komt dat neer op een tijdje minder eten en meer bewegen.
Wel aankomen, terwijl je niet eet
Toch zal iedere lijner het effect herkennen dat je heel weinig calorieën eet, veel beweegt en nauwelijks afvalt. Hoe kan dat? Bij elke poging tot rigoureus afvallen via een dieet gaat de ruststofwisseling naar beneden. Je stofwisseling draait op een lager pitje omdat het lichaam zich instelt op minder energie. Het lichaam functioneert efficiënter tijdens het lijnen en zal de verminderde hoeveelheid ‘brandstof’, (je voeding), beter gebruiken. Je lichaam went dus aan minder eten en het dieet werkt niet meer.
Het dieet zal zich zelfs tegen je gaan keren als je weer normaal gaat eten. Want die ruststofwisseling die jezelf hebt aangeleerd door te diëten, zal niet omhoog gaan als je wel weer normaal eet. Het lichaam draait nog steeds op weinig calorieën. En dat is het moment dat je, bij wijze van spreken, dik wordt van water en lucht.
Dit wordt je slanke doorbraak
Een tijd lang weinig eten, crashen, dieet-challenges en schrale weekmenu’s; het zijn allemaal snelwegen naar de jojo-val. Jouw slanke doorbraak? Doe er niet aan mee.
Blijvend succes haal je alleen met geleidelijk en langzaam afvallen, met een dagmenu dat een normaal aantal kilocalorieën bevat. Gewoon eten dus. Een goed afvaltempo is 0,5 kilo per week. Om die reden is iets minder snoepen en iets meer bewegen (niet sporten!) goed. Juist door wandelen en fietsen verbranden we veel energie: ruim 200 kcal per uur. Wie daarnaast maar 200 kcal minder per dag eet, bespaart 400 kcal. Wie dat doet over een lange tijd, raakt de overtollige kilo’s geleidelijk, maar duurzaam kwijt!